Dieren

Simply head, 2016, schets

2016_ simply head_k

Mens en idee

Toen ze daar gezamenlijk over de harde grond, zuchtend de harde
bobbels overslaand, zwijgend verder kropen dachten ze niet meer
aan gister. Gister had geen enkele zin. Hun gedachten haakten
voortaan in het nu, in de net voorbije seconde. Zo overleef je. Zo
heb je een kans.
Als je niet meer een persoon bent en een nummer bent geworden
is alles gelijk onzin. Vreemd genoeg brengt die dode gesteldheid
je verder.

Een bewaker zei eens dat spreeuwen niet kunnen overleven, want
spreeuwen kun je niet genezen. Overal staan schoteltjes met melk
of vies regenwater klaar, maar ze nemen niets, ze geloven niet in
de geneeskrachtige werking ervan en dus gaan ze dood.
Ook hebben deze spreeuwen nooit een naam. Niet nodig, dieren
weten hun naam of die van een ander niet. Mensen gebruiken namen,
dieren ruiken tot hun kop er wit van ziet.
Zo zaten ze daar dus na de kruippartij in een dove leegtoestand. Als
je alleen maar zit en zwijgt is er niets meer, alles is luchtledig.
Hoelang overleven deze spreeuwen deze kale zwijgstilte?

Hooguit in een automatische reactie zou misschien iemand zijn mond
openen om een anekdote te vertellen. Met een in de stilte hoorbare
klap zou de holle mond daarna weer sluiten. Een ander zou nog meer
misschien ook even zijn mond openen en wijzen met een gestrekte
vinger om daarna in berusting zijn hoofd weer op de borst te laten
vallen.
Morgen bloeien de metamorfosen stond op het hek bij de ingang.

Pauze

Fumatore, 2016, schets

2016_fumatore_k

Kantoor

Zijn hoofd lijkt nog het meest op een oud kantoorpand, waar
de minderheid present is, te klein om te kunnen regeren.
Per opbod worden zijn gedachten verkocht. Dat is ook werk.
De eerste opdracht die hij binnenkrijgt is het scheppen van
rustige grenzen, een hele klus! Hij moet veel mensen in gaan
huren om duurzame dingen uit te kunnen voeren.
Je voelt het al aankomen, veel conflicten verschijnen bij zoveel
onzekerheid. Er zijn al grote uithalen hoorbaar. Vaak voor het
gemak en de vorm seksistisch.
Vrouwen gaan elkaar tellen. Taken worden weggegrist, rokken
worden iets opgetrokken. Dit heet een meeting.
Dan komt een ingehuurd mannelijk persoon zonder geweten.
Hij delegeert als een opmaat gesneden pak, dat wel.
Hij oordeelt met goed verstopte oren. Er moet bloed gedronken
worden om de sfeer beter te maken.
Maar het wordt meer macaber door die aap.
Er vallen koppen. Niemand raapt ze op. Tijdens de afvalrace
kijkt men alleen naar elkaars schoenen, rookt een pauze sigaretje.

Rood

Soort leven, 2016, schets

2016_soort leven

Alles stroomt, niets blijft

Wie trouw wil zijn moet er een dubbel leven op na houden,
schreef hij ooit aan zijn vriend. Was dat zijn conservatieve
stuk? En wat is eigenlijk ontrouw?
Toen de vriend hem ooit eens had bekend dat hij wel eens
over andere vrouwen fantaseerde werd dat meteen als een
vorm van pornografie gehoord.
Elke werkelijk bestaande vrouw weet dat mannen dat doen
en omgekeerd, vrouwen vinden het normaal om over andere,
onbekende of bekende, mannen te dromen.
Als de vermeende vrouw uit droomstof bestaat, bestaat op
dat moment de fantasierijke persoon ook uit droomstof.
Beide personen komen elkaar ergens tegemoet.
Het grote verlangen en de liefde wordt ineens sterk verhevigd.
Zij bevinden zich ergens ver boven de boomgrens. Heel hemels.
Na een mislukt avontuur was hij weggedwaald zonder iemand
daarvan op de hoogte te stellen. Dat is pas ontrouw!
Later verklaarde hij: ik werd meegenomen door degenen die
mij als geen ander kennen, ik was hun instrument, hun eigen
gevangene.
Het was niets meer dan een limonadegevoel, zei de vriend.
Ergens kwam het rood op de kaken snel aanblozen.

Glorie

Blue night, 2016, computertekening

NGA 019

Laatste tocht

Zijn mond lijkt droog van het jeuken van verlangen dat zich niet
ontlaadt.
Het witgele gelaat staat strak, te strak voor zijn ouderdom.
Ik wil dat ik al je oude glorie van je ziel kan wassen, om het daarna
in een doosje te doen, maar ik weet dat ik te laat ben.
Je bent onomkeerbaar dood, ik moet je nu ongerept achter laten
om zelf verder te ontwaken.
Je kwam tot mij in alle glorie, van aangezicht tot aangezicht, al keek
je niet terug.
Je ligt daar vol lef roerloos stil  in je strakke, houten kist en laat
anderen ultiem, ontvangend toe.
Elke porie heeft geleefd. Alles liet tenslotte los. Een laatste gevecht
is  geweest.
Deze tocht der tochten is als een vlammend en universeel gedicht,
waarvan ik de woorden niet weet maar wel voel.
Er is nu bijna stilte.
We zijn weggegaan.

Wolfsmelk

Nachtmerrie, 2016, computertekening

x.2016_nachtmerrie_ct

Angst voor het niets

In een druilerige zomerkou probeer ik je stilte te doorgronden.
Je uitgestrektheid trekt me aan.
Men is bang voor je. Ze kleuren je zwart. Waarom? Wat heb je
gedaan dat mensen je willen zien als een hoopje verrotte bladeren?
Ik hoor bij jou juist het vertrouwde leven. In de diepe poel waar ik
als kind speelde hoorde ik ook al vogels roepen. Dat zal het zijn:
we leven waarschijnlijk beide in omgekeerde tijd!
Omgekeerd en bevroren voor anderen, niet door onszelf.
Boven op de ruige rotsen is het altijd eindeloos. Daar zie je alles
voor je hongerogen verschijnen. Wolken, beladen met de lelijkste
dromen, schieten voorbij. Je kunt zo opstappen, verder dromen.
Laat de anderen maar mooi de rotsblokken zoeken om rustig te
mijmeren, zij spoelen toch weg bij de eerste wolkbreuk, terwijl
wij leunend tegen het klokgelui met gemak de schemer in gaan
om een nieuwe nachtmerrie te pakken.
De gapende afgrond doet ons niet stilstaan. We springen er gewoon
overheen omdat we ons overgeven aan het gapende niets.
Als ik een plant naar ons zou noemen is het wolfsmelk.
Kruisbladig trompetteren we de wereld in, wachtend op een
hongerige snuitkever.

Vel

Verbond, 2016, computertekening

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Oeuvre

Meestal ben ik lief voor dingen die er niets aan kunnen doen.
Ik ben vrij in al mijn gedachten, ik kan denken wat ik wil. Als
ik op zoek ben naar een taal, een gebaar, vind ik het meestal
zodra ik ga lopen. Lopen is goed voor je hersens, ze gaan er
van stralen. Benen en hersens hebben een verbond.

Dit is geen dag om met stralende argwaan te beginnen, nee,
dit is een dag om wonderbaarlijke kinderen op te tillen, al zijn
die kinderen niet van vlees en bloed.
Het aantal kinderen heb ik nooit geteld maar neem maar aan
dat het er vele duizenden zijn, waarschijnlijk rond de twintig-
duizend na vijftig jaar zelfstandig werken.
Vele kinderen bestaan allang niet meer, zijn verkocht of vaak
weggeschilderd in de creatieve nacht.
De meeste werken hebben iets van vlugverkering. Je weet zeker
dat na een aantal jaren, maanden, nee uren, alles weer uit elkaar
zal vallen. Iets nieuws neemt het over, omdat ik zo vrij ben om te
vrijdenken.
Ik kan aanwijzingen zoeken en ook vinden, oplossingen voor grote
orkanen en cyclonen aandragen, omdat ik nooit wegren en andere
dingen zie.
Anderen, meelopers, zullen mij daarin volgen.
Klinkt goed.
Waar ik niemand ben, vlij ik mij tegen zonbeschenen gevels.
Ik ben op zoek naar de zachtste plek van mijn vel.