Lied

Open venster, 2016, boek 114, pagina 20

2016_open venster_b114_p20k

Ochtendgebeuren

Vandaag zag ik het ochtendgloren. Zij is niet van de nacht, zij duwt
het donker weg en zo wordt de nacht dag. Nu al weet ik dat het
morgen weer zal gebeuren. Het gloren houdt van herhaling.
Ik zag het licht op de gebloemde gordijnen, dat is altijd zo mooi, zo
zacht. Onbekend licht verlicht de kamer compleet. Later zal het
genadeloos fel zijn. De lelies op het behang lijken met een penseel
te zijn getekend. Scherper kan het niet.
Ik verlang naar een muziekje, terwijl je de natuur hoort.
Mijn droom is woordeloos stil, ik kan me niets herinneren tot mijn
grote spijt. Ik houd van dromen, droom meestal mooi. Dromen zijn
als drijvende wolken boven het tumult. Zonder het te beseffen hebben
ze een kort leven bij het wakker worden, terwijl de droom op zich
juist rekbare tijd is. Tegen de avond als  het venster zich sluit  is
alles weer bij het oude, alsof er geen dag is geweest.
Het donkerste moment is allang voorbij, het is verdwenen als wilde
ganzen in de lucht. Gak gak met gemak. Het leven is elegant.
De steekjes van de geborduurde lap lichten steeds lichter op.
Er wordt geschreven over geluidloze emoties. Ze dompelen onder bij
overbelichting. Woorden verbleken, zijn niet te vangen. Er is hoop.
Hoop is het enige wat onbedorven is. Hoop kent geen klaagzang.
Hoop is niet eens een drijvende wolk. Hoop is alles wat nu niet is.
Je zou er haast van gaan neuriën, maar wie luistert er?

Lelie

3 Fasen, 3 vazen, 2016, boek 114, pagina 48

2016_b114_p48_3 fasen_k

Vriendschap

Dit jaar heb ik drie potten witte lelies gezaaid. Die potten had ik in
mijn vorige stad gevonden, ze waren vanbinnen en vanbuiten volledig
bedekt met weelderig mos en al zeker dertig jaar oud. Heel fraai.
Nu stopte ik er zwarte aarde in, gaf de zaadjes bronwater, maar het
wou niet voldoende kiemen. Groei en bloei was teleurstellend.
Tot mijn verbazing kwamen er eerst bloemen op, daarna pas de stelen.
Heel vreemd. Normaal zijn de lelies wit, maar bovenaan het bloemblad
kleurde het een beetje rood. Ik probeerde het er nog voorzichtig af te
schrapen maar dat mislukte. Pas toen ik sierlijk rechtop zei werd de
lelie een echte lelie (sidderend).
Soms moet je bloemen vriendelijk of gebiedend toespreken om een
beter resultaat te krijgen. Ik kreeg bijna zin om een gedicht te maken,
maar de tijd en mijn tegenwil hielden me tegen.
Later op de dag kreeg ik bezoek van een vriend. Toen ik even niet oplette
lagen de bloemen ineens in de handen van die vriend, hij keek heel blij.
We kunnen tevreden zijn met deze bloemen, orakelde hij, we hoeven nu
niets meer te kopen.
Daarna rende hij weg, was geen vriend meer.
Ik hoorde dat hij de bloemen thuis was gaan bakken, het scheen een
goed recept tegen veel ziektes te zijn. Oud volksmedicijn. Persoonlijk
geloof ik er niets van. Bloemen in olie bakken is wreed, je moet in de
natuur warmte aan de zon overlaten. Het olie is vals.
Laat ik het er verder maar niet over hebben.
Wat kan ik nog zeggen?
Ik heb zijn brieven de week erop verbrand.

Einde

I told you so, 2016, boek 114, pagina 18

2016_I told you_b114_p18k

Leeg

Ze hadden beide last van netheid na de plundering. De overgang was
te groot. Het gemurmel van de zonnestralen, als een voortdurend
parfum, kwam hard aan.
Ooit hadden ze elkaar ontmoet  om elkaar weer te vergeten als
stromend water, terwijl ze ook elkaars vlam waren. Mensen hebben
diep gekoesterde meeldraden van een soort inkt, die de leegte van
een mens laat rondspoken. In plaats van elkaar te omarmen, maakten
ze elkaar juist armer. Aan uitgemergeld vuur kun je je niet warmen.
Ze rilden kort bij ieder uitgesproken woord.
Vroeger leenden ze elkaar ieder woord. Het was een zoektocht naar
de andere ik. Verfijnt en soms angstaanjagend goten zij hun zinnen
in bloed en vlees.
En nu zingt het as op deze vastgestelde dag. Ik had het nog zo gezegd.
Ze wilden niet luisteren.

Zo zo

De spiegel, 2009-2016, computertekening

2009-2016_de spiegel_ct

Het was gisteren

Het zij zo.
Het is nu eenmaal zo.
Het is nu te laat om alles terug te draaien of te veranderen.
Ik heb het eenzijdig gedaan, ik zal het niet ontkennen.
Het heeft zo moeten zijn.
Het is daarom waar.
Het verklaart de vergissing. Een angstaanjagend vuur brak los.
Ik heb me nog één keer goed kunnen verwarmen.
Het was geen slordigheid.
Het was een geestelijke verlichting.
Het was niet zo dat ik mijn eigen tegenstander was, die dom deed.
Ik sta er helemaal compleet achter.
Het is goed geweest voor de statistieken.
Het voegde dingen samen door omstandigheden.
Het gebeurde met de fosforhanden, zij ontbrandden witheet.
Ik stond er gelukkig naar te kijken.

Het was gisteren, niet vandaag.
Vandaag is alles anders.

Kunst

Afvallige, 2016, computertekening

2016_afvallige_ct

Indruk

Het eerste woord wat bij haar opkwam was wellicht.
Wellicht kwam ze hier voor de eerste keer ten volle in de ban van
de wondere kracht van het abstracte. Natuurlijk was het niet de
eerste keer dat ze een tekening zag of de wellustige verkrommingen
mocht aanschouwen. Wel was het de eerste keer dat ze overstuur
raakte van dit oververhit stuk kunst.
Gek genoeg bleef de aantrekkingskracht in takt toen ze iets verder
weg ging staan. Soms kent kunst kennelijk geen afstand en krijg je
het gevoel van: morgen zal misschien alles anders zijn!
En de kunstenaar/maker zelf?
Die keek even om zich heen en stortte zich op weggegleden onder-
werpen. Snel gaf hij er een ongekende sensualiteit aan, met veel,
zeg maar heel veel warmte.
Deze periode noemde hij meestal inkom.
Daarna zag hij pas wat hij had gedaan in zijn tovergrot.
De betekenis werd achteraf gezocht en gevonden.
Dat moest genoeg zijn. Daarnaast nog een raadselachtige titel, dat
doet het altijd goed (it is not bla bla bla, verkort tot tisntbla).
Zij dacht daar natuurlijk niet aan. Zo gaat dat nooit. Zij vermoedde
dat de kunstenaar gewoon even fantaseerde en met zijn ogen de
oppervlakte van zijn studio aflikte, een tak door het raam zag.
Kunstenaars gebruiken immers altijd alles.
Wat op zich eigenlijk waar was. Dus had ze er wel degelijk iets van
begrepen. Punt.
Kunst liegt nooit.

Kabaal

Profiel, 2016, computertekening

2016_profiel_ct

Lawaai

Als ik ergens spijt van zou willen hebben, maar ik wil dat niet, is
het van de scherpte van mijn herinneringen. De onwrikbaarheid
maakt het niet mogelijk alles te bezitten. Er bestaat een tegenpartij
van herinneringen.
Zo ben je zelf dus ergens altijd onwaar en altijd op zoek naar het
gemiste.
Aan de andere kant zijn de meeste herinneringen leugens. Geen
grote, maar wel valse sporen. Gedachten en beelden herhalen zich
niet op hetzelfde pad vanaf het vertrekpunt. Ergens halverwege slaan
ze doodgewoon een andere weg in om een nieuw beeld te verzinnen.
Eigenlijk is de herinnering een vuil, schreeuwlelijk monster. Niet te
vertrouwen.
Er bestaat geen stilstand in je bovenkamer. Er wordt van alles per
definitie ongevraagd verbonden. Het hoofd praat maar door, wil niet
zwijgen. Dat geldt voor iedereen. Iedereen heeft een lawaaihoofd,

Wat moet je met dat opgerakeld verleden?
Kap er mee! Voor je het in de gaten hebt ben je al verdronken.
Het is dus heel verstandig om geregeld jezelf van je oorsprong los
te zingen. Dat is niet moeilijk, dat kan door te reizen en ieder ander
mogelijke betekenis niet toe te laten. Met een beetje gewone wil moet
dat lukken, anders wordt je snel je eigen valse documentaire.

Zo werd in onze familie te pas en te onpas foto’s genomen. Ik bedoel,
te vanzelfsprekend en op de meest vreemde momenten. Vooral de
meest dode ogenblikken werden vastgelegd (holle zondagmiddagen,
familiebezoekjes of plotselinge uitstapjes). Het waren foto’s zonder
eigenwaarde.
Ik besefte dat als kind al en weigerde zelf plaatjes te schieten.
Ik ontweek het toestel als de pest.
Met opgelegde kunstmatigheid heb ik nog steeds niets.
Het dwarse kind is in mij gebleven, tot mijn groot geluk.
Werkelijkheid laat zich niet drijven.
Dat door anderen vastnagelen wijst je plaats aan, ondanks alle
vriendelijke aanwijzingen van de bazige fotograaf.

Anderen zeggen dat het behoorlijk onaangepast en onbeholpen is.
Ik zie alleen maar een betere toekomst op het aambeeld van mijn
verlangen.