Betovering

New morning, new norming, 2005, acryl, 60 x 50 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

De  andere kant

Het glas van het raam is licht berijpt, maar de temperatuur binnen
is niet ijskoud. Zij voelt zich behaaglijk in verhouding tot de koude
buiten.
Simpele gedachten, zul je zeggen. Simpele taferelen doen de
verschijnselen in uiterlijk variëren is mijn idee. Dus laat haar mooi
simpel denken. Hoe meer vrijheid er is, hoe meer variatie!

Deze ervaren toeschouwster of kijkvrouw keert als het nodig is
met gemak haar rug naar je toe, om je zo de ruimte te geven waar
je om vroeg. Dan krijg je precies wat je wilt. Ja toch?
Het komt vanuit een ander besef: het besef van kalmte, rust, rede
en inleving. Dat laat ieder ijs varen of rijk bloeien (tenminste als je
er oog voor hebt).
Straks, als de dooi intreedt, wordt het weer een dag vol regen en is
alles doordrenkt. Hopelijk is er dan ergens een overloop voor het te
veel aan nattigheid.
Bij te veel aan ergerlijke irritatie ontstaat langzame verrotting.
Het sijpelende slijm van verval doet de rest. De rede heeft een heel
bijzondere kracht. Het priemt zijn zachte druil dwars door de huid.
Ik zei het al:
De hele betovering schuilt in zijn eenvoud.

Kort

Zwijgman, 2009, acryl, 80 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Oude horizon

Ik kan ook kort zijn:
Draag meer vuur aan!
Draag meer water aan!
Wij zullen branden of verdrinken,
omdat wij zwijgen.

Loszingen

Hacker, 2016, tekening, A4

2016_hacker_A4

Broeiman, boeman

Hij kan goed klagen en slaapt in een rijk bed wat door te veel
motten wordt geblust (daarbij moet je dan de tik van een oude
pendule bedenken).
Zijn geheugensteun zit onder de grote spiegel, zijn holle kaken
kraken de wang. Hij is een broeinest, die flink kan losbarsten.
Hij praat zo hard dat je niet weet waar het over gaat.
Hoe dan ook, als banale geruchten aan het slapende land komen,
let dan op, want dan is de broeiman behoorlijk dichtbij.
Dan zal hij je proberen te hacken met zijn Duitse gezangen.
Hij is bepaald niet lief, niet vaderlands. Hij is een egoïst. Zijn harde
hand zal je kloppend halsje snel weten te vinden en dan ben je er
geweest.
Zijn boze dromen krijgen je zomaar klein. Je geheugen krimpt.
Pas dus op als je hem alles hoort los zingen.
Dan is klare wijn zo tintelende paardenpis.

Doorn

Black and white, 2016, computertekening

x.2016_black ans white_ct

Nachtbloem

Eén ding moest je nageven, hij kon goed zijn adem inhouden.
Ik ken niemand die dat zo gemakkelijk deed. Het leek wel alsof hij
nooit ademde, zijn borstkas bleef plat.
Hij leefde meestal in de vorm van ontkenning.
Ik ontdekte ooit dat zijn dagboeken helemaal niet over hem gingen.
Dat was hem gewoon te eenvoudig en bovendien wie zou er iets aan
hebben? We beleven toch allemaal de dingen, het overkomt ons toch
allemaal en alles is toch kenmerkend voor wat in het algemeen kan
gebeuren?
Wat ons, ieder van ons, nu kan overkomen is bijvoorbeeld dat je van
je recht beroofd wordt. Dat is pas wat. Dan heb je het ergens over.
Daarover zou je dan een dagboek met betekenis kunnen schrijven.
Hij vond dat de mens, jawel de mens van tegenwoordig, niet alleen
typisch was, maar ook nog eens bijzonder dom. Dat domme werd
iedereen uiteindelijk fataal. Honderd miljoen tijdgenoten leven van
de roddel en achterklap. Het alledaagse overheerst helaas.
Dus liet hij op een goeie dag op zijn bovenarm een tatoo-tekst zet-
ten: Omnia mea mecum porto (alles wat van mij is, draag ik
bij me).

Ergens was het een variant op een oud gezegde dat alles wat u toe-
behoort, alles wat u kan gebeuren, kan mij ook gebeuren. Wat maar
al te waar is, ondanks eigen barometer.
Zijn dagboeken gingen dus niet over hem.
Nogmaals: te eenvoudig. Ze waren wel van hem maar gingen niet
over hem.
Mensen vonden hem een dichter met een doorn in het oog.
Hij vond zichzelf meer een kale nachtbloem die kon denken.
Voor hem was de nacht een lange dag.

Vandaar

De natuur wint, 2016, bewerkte foto

x.2016_de natuur wint_bf

Rijkelijk groen

Iemand had zijn kamer groen geschilderd. Hij had genoeg moed
en veel lust. Wel moest hij van zijn vrouw eerst met een groenmeter
passen en meten, dat zou haar gemoedsrust ten goede komen.
Nadat het waagstuk was voltooid schroefde hij de meter nog wat
vaster aan, je weet maar nooit. Op zijn neus plaatste hij een blauwe,
Italiaanse knijper, voor de zelfreiniging. Het paste wonderlijk mooi
in de compositie met al dat grote groen.
Helaas kreeg hij kort daarna enorme uitslag. Juist toen hij wou
uitrusten, een naar moment.
Het was echt ontzaglijk. Geen gezicht, wel enorme jeuk.
Zijn vrouw vond het wel sneu, maar was niet echt onder de indruk.
Zij was ondertussen met heel andere dingen bezig. Bovendien zou
het wel weer weggaan na drie dagen als hij weer wat rustiger was
geworden. Ze had het al eerder beleefd met hem, vandaar.
Hij wist wel beter, er was iets anders aan de hand. Na zeven zilveren
snikken knapte de groenmeter als een rietje af en genas hij ziender-
ogen. Zelfs zijn eetlust kwam gelijk terug.
Je snapt dat hij zo weer zichzelf was en kon daarna alleen zijn zuivere
ik nog volgen.
Zijn vrouw ging er met een ander vandoor. Die had een wit huis zonder
groen en heel veel geld, vandaar.

Ego

Lots of Art, 2016, bewerkte foto

x.2016_lots of art_bf

Tekenen is geluk

Tekenen beschouw ik als het meest hartstochtelijk werk wat bestaat.
Werken aan een tekening, hoe groot of klein ook, brengt mij in een
staat van groot geluk. Dan ben ik helemaal totaal één met mijzelf.
Bij schilderen is het meer een logisch verlengstuk, ook mooi.
Werken aan een tekening grenst aan een waanzinnige euforie.
Alle meest vermoeide vermoeidheid of somberste somberden lossen
als sneeuw voor de zon op. Er zijn ineens geen tegenwerkers meer.
Je bent totaal koning in je groots mini monorijk.
Tekenen is een staat bereiken waarin alles monistisch wordt, dat wil
zeggen alles vloeit voort uit een verschijnsel, dus uit mijn complexe
geest.
Het is een heerlijk gevoel dat besef van grote eenheid.
Als tekenaar ben je je eigen God van Grote Goedheid.
Waarom is de geest van de tekenaar zo complex? zul je je misschien
afvragen. Dat komt omdat hij mens is en niet dier.
Als ik teken denk ik niet aan de beschouwer, die is op dat moment
een imaginair persoon. Ik denk ook niet aan mezelf, want op dat
moment stijg ik boven mijn ik uit. Ik doe alleen.
Dat is het mooie van het gevoel van trance of extase. Tijdens het
tekenen schep je een ander ego. Je bent een heel bewuste geest
geworden, een diepe kern, waaruit alles voortvloeit.
Wat precies die kern is en waar die ligt hoef je niet te weten, dat is
iets voor zoekende kunstvorsers (vermomde psychoanalytici).
Mijn eigen web bestaat uit mijn attent geheugen en bewustzijn.
Ergens blijft nu het woordje mededogen hangen.
Ik weet niet precies waarom.
Men zal het mij vast binnenkort gaan vertellen, vermoed ik.