Geschenkjes

Schaduwkus, 2012, schets

2012_schaduwkus_k

Bagage

Alles blijft, niets gaat verloren, denk je.
Het wordt hooguit een geheim. Je beschermend masker maakt je
vrij. Het onheil rond je huis krijgt geen kans. Je noteert en regi-
streert zo mogelijk alle geluiden onderweg. Soms lijkt het dat je
bagage steelt van het alledaagse. Dat mag.
Dan kniel je ineens uit dankbaarheid. Je zit daar gewoon, tranen
stromen over je wangen. Tranen staan tussen je woorden en ge-
dachten, zij banen een weg. Vaak verschijnen daarna verborgen
boodschappen. Je hoofd raakt vol. Vol massieve keien en die
keien zitten op hun beurt weer vol reusachtige steenblokken.
Je voelt je zware hoofd neerknakken.
Dan wordt het tijd om je hart open te breken. In een tijdlus
van tien seconden verandert je leven. Je weet weer wat goed
voor je is. Je wacht wellicht een goed gesprek af. Je kan weer
verstrooid denken. Je gezondheid is niet meer een verloren
voorwerp. Je skelet is sterk, geheel van edelmetaal.
Kortom: je leven is meer dan een trillend moment.
Je laat geschenkjes achter.

Wankel

Kamermeisje, 2013, boek 112, pagina 11

2013_b112_p11_kamermeisje_k

Stem, tegenstem

natuurlijk,
ik wacht af,
ze is de moeite waard

haar rok,
korter dan mogelijk,
verward wellicht lichtelijk

tussendoor
kwam aangewaaid
laat zich groeten

vragen
zijn slimmer
dan uitspraken

vraag dan
ik ben leerling
zonder beperking

de vinger
streelt, duwt
knietjes knikken

het wankelmeisje
dooft de droom
ze was er op gekleed

Reis

Romance in Holland, 1995, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Kunsthoofd

Iemand schreef dat kunst het verborgene zichtbaar maakt.
Het getekend of geschilderd beeld laat een snaar trillen, lift in het
hoofd mee.
Dan zou ik zeggen, gelukkig maar, iets wat vreemder is dan af
verdient een gouden spijker aan een blanke muur. Bij kunst gaat
het om de reis, niet de bestemming. Lastig is het hoofd van de
kunstenaar, er zitten zwanenhalzen, jonge meisjes en technische
snufjes in. Die vervagen het beeld.
Maar als een werk lukt en naar buiten treedt, als het atelier op
locatie gaat, als het museum het moment isoleert, dan bestaan
de dingen zoals de kunstenaar bestaat als de theepot na de thee.
Kunst is een soort beheersing van de tijd, geen spel.
Kunst is een kleedje wat je af en toe uit moet schudden.
Ook: iedere kunstenaar die vroeg sterft wordt behoed voor verval
en herhaling.
Ik bedoel maar: een werk is het mooist als het op weg naar af is.

Schimmel

Badschuim, 2014, computertekening

2014_badschuim_ct

Ochtendlicht

Lage lusten zijn lastig te controleren, wist hij.
Misschien zou hij, als hij meer zijn best deed en hoger inzette,
meer beschaving en meer distantie aantreffen. Hij voelde wel
aan dat het geen eenvoudige klus zou zijn. Hij moest nog veel
goed maken en nog meer leren. Dus begon hij maar met zichzelf
schoon te wassen. Het was een goed begin.

Twee weken gingen moeiteloos voorbij. Nou ja, echt moeiteloos
was het niet, hij kon zich moeilijk in toom houden. Hij bleef een
losgeslagen veulen. De nieuwe houding wilde griezelen, werd
tenslotte schim. Hij begon naar schimmelkaas te ruiken, zei dat
dat voor zijn bestwil heel goed was.
Uiteindelijk viel hij weer in al het oude terug. Niemand kan in
wezen diep veranderen. Een nukkig kind blijft een nukkig kind.
We blijven ik-verlaafd.
Toen wist hij dat hij een natuurtalent was – natuurlijk was hij dat!
Als hij middelmatig was geweest was alles heus wel anders verlopen.
Hij hoefde dus zijn lelijke kant niet te ontlopen. Hierdoor werden
zijn kansen vergroot tot mooie, onvoorspelbare momenten. Hij
werd tenslotte museaal.

Verplaatsing

Silent way, 201, bewerkte foto

2014_silent way_bf

Opnieuw

Een oude emotie verplaatst zich van de ene naar de andere kant.
Het heeft een bedoeling. Het onderwerp moet van verleden naar
heden vloeien.
Dat gaat natuurlijk niet zomaar.
Vaak blijft op het lange, stoffige oevers liggen. Je kan de bijbehorende
stompzinnige zuchten horen, als je daar open voor staat.
Maar als het lukt, die verplaatsing, is er groot feest. Alle vensters
gaan weer open. Er is nieuw licht en men heeft geen slapeloze
nachten meer. Boze dromen blijven achter. Ook de akelige fluitwind
is er samen met de krakkraktak snel vandoor gegaan.
De nu ontstane rust is een grote rust. Daar houdt de emotie wel
van. Zij weet hoe het bed warm moet blijven en luistert nooit naar
anderen. Er is geen plaats meer voor de verveelde oogopslag.
Alle stomme woorden glijden langs de oever het water in.
Dit is niet het einde, dit is een begin.

Hond

Blauwbaard, 2014, computertekening

2014_Blauwbaard_ct

Razende hand

met ogen als opaal
bekijkt hij de wereld
hoe alles van steen is
als je geliefde is gestorven
verhardt het graniet
het niet te pakken gat
tikt tegen het raam
brandt het papier
laat stof spiralen
alles om hem heen is dood,
moet dood, door ontrouw
de razende hand
pakt de kloppende keel
gevaar snijdt vol spetters
ondenkbaar dat het bloed
niet om tegenbloed vraagt
het volgen wordt nooit moe

onschadelijk schokkend lichaam
nabruisende duivelse woede
stenigen de donkere nacht
zijn ademstoot is pijnlijk
hij is een vuile hond
had hond moeten zijn

Werk

Schildersangst, 1991, A4 tekening

1991_schildersangst_k

Creatief

Als ik aan het werk ben, ben ik een drafhond. Een soort Schotse
collie. Ik draaf om de woorden heen als om schapen, om ze een
bepaalde richting in te krijgen. Woorden moet je bewaken, anders
vliegen ze alle kanten op. Woorden willen rennen.
Ik ben dus een beste schaaphond. De woorden gehoorzamen mij.
Alles blijft zo helder, al is de grondtoon vaak wat weemoedig. Ik
zit met mijn neus op de grond, maar kan ook hoog springen en
zien als een helikopter. Het is een gave, je kan er niets aan doen.

Nog erger: het geldt niet alleen voor de woorden, ook als ik iets
op papier of doek verbeeld ben ik ook die schaaphond. Pas als
ik van binnen een groot JA hoor, geen mwwja, pers ik het raadsel
eruit. Na een begin kijk ik hoever ik kom, houd daarbij mijn neus
op de grond. De rest gaat vanzelf, af en toe even wat snoeien en
vooral flink aanrommelen. Ik ben altijd benieuwd wat ik, als een
soort tuinman, kan opkweken.
Nieuwsgierigheid is mijn grootste drijfveer. Nieuwsgierigheid heeft
geen stekker, dus ook geen storing.
Papier en verf kennen ook geen storing.
Mensen wel.

Groene waas

Stille tuinman, 2012, schets

2012_stille man_k

Puur

Het is een explosie. De schetsen spuiten er echt uit. Ze zijn ook
meteen allemaal in één keer klaar. Ik hoefde er niets meer aan
te doen. Daardoor heb ik het gevoel dat het uit een heel zuiver
vaatje komt.
Waar komt het eerste idee vandaan?
Dat is moeilijk te zeggen, vaak is het gewoon toeval. Mijn ervaring
is dat ik veel onthoud wat ik zie en hoor. Soms komt het er na vele
jaren ineens uit. Waarschijnlijk omdat ik het dan pas herken, weet
wat er onder zit. Bovendien heb ik een volstrekt vertrouwen in mijn
kunnen. Dat is nogal prettig, ik kan altijd terugvallen op mijn losse
eindjes. Mijn controle over de materie is door de jaren heen steeds
toegenomen. Zo kan ik rustig puur blijven.
Anderen noemen mij wel eens een stille tuinman. Zij horen mijn
stem niet, komen van een andere wereld. Hun volumeknop kent
maar één stand: hard, maximaal. Te hard dus, te veel kukeleku.
Je moet ook kunnen fluisteren of sputteren. Lyriek uit het volle hart
moet kunnen stromen. Een flinke beeldkracht spreekt zich altijd uit.

Ik kom over als een positief ingesteld mens (alsof het een ziekte is).
Nou en?
Als iemand het leven bezingt, betekent dat niet dat hij nooit somber
of kwaad is. Diep van binnen blijf ik wel van binnen altijd fluiten, dat
gaat vanzelf. Ik keer de boel de rug toe en wandel vrolijk verder,
bedek alles met een groene waas.

Duo

Pillow Talk, 2010. A4 tekening

2010_pillowtalk_k

Twee is één

’s avonds zegt ze me,
vandaag bekeken,
koffiedik gelezen,
dat iemand,
een uitpuil iemand,
mij achterna zit

dat wil zeggen
ze vertelt het me
een bril man
ziet mij, wil mij
opgehaalde neuzen
weren alles af

zien zonder bril,
half blindstaren,
bedenkingen gladgestreken,
de zinsbegoocheling
vermindert zienderogen
ik ben alweer jij

Beet

Hand, hoofd, 2009, computertekening

2012_hand_hoofd_ct

Zachtjes

De kamer is als een zachte zee, zij kabbelt rustig voort. Er is rust.
Het bed heeft een soort kwallenrug. Jij staat daar vlezig.
Mijn nagels drijven zich in je algenhemel.
Ik verwarm ons.
Ik metsel mijn armen in je.
Jij zei dat je een wrak met een roestige buik was, maar daar merk
ik niets van, geen beschimmeld ijzervlees, geen dode vissenogen.
Je leeft wel degelijk! We zijn geen ingeslapen lijken, we weten wat
liefde is en doen wat stervelingen moeten doen. We ritselen elkaar.
Onze halzen worden roder.
De zon druppelt uit onze  ogen.
De op elkaar geklemde tanden laten lieve, zachte beetjes achter.
Ik zeg dat je uitgekleed water bent. Je glimlacht, weldra kronkelt
ons pad. De levende slaap wil nog lang niet komen.
We zijn zo zingend, horen de zee fluiten in het donzig tapijt.
Deze dag heeft een pauwenstaart.