Jaloers

Bioscoop, 2016, schets

2016_b114_p62_bioscoop_schets

Ja mams

Ja mams, alles is goed met me.
Een nieuw leven, dat kan toch niet zo moeilijk zijn.
Zeker nu er geen twijfel meer is en de toevallige toekomst geloofd
wordt.
Vrijheid blijheid.
Niks verzwijgen.
Niet omkijken.
Gewoon zeggen waar het op staat en dat het best kan: dertig jaar, drie
kinderen en dan ontdekken dat je lesbisch bent.
(Ze ontdekte het in de bioscoop)
Ja mams, alles is goed met me.
Ik ben uitgegaan, wou mezelf niet beklagen.
Het is niet mijn fout, ik voel wat ik voel en hoef niets te verklaren.
Ik laat mijn ogen gewoon twinkelen in alle nieuwsgierigheid.
Mijn film is lang.
Ja mams, alles is nu heel goed met me. Dank je.
Nee, ik wil je niet jaloers maken.

Mooi huis

Doorbraak, 2016, boek 114, pagina 36

2016_doorbraak_b114_p36

Weerzien

Het land geurt, de meeuwen schreeuwen, de bomen ruisen en wij
hebben elkaar acht jaar niet gezien.
Zij is niet echt veranderd, al vindt ze zelf van wel. Haar mond trekt
nog even treurig als voorheen. Een familietrek, niets aan te doen.
Ik neem haar koffer aan en zeg: Blij je weer te zien!
Zij kijkt angstig om zich heen. Wat wil je? vraagt haar licht gebogen
hoofd. Ogen schieten heen en weer.
Ik leid haar naar buiten, naar de auto. Zij praat ondertussen veel en
over haar werk. Ik luister, let op de weg, kijk haar af en toe scheef
aan. Hoef niets te zeggen. Er zijn geen vragen.
Alles is heel zelfvullend.

Later,  in eigen huis steek ik een kaars aan. Buiten woont de avond.
We zijn een poosje stil gevallen, onopvallend, niet storend.
Zwijgen is de stilste vorm van spreken.
Ongetwijfeld denken we beide aan andere tijden.
Mooi huis heb je! – zegt ze ineens.
Ik weet eerst geen antwoord, maar daarop snel:
– Ja, het is geboren vanuit het wit!
Beide glimlachen we verbindend.

Scherp

Weggezicht, 2016, boek 114, pagina4

2016_weggezicht_b114_p4

Vrij hoofd

Een naamloze verteller had last van een stil oog en moest naar de
dokter. Die schreef hem lange kunstwandelingen voor.
Hij moest iedere keer net zo lang doorlopen tot hij de wandelaar
in hem onder de duim had gekregen.
Vol goede moed begon de verteller aan de opdracht.
Het enige wat hij onderweg zag was de buitenwereld. Het werkelijke
landschap was omlijst door een kleurloos stuk lucht. Alle twijfel zat
in een slordig aangebrachte blinde vlek.
Terwijl hij zo diep liep werd het hem duidelijk: je kunt een ander
nooit duidelijk maken wie je eigenlijk bent. Je blijft een vreemdeling,
die binnenvalt en zichzelf vrijwillig verminkt.
De verteller was nu eenmaal iemand die intens gesteld was op zijn
persoonlijke levenssfeer en het scheiden van de openbare ruimte.
Niemand kende hem zo echt als hijzelf.
Later, als negentigjarige, bedlegerig geworden, wist hij dat alle
wetenschap via zijn dakraam naar binnenkwam. Daarbij betastte hij
regelmatig zijn betrouwbare geheugen. Hij voelde zich een groot
genie in eigen huis en bed.
Er was veel kunst in huis. Dat houdt je scherp.

Klik klak

Ziek kind, 2016-2010, bewerkte foto

2016-2010_ziek kind_bf

Vals alarm

Als kind wist hij het al: er kwam eens een dag dat hij er bij neer
zou vallen! En dan was je dood en had je alles gehad. Dood is dood!
Die nare gedachte maakte hem als kind vaak ziek.
Maar nu was het nog lang niet zo ver.
Het leven zat nog vol kleine ergernissen, die als irritante mieren
over je huid kriebelden. Onophoudelijk jeukte die stroom!
Toch keerde hij zijn andere kant naar voren. Terug naar het mooie,
onbezorgde leven. Het scheelde niet veel of hij was zuiver van plezier
gebarsten door een te spontane lach. Hij kon zich nog net op tijd
inhouden.
Plotseling hoorde hij lichte voetstappen dichterbij komen. Het klonk
zo zacht dat hij even dacht dat het misschien niet waar was. Hij viel.
Overeind gekomen hield het geluid onmiddellijk op, maar toen hij
weer ging liggen klonk het opnieuw en helderder. Deze keer herkende
hij het geluid van de damesschoen, de klikklakhak uit zijn jeugd.
Aan die schoen zat een vrouw vast, die met een dwingende stem beval:
Draag me snel naar binnen………nu!!
Hij kon alleen maar weigeren omdat het fictie was.
Bang voor niets!
Die hele dag door bleef hij luisteren en boos zijn om het ingebeelde.

Packman

Territorium, 2016-2001, bewerkte foto

x.2016-2001_territorium_bf

Dwaalgast

Haar afstand breekt af wanneer de duisternis invalt.
Geen enkele verbinding sluit nog aan. Packman pakt!
Even raakt ze licht in paniek, de adem stokt, maar dan bedenkt
ze met evenveel gemak dat ze veel sneller is dan iedere man.
Zo kan ze overleven.
En jij, jij kan zelf niets anders doen dan oplossen in die duisternis
en jezelf dan weer terugvinden in een café om de hoek.
Daar komen alle imposante, rustige mannen alles wegdrinken, ze zijn
dwaalgeesten, herhaalgeesten van het late uur.

Zonet stond ze nog aan de rand van het bal, ons roze prinsesje.
Toen vlogen de nachtvlinders bij haar binnen, samen met de nevelige
nachtmist, die alles zo mooi voorgoed laat verdwijnen in het niets.
Het is al laat in de winter, misschien is het al twinkel voorjaar.
Ze kan zich nauwelijks beheersen in het nieuwe.
Ver weg van de dwaalgasten maakt ze zich op voor goedbedoelde
ontmoetingen. Haar waarheid komt snel dichterbij.

Anderen zeiden dat dit verhaal niet waar kon zijn.
Je kunt de proef op de som nemen door je diepste gedachten aan
jezelf te vertellen om ze daarna precies zo uit te voeren.
Dan zul je zien dat in iedere ruimte de anekdote klopt.

Ring

Ingres kalender, 2016, bewerkte foto

x.2016_ingres kalender_bf

Een mooie geschiedenis

Haar naam was Lan.
Ze vertelde dat ze haar naam best mooi vond. Bij het uitspreken
maakt je tong een lief klein bochtje en gaat dan weer terug naar
het begin, verklaarde ze.
Inderdaad, je zou zomaar een mooi liedje met haar naam kunnen
maken. Warm en verlaten. Iets als de blues. Iets droevig warms.
Zij hield erg van bloemen: bloemen zijn de mooiste littekens van
de natuur. Natuur troost, maakt alles dieper en begrijpelijker.
Omdat niemand dat liedje voor haar schreef begon ze als bijbaantje
zelf teksten te schrijven, kon er net van bestaan.
Toen ontdekte ze dat ze altijd iets donkers met zich meedroeg.
Zij kon niet zomaar schitteren in de zon.
Het maakte haar onzeker en kapot. Ze strafte zichzelf met: lelijke
mensen zoals ik, blijven niet lang op deze wereld, zij behoren niet
op deze mooie plaats, gaan vroeg dood.
Toen kwam ineens de liefde.
Je mag nooit meer bij me weggaan, zei hij.
Vind maar een manier om mij te bedwingen, antwoordde zij.
Bij deze gebeurd, zei hij en gaf haar de lelijkste ring van de aarde.
Deze zware ring moet je elke dag en nacht dragen, tot dat we
trouwen, dan mag je hem omruilen voor een mooie diamant.

En zo gebeurde het.
Dat kan alleen als je Lan heet.