Dictaat

Klets, 2000, boek 75, pagina 48

2000_b75_t48_klets

Het gesprek

Om de zoveel  tijd, laten we zeggen twee, drie keer per maand,
krijgt een jongeman bepaalde telefoontjes. Mogelijk zijn ze niet
voor hem bestemd,het zijn vreemde gesprekken. Hij wordt er soms
opgewonden, soms neerslachtig van. Raakt van slag.
De verschillende stemmen aan de andere kant van de lijn dringen
zijn stil leven binnen met voorstellingen waar hij geen enkel
affiniteit mee heeft.
Vaak wordt hij verzocht een moord te plegen op die en die, die daar
en daar woont. Dat geeft een ongemakkelijk gevoel.
Ook bieden dames zich aan die niet meer zijn dan een warm lijk.
Hij hoort alles gespannen en vol afschuw aan en zou er gegarandeerd
syfilis van krijgen als hij er op in zou gaan (als straf van zijn
fysieke medeplichtigheid).
Vreemd verhaal zal je zeggen, maar die provocaties gingen gewoon
door.
Soms moest hij naar een plein gaan om daar iemand te treffen.
Die kwam natuurlijk nooit opdraven, maar hij kon de telefonische
dictaatles niet de baas.
Nee zeggen was geen enkele optie.
Zo werd hij vanzelf een dolende grijsaard, die in eigen hallucinatie
geloofde.
Zijn herinneringen raakten ervan in de war.
De stem aan de andere kant van de lijn bleef etterig doorzingen.

Stof

Vanaf morgen is alles anders, 1997, tekening, 80 x 65 cm

1997_Vanaf morgen is alles anders_80x65_k

Dus

Stof is de roos van voorwerpen. Stof wandelt licht als het even waait.
Stof is volgens de geleerden (die het kunnen weten) doof.
Ik voeg eraan toe dat stof ook stom en achterlijk is en dat het zich
verdeelt. Dus kan je rustig zeggen dat stof overal is.
Die domme materie kan zich bovendien behoorlijk opstapelen als
hij/zij zin heeft. Dan noemt hij zichzelf laag. Waar je ook bent die
laag zal zich vertonen omdat de stof dat wil. Stof is sterk en hard-
nekkig, oneindig.
Op vrije dagen wil ik  nog wel eens een handje vol oppakken en
bestuderen. Het is een echte aanrader. Uiterlijk lijkt het niet veel
voor te stellen, maar bij nader bekijken zie je van alles en uiteindelijk
bespeur je je verre eindigheid.
Het prettige van stof is dat hij/zij geen onderscheid maakt, hij/zij is
voor alle mensen gelijk. Dat is toch wel bijzonder, waar kom je dat
nog tegen?
Dus wat mij betreft is stof eigenlijk toekomst. Bij stof eindigt de tijd.
Ik hoop niet dat ik je nu verdrietig maak, maar niets is gevrijwaard
van stof. Daarnaast en dat is ook niet erg hoopvol, las ik laatst dat
in sommige streken stof en God hetzelfde is. Zelfs de klank is eender.
Dat kan toch geen toeval zijn?

Anders

De foto, 2008, boek 99, pagina 55

2008_b99_p55_de foto_k

Het was gisteren

Het zij zo.
Het is nu eenmaal zo.
Het is nu te laat om alles terug te draaien of te veranderen.
Ik heb het eenzijdig gedaan, ik zal het niet ontkennen.
Het heeft zo moeten zijn.
Het is daarom waar.
Het verklaart de vergissing. Een angstaanjagend vuur brak los.
Ik heb me nog één keer goed kunnen verwarmen.
Het was geen slordigheid.
Het was een geestelijke verlichting.
Ik legde het voor altijd vast.
Het was niet zo dat ik mijn eigen tegenstander was, die dom deed.
Ik sta er helemaal compleet achter.
Het is goed geweest voor de statistieken.
Het voegde dingen samen.
Het gebeurde met de fosforhanden, zij ontbrandden witheet.
Ik stond er gelukkig naar te kijken.

Het was gisteren, niet vandaag.
Vandaag is alles anders.

Gave

De weg, 2015, computertekening

2015_de weg_ct

Het beste

Buiten het montuur van de tijd luidt de herinnering, die altijd op
zoek is naar storm. Pas op voor de heimweepolitie, die is dan erg
actief, zij willen al je vingerafdrukken verzamelen. Ze weten de weg.
Maar goed, als het laatste licht valt en we afscheid hebben genomen
van de boomtoppen, dan kunnen we heerlijk verder golven op het
kompas van het hart. We voelen ons in de nacht snel meer dan
jeugdig en varen graag op die hitsige heuvels mee.
Laat mij dan je blinde gids zijn, in de nacht heb je immers geen zicht
nodig. Ik kan de sterren laten schitteren in het nachttheater. Ik laat
de hemel in de vijver likken zonder dat je het merkt. En dan is het
voorwaarts! tot diep in de morgen. Je zult spreken in de kwaaktaal
van een kind en met grote passen ben je in één nacht over de top
van de hoogste berg. Het is een gave, ik haal het allerbeste in mensen
naar boven, mijn krassende torenkraaien doen de rest.
Kijk, nee kijk maar niet, ik loop nu recht op je af. Als leidsman van
alle wegen weet ik maar al te goed dat het boek der aarde nu open
ligt. Ik laat iedere sneeuwbui tot vonken omsmelten door mijn energie.
Je hoeft alleen maar toestemming te geven en alles wervelt oneindig
rond. Er is altijd een weg.

Zon

De dag, 2013, computertekening

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Kringloop

de tuin biedt
haar vochtige schoot aan
het is nog vroeg
maar daar komt
de hongerzon aan
zij bestormt het gras
stormen om te stillen
een rijke damp volgt
de zon bepaald altijd
zij is opperzon
volgegeten schijnt zij
stijgend, hoog, fel
dag zon

voortvluchtig
is de hete zon
het is al middag
maar daar vliegt
de witte dek-wolk
zij hapt de zon
hap hap donker
een rijke bui volgt
de wolk bepaald altijd
zij is lekkende lui
brakend plenst zij
de zon vrij
dag zon

zoveel zon
zoekt bleke maan
de avond valt
maar daar komt
de zware hemel
zij vervaagt licht
contouren stommen
pas als de maan
de zon wegschopt
is alles weer leuk
de tuin ontwaakt
en pakt de zon
dag maan

Wellicht

Figuur op linnen, 2014, computertekening

2014_figuur op linnen_ct

Indruk

Het eerste woord wat bij haar opkwam was wellicht.
Wellicht kwam ze hier voor de eerste keer ten volle in de ban van
de wondere kracht van het abstracte. Natuurlijk was het niet de
eerste keer dat ze een tekening zag of de wellustige verkrommingen
mocht aanschouwen. Wel was het de eerste keer dat ze overstuur
raakte van dit oververhit stuk kunst.
Gek genoeg bleef de aantrekkingskracht in takt toen ze iets verder
weg ging staan. Soms kent kunst kennelijk geen afstand en krijg
je het gevoel van: morgen zal misschien alles anders zijn!
En de kunstenaar/maker zelf?
Die keek even om zich heen en stortte zich geheel op weggegleden
onderwerpen. Snel gaf hij er een ongekende sensualiteit aan, met
veel, heel veel warmte. Deze periode noemde hij meestal inkom.
Daarna zag hij pas wat hij had gedaan in zijn tovergrot.
De betekenis werd achteraf gezocht en gevonden: een oer duister
fluwelen mantel toonde het voorspel van een orgel en klom langzaam
naar een verre horizon.
Dat moest genoeg zijn. Daarnaast nog een raadselachtige titel, dat
doet het altijd goed (it’s not bla bla bla, verkort tisntbla).

Zij dacht daar natuurlijk niet aan. Zo gaat dat nooit. Zij vermoedde
dat de kunstenaar gewoon even was weggedroomd en met zijn ogen
de oppervlakte van zijn studio aflikte.
Wat op zich eigenlijk ook weer waar was.
Ze had er wel degelijk iets van begrepen (wellicht).
Kunst liegt immers nooit.