Attractie

Blaaskaak, 2007, boek 96: Young Blood

2007_YB_96_blaaskaak_k

Toeteraar

Hij was een echte snoever, een protserige, grootsprakerige, opschep-
perige pochhans. Iets waar ik niets mee heb. Helemaal niets. Er is
al genoeg gebakken lucht rondom.
Kijk daar staat hij weer te toeteren en waar gaat het over?
Hij beweerde dat hij een attractie was. Attractie? Ja, hij was een
machine die in de ogen van mensen kon kijken. Hij had oren die
konden horen en spreken deed hij met de mond. Geweldige jongen
dus. Niemand wou geloven dat hij een machine was.
Het is ook moeilijk onderscheid te maken tussen geluid en beweging.
De menselijke waarnemingen schieten te kort. We geloven onszelf
dan krijg je een resonantie verhouding. Die vervlechting van alles en
nog wat is te veel voor het brein. We zoeken liever de eenvoudige
trilling of de getransformeerde beweging. Niet te veel opwinding.
Door zijn gespiegel en gebrul raakten diverse mensen in de war.
Tegen die rondrazende beweging, die enorme kracht waren ze niet
bestand. Te teer.
Ze raakten snel uitgeput. Hij niet. Hij ging door, anders zou hij on-
geloofwaardig worden. Het was nu eenmaal zijn manlijke manier
van voortbewegen.
Anderen, de niet tedere, vonden het overhaaste kamermuziek of
en rare manie. Dat vond hij een gevaarlijke gedachte, alle aspecten
van het zielenleven werden op die manier overprikkeld en dat was
alleen voor de machine weggelegd.
Een voorbeeld van egoïstisch moralisme kortom.

Eenzaamheid

Het lezen, 2008, boek 98: I Box

2008_Ibox_het_lezen_98k

Handelen

We leven in een rare tijd: ieder voor zich en apparatuur voor ons
allen. De verdrijving van het spook is geslaagd, men heeft het
kleed afgedaan en toen verdween het iets in niets.
En wat kregen we er voor terug? Verbitterde klachten over de
voortschrijdende individualisering. De conservatieve hoek klaagt
steen en been: er zou een onbeheersbaar moreel verval heersen.
We zouden door ons eigen ratenstructuur vallen. We zouden daar-
door allemaal eenzaam worden.
Eenzaamheid zit alleen maar in het hoofd, zou hij daarop zeggen.
Eenzaamheid is een massaverschijnsel geworden door te veel
materiële communicatie. Het onzinnig lezen is de vijand van het
echte kijken geworden. Wat dat betreft is de dierenwereld verder.
Die weten van nature wat echt en onecht is. Om meer mens te
worden moet je dus meer dier worden vond hij.
Vroeger dachten ze nog dat de televisie het gezin kon vervangen,
maar met de schimmen van de tv-artiesten is dat onmogelijk ge-
bleken, het was een leeg orkest.

Dit alles is natuurlijk taal van de grote duim, maar er zit wel wat in.
Er zijn mensen die de politie bellen omdat ze iemand in huis horen
lopen. Later blijkt dat ze eigenlijk snel bang zijn omdat ze niemand
hebben of kennen, geen familie, echtgenoot of vriend.
Mensen worden snel verlamd door te veel aan keuzen. Ze kunnen
zich niet meer ontspannen.
Hieraan moest ik denken door een uitspraak van een documentaire
filmer Frederick Wiseman, de vader van de Cinéma Vérité. Hij steld
vast: De interessantste dingen worden gezegd als de camera stopt.

Studie

Internet voyeur, 2010, boek 100: Lange schaduw

2010_b100lange schaduw-28-1_internet voyeur_k

Ogentroost

de eerste uren worden de late
niet laatste
zijn geduld reikt verder
in de vroege ochtend is hij jonger
voetstappen vooruit
sluiproutes herkennen de stad
hij zwerft door een reusachtig gebouw
doodlopende straten vallen samen
wensen worden vervuld
hij geniet loepzuiver

de eerste uren worden de late
niet laatste
zijn gulzigheid
kent geen grenzen
de kakofonie van woord en beeld
kakelen voorwaarts
bevlekken zijn netvlies
hopelijk sleept de nacht
boven zijn macht
hij vangt het ongeziene

alles is studie

Schuld

Pick Your King, 1981-2014, bewerkte foto

1981_2014_pick your king_bf

Schuld

Stel je voor dat je in een sprookje opgroeit. Van hoe er iemand
was die het belangrijkste was. Iemand die voor je zorgde en jouw
schulden op zich nam. Je zou eeuwig geluk hebben en je geen
enkele zorg maken over je laatste toekomst.
Stel je voor dat je dat zou doen, dan was je gelovig. Je zou er niet
op kunnen komen dat het een leugen was, dat sprookje. Je zou
daarvoor beslist gestraft worden. Die iemand was niet gek. Het
geloof houdt niet van neezeggers. De hoofdman wijst alleen af, je
moet hem volgen.
Hij had er last van, het symbolische denken was bij hem binnen
geslopen en wilde niet meer weg. Bij elke uitspraak op het nee-
gebied kreeg hij buikpijn. Hij zat daardoor vol lichte gemoeds-
onrust.
Dus schoof hij Het Boek netjes terug in de kast. Voorzichtig, rustig,
om de woorden niet wakker te maken. Hij maakte zichzelf wijs dat
het maar iets tijdelijks was. Niet definitief. Hij moest niet afwijzen,
afwijzen is erkennen dat je niet van goede wil bent en afwijzen is
zwak.
Men zegt dat gelovigen, die van hun geloof vallen dat ze er altijd
veel moeite mee hebben. Men blijft er nog lang mee bezig. Het is
net zoiets als een alcoholist die zegt van de drank af te zijn, maar
zich bij de AA toch terecht een alcoholist blijft noemen. Je blijft
ergens altijd trillen.
Dat doet de aangeprate, diep geëtste schuld.

Rust

Yoy, Me, Bed, Now, 2013, computertekening

2013_You_Me_Bed_Now_ct

Soort bestaan

Ze was geen zakenvrouw van het harde kaliber.
Ze was juist degen die op het kantoor een menselijke sfeer wilde
creëren, daarom droeg ze steeds zorg voor elke vorm van gezellig-
heid. Het moest vooral knus zijn.
Bovenal was ze charmant, ze droeg beeldige mantelpakjes. Het
maakte haar sterker, maar ook vroeg oud.
Ooit, toen iemand haar vroeg wat doe je had ze kordaat geantwoord
dat ze een groter kader gaf aan het bestaan. Daarna was het even
stil geweest, het gewone bestaan is vaak te saai voor dit soort uit-
spraken. Liever leest men een roddelblad, dan kan je op je eigen
manier even deelnemen aan een ander leven met rijkdom, macht
en succes. Mooie foto’s weinig tekst, genoeg voor een sprookjes-
wereld.
Maar toen zei men gevat terug dat ze dat mooi had gezegd met
haar mooie buitenkant. Dat had ze niet leuk gevonden, maar liet
het niet merken. Het uiterlijk, groot genoeg, deed er niet toe. Het
ging erom wat je te melden had, niet hoe glad je huid was of hoe
recht je tanden in je mond stonden. Je verborgen dimensie mocht
best wat meer genieten. Zo zou het moeten zijn, vond ze.
Gelukkig trok ze bij dit alles haar vriendelijkste gezicht.
De rust was weer gekeerd. Levens werden onderhuids overdacht.
Eenmaal onderweg naar huis, na haar kantoordag, wilde ze in de
gedachten van peinzende reizigers kruipen. Ze probeerde geruis-
loos plaats te nemen. Voerde onzin gesprekken en nam in gedach-
ten een man mee naar huis. Ze wilde van achteren over zijn
schouder kijken en dan fluisterend zeggen: You, me, bed, now.
Haar ogen werden even vochtig.

Wanorde

Rosa, 2014, computertekening

2014_Rosa L_ct

Misschien

Midden in de nacht had Rosa haar grensbewaking uitgezet, ze begon
te zingen. Niet gelijk voluit, maar in hevigheid toenemend. Spoedig
zouden al het glaswerk in huis wel gaan springen. Het ontspande
haar. Haar stembandeloosheid was verbijsterend. Er was veel liefde.
Dit was geen druppel van vreugde, dit was een emmer vol!
Ze besloot nog uit te gaan ondanks het late uur. Uitgaan met jezelf
met je zwikkende hakken doet alle heimwee vergeten.
Flonkerend in de avondomgeving vulde haar vreemde lichaam een
ander vreemd lichaam met een een niet te stelpen normaliteit. Dat
krijg je als je uitgaat met jezelf.
Misschien was het gewoon een droom. Rosa lag op haar rug en toen
gebeurde dit in de verte. Haar bungelende benen op een steiger wer-
den steeds langer, ze kon er niets aan doen. Aan de andere kant van
het water werd het vermoedelijk gezien. Iemand van ons zag het
met een onbekende snelheid, tot hij zich omdraaide en te pletter viel
in het water. De golven rolden naar Rosa uit. Dit wil niet zeggen dat
het water meekwam en dat er geen overkant meer was.
Ook dat was misschien maar een droom.
Droom is meestal wanorde.