Offer

Eerst het oog, 2006, schets

2006_eerst het oog_k

Land van raar

Hier wonen de stoffige mensen die denken dat ze dagen woest zijn.
Zij dromen van de grootste dagen, leven in waanland en laten de
mensen die op pad zijn passeren.
Ik leef, schrijf en zie dat ze zich regelmatig lam drinken. Mijn oog
ziet eerst, daarna denk ik pas. Ik zie dat de oude vrouwtjes, die
Gods uitverkoren Volk waren offers moesten brengen van Het Bloed
van de Lam, maar ze hadden geen lam, dus vermoordden ze een
prachtige witte kat. Het had geen enkel effect, ze hadden beter zich
zelf kunnen offeren, ze stonden toch al met één been in hun graf.
Om de hoek woonde een vrouw met haar dikke roze borsten, die ze
regelmatig aanbood in ruil voor een sigaret (liever twee, ik heb ook
twee borsten).
Hier zijn de mensen meestal los van de grond en hebben geen per-
soneel. Ze lachen veel, spugen in het bier.
Al die zonderlingen, vreemden en mooien houden niet van parfum.
De wereld ruikt zo al mooi genoeg. Deze mensen leven in het stof,
zijn al half vergaan in wezen. Zij schrijven zelfmoordbriefjes, maar
doen niets voor het gebroken hart. Zij zijn te moe voor alles.
Alles droomt zich hier een slappe weg.

Dood werk

Nieuw werk, 2013, boek 108, pagina 552013_b108_p55_nieuw werk_k

Koude kunst

Zij hoort hoe zij leegloopt op het doek. Een nieuw werk groeit.
De innerlijke stemmen praten voluit, alle deuren staan open. Zij
ademt diep en inhaleert de gelukkig makende lucht van acryl. Zij
moet er van zuchten. Binnen een week moet de opdracht klaar zijn,
liefst vandaag nog. Er is eigenlijk nog niets.
Je moet het wetenschappelijk benaderen, zei een vroegere docent
eens. Doe alsof het een scriptie is, als je niet weet wat je gaat doen
gebeurt er niets. Formuleer een thema, vraag je af wat je er mee
wilt en  bedenk hoe je je doel kunt bereiken. Maak een tijdsplanning.
Dat is alles.
Dat er dan dode werken ontstaan had hij niet door. Veel docenten
zijn beperkt, rommelen wat aan, willen niet groeien omdat ze alles
al weten.
Het is warm in het atelier. De kachel snort. Een bovenbuurman loopt
heen en weer over een krakende vloer. Hij is aan het darten. Dat
lijkt haar ook wel wat. Nergens anders aan denken dan pijltjes
gooien. De hele dag door. Zijn bestaan heeft tenminste zin. Hij ver-
dient er zijn brood mee.
De avonden zijn het moeilijkst, vindt ze.
Overdag is overal afleiding.
Dan komt haar zus langs om te zeggen dat ze er meteen weer
vandoor moet…sorry hoor…
De zus zegt dat ze het leven niet zo ernstig moet nemen.
Haar opdracht is nog diezelfde dag klaar.
De titel is een vondst: Ik glas breekbaarder dan een man.
Ze glimlacht er lief bij.

Heimwee

Do not cross, 2013, boek 110, pagina 25

2013_b110_p25_do not cross_k

De streep streept

Iemand had heimwee naar zichzelf. Dat kan als je even aan de
werkelijkheid ontsnapt bent. Hij bedreigde zichzelf of zoiets was
in wording. De locatie was bekend, er was al een streep getrokken.
Aan de andere kant lag het niet weten en daar wil je niet zijn. De
streep streept je zomaar weg.
Het werd dus een volle boel aan de ene kant van de streep. Velen
vonden tot daar de weg. Het niet weten was voelbaar, werd zicht-
baar. Er werd licht geduwd. Men vloekte hier en daar.
Daarna kwam uit het niets de rust, misschien getild door een
smachtende eenzaamheid. Alle zonbestoven sterren gaven een
veelbelovend teken, één voor één. Heel wonderbaarlijk, heel
mooi.
Hij voelde zich een tussenstandsjongen.
De heimwee was gelijk weg.

Verlichting

Nachtbos, 2015, bewerkte foto

2015_nachtbos_bf

Roddel

Groot en leeg, de bomen stijf op rij, is daar het bos. Zij wacht op
de complete duisternis, als al het licht is ingepakt. Als alles zwart
is ben ik er nog steeds, denkt ze.
Haar buikje rondt al wat, beginzwangerschap. Dag niet-weet-kindje,
zegt ze zacht en aait zachtjes over haar bolling. Zij heeft gehuild
over de goedheid van het nieuwe leven en probeerde iedere nacht
een ander leven voor te stellen. Nooit meer alleen!
En de vader?
De vader is elders.
Hij denkt met veel weemoed iedere ochtend aan de thee. Hij trekt
zijn schoenen uit, doet zijn voeten onder zijn gat.
Tussen de latten van de stoel klaagt zijn enkel, nauw bepaald. Hij
duwt het weer goed of beter en ziet in de verte een kletspraat voorbij
komen. Men roddelt door hem. Wie denkt verliest, wie doet is kwijt.
Hij wist niet dat hij droomde, hij vocht zich overal vandaan. Heel
vermoeiend. Tijd voor meer verlichting.

Lief

No Girl, 2015, bewerkte foto

2015_No Girl_bf

Wat wil je

ik wil dat jij leeft
terwijl ik slapend wacht
ik wil dat je weet
dat ik je lief had
boven alles

mijn schaduw wandelt
voor altijd in je haren
niemand kent de grond
zo goed als mijn stem

dring mij binnen met
je nachtelijke ogen
laat me varen in je tunnel
spreek in letters van
het helende hart

mijn rimpels
mijn hoofd
ik wil dat je weet
dat ik je lief had
en heb

Zielloos

Beginnend doek, 2013, bewerkte foto

2014_beginnend doek_bf

Nieuw werk

zijn beeltenis
op de slapheid
van het doek
kijk, hij kijkt

als je langer kijkt
begint de kop
als inkt te lekken
kijk, hij lekt

nekje recht
ogen open
alle rimpelplooien
kleuren het sentiment
kijk, niet te lang

maak je los
van de schemer
tussen de brede lach
rust de weggedoken kop

als de tijd is weggesneden
is het hoofd zielloos