Kijk!

Kamerlicht, 2001, boek 78, pagina 23

2001_b78_kamerlicht_p23k

Grote woorden

Ik lijk op niemand, ik zou niet weten op wie.
Ik ben meer een halvegare aardkloot, lijk hoogstens wat op een
schildpad: ik word oud, neem alles mee. Ik ben behoorlijk oer.
Later zal de koolstofmeting wel bepalen hoe oud ik feitelijk ben
geworden en dan ga ik het nog één keertje dunnetjes overdoen.
En jij, jij zit op een schaduwpaard, ik niet. Je hoefgeklop stoort
me niet, ik hoor je niet.
Kijk,
ik ben mijn woorden trouw gebleven. De inhoud is nooit
veranderd, maar hoe wezenlijk bleef ik mezelf?
Ik weet, er wordt veel gefluisterd. Een hogere macht maakt mij
vrij, zegt men. Dat is niet zo, ik luister en murmel maar wat tot
dat ik er duizelig van word of er genoeg van heb. Ik strijk mijn hand
langs mijn voorhoofd en zeg: O.K., dat hebben we ook weer gehad!

Anderen zeggen dan natuurlijk dat ik de dood van mijn voorhoofd
heb zitten strijken…niets is minder waar. Ik hoor heel misschien de
klok van de lonkende veerman en daar valt heel goed mee te leven.
Kijk,
de zomer staat bij mij altijd hoog en warm, voel maar.
Ik zit verscholen in het volle koren en speel daar op mijn klarinet.
Laat de libellen dansen en de lavendel geuren. Ik maak geen herrie,
ik heb een zacht en blij geluid. Mijn vereelte handen houden het
verkeerde licht tegen, mijn hoofd is vers vervuld. Zwevend langs de
toppen van mijn acacialaan is alles licht en warm.
Kijk,
ik weet dat ik het mooiste van mijn leven meer is dan één herin-
nering. Ik blijf voor altijd jong, dat heb meer dan eens verstopt
beschreven.
Als je tot geluk bent geschapen herbloeit alles wat je aanraakt.

Te laat

Geveld, 2013, tekening, A4

2013_geveld_k

Laatste tocht

Zijn mond lijkt droog van het jeuken van verlangen dat zich niet
ontlaadt. Het witgele gelaat staat strak, te strak voor zijn ouderdom.
Ik wil dat ik al je oude glorie van je ziel kan wassen, om het daarna
in een doosje te doen, maar ik weet dat ik te laat ben. Je bent on-
omkeerbaar dood, ik moet je nu ongerept achter laten om zelf
verder te ontwaken.
Je kwam tot mij in alle glorie, van aangezicht tot aangezicht, al keek
je niet terug.
Je ligt daar vol lef roerloos stil  in je strakke, houten kist en laat
anderen ultiem, ontvangend toe.
Elke porie heeft geleefd. Alles liet tenslotte los. Een laatste gevecht
is  geweest.
Deze tocht der tochten is als een vlammend en universeel gedicht,
waarvan ik de woorden niet weet maar wel voel.
En nu, nu is er bijna stilte.
We zijn weggegaan.

Fluisterhoek

Facebook weg, 2015, tekening, A4

2015_Facebook weg_3k
Woordenwerk

Fluister niet in deze hoek, het zit vol levend vuil. Duizenden
eeuwen schreeuwden ze hier de naden reeds vol om al het kwade te ver-
duisteren.
En hoe zit het dan met de zekerheden, wil je dat weten?
Zekerheden moet je nooit in hoeken zoeken, die drinken daar geen
thee. Zij verkreukelen zich om de genade. De genade, die ergens
anders in de buurt lag te neuzelen over één of ander deugdprobleem
of een meer dan vervelend financieel probleem, is ver over boos.
In deze algemene hoek moet je het meer zoeken in een ontmoeting
met het grote niets.
Ontmoeting met nul komma nul schijnen erg bijzonder te zijn dit jaar.
We weten allen dat we van onze eigen muze houden als een paraplu
in onze broeken, dus we gaan ons echt niet beklagen.
Maar wat moeten we ermee?
Moeten we dan een beetje tegen de muur gaan zwellen tot een
zware lach alles laat instorten? Ik vrees dat het nu al te laat is voor
een echte oplossing, ik zie dat de hoek overladen wordt met onze
zwerende ervaring.

In Holland staat een huis en in dat huis is een hoek waar loden
verzen worden voorgelezen voor de kruipgrage luizen, terwijl de
radio van de buren raast. Alle cellen zingen, daarna kiemen de zaden.
Leve de letterdames en letterheren, die elkaars blote kont kussen
en denken dat het balladen of sonnetten zijn.
Allemaal nep.

Minnaar

De hand, 2015, computertekening

2015_de hand_ct

Op de grond

Kijk zij heeft gehuild, zegt de dichter. En die kan het weten, die
heeft oog en oor voor alles. Ze had inderdaad een schitterende
wimpering rond de ogen, het leek wel wat op een uitgelopen
feestelijke etalage (beslagen ramen, condens-vocht).
En toen werd ze door een ander levend oog bewogen. Opgetogen
sloeg ze denkbeeldig een bladzijde om en verbleef met veel dank
lang bij haar nieuwe minnaar. Haar stank van zonet sloeg verbluf-
fend om in een overheerlijke parfum.  De geur was zo adembene-
mend dat de maan er doorlatend van werd.
Kijk, zei zij, mijn schatkamer laat geen blinden wachten en is niet
afgesloten voor overgrote macht. Mijn schoonheid mag naakt zijn.
En ze gaf zich aan hem, hij raakte haar bestaan.
Met een totale glimlach om de nieuwe zekerheden omarmde ze
haar mondige lover, die haar kamer vol lust ging bewonen. Even
leek het eeuwig zomer. De verveling lag nergens op de loer of liet
het lijden op zijn beloop, verwatering kreeg geen enkele kans omdat
de waakhonden als handdoeken werden uitgewrongen.
Dit alles gebeurde op de grond, een plek waar menigeen uiteindelijk
beland.
Tenslotte regende het uitmuntende wit op de buik van de waarheid.
De dichter was allang afgehaakt.
Zijn gevleugelde handen bleken jaloers.

Vroeger grijs

De wandeling, 2015, computertekening

2015_de wandeling_ct

Proces

wandel
het is samen tijd
ga naar buiten
durf te gaan

ga verder
laat de maan slapen
de verre verte
is altijd toereikend

ga verder
ga terug naar binnen
waar je hebt gewoond
teken je vroeger rand

ga verder
vertel wat je doet
schep de zomer
in je grijze hoofd

ga verder
til je rimpels hoger
dingen van een ander
schuiven vanzelf opzij

Soms waar

Het geheim, 2015, bewerkte foto

2015_het geheim_bf

Familietalent

Een vader zorgde goed voor zijn kinderen. Hij las hen voor uit
romans en de strips uit de krant. Hij hield ervan de spanning op
te voeren met legendes over heidense goden. Lekker de stuipen
op het lijf jagen met spookverhalen door rare stemmetjes op te
zetten was hem niet vreemd. Maar toen zijn vrouw Laura na zeven
jaar huwelijk stierf aan tuberculose, hij was toen vijf jaar oud, viel
hij steeds vaker ten prooi aan depressies.

Eigen schuld hoor ik je zeggen, God straft onherroepelijk al het
kwade. Dat hij haar niet kon redden ondanks zijn gave en vurige
gebeden raakte hem diep. Een oudste zus (K) van mijn moeder
nam de meeste taken over. Zo ging dat vroeger.
Gelukkig bezat die nieuwe moeder artistieke talenten en moedigde
de kinderen aan in hun voorliefde voor tekenen. Hij had groot geluk.
Toch was hij geen wonderkind, pas later in mijn adolescentie kwam
zijn buitengewone gave aan het licht.

Hoe dan ook hij haalde vanaf het begin mijn thema’s als vanzelf-
sprekend uit zijn onmiddellijke omgeving: de mensen en het interieur
van mijn huis, nauwkeurige studies van kopjes en sleutels, van
apothekersflesjes en muntstukken, of zelfs zijn eigen hand.
De plotselinge komst van K. als moederfiguur verzachtte de trau-
matische ervaring van de dood van zijn moeder. Af en toe maakte
hij er een werkje over en noemde het Buiten de Poort.
Daarna hield hij zich bezig met de specifieke gelaatstrekken. Dankzij
foto’s kon hij veel vastleggen. Hij streefde niet naar gelijkenis. De
emotie was hem liever, weg met het realisme, daar heb je wel foto-
grafen voor.
Technisch gezien waren de tekeningen goed of vrij goed. Mooi houts-
koolwerk in snelle,  typisch vegende techniek , bewust of misschien
wel het resultaat van een onvolledige fixatie. De composities waren
vanaf het begin al diagonaal.
Zijn zin om te experimenteren was onbeperkt. Wat hij toen al durfde!
Hij zou zich nu zeker drie keer gaan bedenken. Een onvolwassen hoofd
kent vele grenzen.
Wat hij in die tijd ook ontdekte (en wat hij nog steeds toepast) is het
alleen laten van de leegte.
Het was niet ongewoon om grote oppervlakten ongebruikt te laten.
Later begreep hij dat het zelfs een voorwaarde was voor een goed werk.
Totale afwezigheid van de beschrijvende details bleken noodzakelijk te
zijn.
Uiteindelijk zal een compleet leeg vlak alles zeggen.

(1. De mensen die mij kennen weten dat dit verhaal soms waar is)
(2. Je gelooft alleen dat wat je wilt geloven)

Vrienden

Laptop, 2015, tekening

2015_laptop_5k

FB

vrienden en
vriendinnen
van de digi boulevard
ik ben geen jongen
van slijm en lijm
op de kippenvel weg
dansen vurige vlooien
vallen in katzwijm
of krijgen voorgoed de hik
door te lange gladjanuspraat

zelfgestelde grenzen
omarmen meer woorden
dan stenen kunnen stormen
in een duizend maal dank
ontdekte ik het kleinste kamertje
met het dagelijkse stortbad
ze is in alle zaligheid opgedroogd
halleluja
vrienden en
vriendinnen

alle uitgevallen hoeken
verdwenen achter witte wolken
misschien is de stomheid geslagen
alles valt nu werkelijk stil
waanzinnig werkelijk stil
de wereld is groot en eeuwenoud
laat deze dingen snel vergeten

Tante

Pinokkio is oud, 2012, schets

2012_pinokkio is oud_schets

Het bezoek

Het gesprek met M. verliep moeizaam, het leek onmogelijk om
niet te liegen, ver van de waarheid regeert immers de leugen.
De hele middag was hij bezig met alles weer zo recht mogelijk
te draaien.
Het leverde niets op.
Toen zei die ander: ik ga er een rechtszaak van maken.
Moet je doen! zei hij flink, je weet dat je geen poot hebt om op te
staan. Doe vooral je best! Hij stond op en waggelde de berg af.
Met de woorden nog in het hoofd arriveerde hij bij hij huisje van
zijn tante. Het lichtje in de kamer op het oosten was aan. Ze was
thuis en zat voorovergebogen te naaien. Het gemak van naald en
draad verried haar jarenlange handigheid.
Hij lichtte zijn tante in over het voorval van die ochtend. Zij rea-
geerde bijna niet, zei flauwtjes: ik wens je een lang leven.
Hij: ja, hmmm.
Hij had niet verwacht dat tante iets zou zeggen, ze had al tien jaar
niet gesproken, hij keek er van op. Hij zag dat ze nog meer wilde
zeggen, iets hield haar tegen. Ze keek naar hem, er was een lichte
teleurstelling in haar blik of misschien een mate van opgekropt
verdriet. Ze zag er oud uit, alsof ze een bokser was die vol energie
een gevecht had voorbereid en nu ontdekte dat haar tegenstander
zich uit de strijd had teruggetrokken.
Terwijl tante zich weer boog over haar naaiwerk, ging hij er vandoor.
Hij stond in de tuin toen hij een zware kap hoorde. Snel draaide hij
zich om en ging terug. Zijn tante was neergestort met haar hoofd op
haar naaiwerk. Hij hield zijn hand op haar pols en zei ontzet: dood!
Toen pas ontdekte hij haar geborduurde tekst: Pinokkio is oud!

Ongebonden

Gevuld leeg, 2015, tekening

2015_gevuld leeg_2k

Tijdelijk

Elk ogenblik is een gloednieuw vel wit papier.
Dicht aankruipend tegen het heelal onderzoeken neergeschreven
zinnen kronkelend rond vingers van vuur. Wat levert het op?
De temperatuur van je gezicht en wangen laten je hart dubbel
kloppen, laten het tweemaal gestorven maanlicht, als voorteken
van groot geluk, onder je keel zien.
Pas op als alles net iets te dichtbij komt . Als een ontbrandende roos
verschroeit het alle vaste patronen en begint de nieuwe geschiedenis
te ruiken. Omhoogvliegende rook steelt snel de horizon.
Je oorschelpen, vol golven gehoor, sprenkelen nieuwe melodieën.
Alleen je hoest land als een zware zwaan in het schemerlicht. In de
aftelling van geduld zit een soort vreemde hunkering.
Soms ervaar ik bij grote leegte de trillende uitdrukking van een pauw.
Het is een bijzonder moment. In dat uitgemergelde uur ontvouwt zich
vaak een gedicht. De verlichting van woorden maakt alles een beetje
mooier. Het is de aan flarden gescheurde taal van de goudgele zonne-
bloem. De zoektocht naar het juiste woord is angstaanjagend einde-
loos en kent geen vastgestelde laatste dag.
Kortom: het gemurmel laat voortdurend horen dat je vrij en ongebon-
den wilt zijn.

Poëtisch

Ontstijging, 2015, bewerkte foto

2015_ontstijging_bf

Rondzwerven

Hij leefde grote delen van zijn leven als zwervende freelancer,
waarschijnlijk betaalde hij voor geboden gastvrijheid met eigen
werk.
Over het huis van één van zijn gastheren: Meneer K.’s oude
vijver en villa zijn verlaten. Nu hang ik hier rond om de verhalen
van bejaarde buren te horen. Vooral die grote boom daar herinnert
zich veel. Wanneer de zon ondergaat komt de huilende wind tussen
de bladeren.
Ooit had hij zijn vrouw verlaten, dat moest, de drang naar vrijheid
was te groot. Onder dezelfde maan dachten ze vaak zonder elkaar
aan elkaar.
Waarschijnlijk bleef de liefde eeuwig. Dat kan.
Hij noemde zijn bestaan poëtisch overleven. Alles hing af van de
eigenaardigheden van de natuur. Als de verbeeldingskracht eindigt
neemt de natuur het over. Zo eenvoudig is het leven dus.
Eigenlijk een gewoon ongewoon leven dus, ook in die tijd.