Nu

i met kind, boek 109, pagina 15

2013_b109_p15_i met kind_k

Egovriend

Ik weet nu waar mijn huis en tafel dit jaar staat, dat was een jaar
geleden anders.
En dat is maar goed ook, zo blijft het leven vol verrassing zitten en
kraait de haan niet naar zijn doos vol treurnis.
Liever laat ik de wakkere knuppel waaien in het hoenderhok.
Het dak en de muren stromen vanzelf een keertje weg om ergens
anders weer met veel beringde handen iets nieuws op te bouwen.
Soms wordt ik in mijn oude ik opgeblazen wakker uit een droom van
de laatste zware loodsen. Ik tril dan nog een kwartiertje na en dan
weet ik niets meer van die dromen, dan doe ik.
Ik herinner mij de liefde, de getekende gevechten, de eenzaamheid.
Het is verleden, sissende bloemen gingen groeien. Op mijn bevel
reed ik verder. Ik jaag naar nieuwe letters voor mijn verhaal. Doop
me in vrije muziek. Overal stroomt mijn oog. Laat nu de lavendel,
mijn lievelingsbloem, maar geuren!
Ik zal de kracht van water en aarde zo goed mogelijk doorstaan.
Voor aangeschoten wieken is nu geen plaats.
Luister: ik heb honger!
Hier gaat gaat het tenslotte om: eten om niet gegeten worden.

Van vroeger

Wat?, 1965, gouache uit studententijd Academie Minerva Groningen

1965_wat...k

Hemelduw (uit een ver verleden)

Zoals een hert door zijn schutkleur het hout kan rekken, zoals een
havik de lucht vervangen, zo zag ik een grijze wolk zich verplaatsen
in een engel. Een sluwe schaduw blies het in die vorm.
Als dat geen poëzie is, dan moet ik aandachtig en spoedig  met de
dichter spreken. Dan eet die dichter tijdelijk zijn eigen vlees.
Waarschijnlijk spreekt het weerloze kind in mij. Zijn getekende
kreten verlaten mij niet stil. Het zijn meer roffels van revolvers.
Het maakt mij achteraf mild, het kind verweekt je geest.
Spotvrij zitten we stil op de rand van het bed en vergelijken de
wil met de wens. Altijd een leuk spelletje. Doe daar de wellust en
de helderheid bij, plus het licht van de menselijke stilte en je
hebt zo een volledig leven te pakken.
Maar goed, een hemelduw, zelfs al is die grauw en grijs, is altijd
iets moois om te zien. Het is alsof wijsheid en schijn even samen-
smelten.
Eenmaal, meegaand, boven gekomen zien we hoe de vrede de
kudde voort graast. Zie je wel, de wereld is goed.

Gal

Zaterdagmeisje, 2006, tekening, 50 x 65 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Donker type

gal verpest
de schoonheid van een meisje
blijkbaar woordeloos geboren
je hoort niets

maar ik zie die zwarte klont
donkere ijle stemmen
vermoeden zwanenzang
engelen trekken

gal verraadt
haar zang en drang
blijkbaar geluidloos
je hoort niets

gal vergeelt
de huid, bijna wit
op de hemelrand
trekken engelen

het is stil
je hoort niets

dat kan

Kanttekening

De dag, 2013, computertekening

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Zij(n) kant

Hij maakt ruimte voor kanttekeningen. Meestal op vrijdag dan is het
weekend wat ruimer.
Mag ik even – zegt hij dan tegen zichzelf en doet al.
Wat fijn dat je zo mooi orakelt – zegt zijn tweede ik.
Hij kan inderdaad goed, onthutsend goed, de cultuur generaliseren.
Dat gaat van heb ik jou daar. Alles moet op de kop en anders in zijn
visie.
Hij besluit alleen maar stralende dingen te doen. De zon en de maan
hebben het al voorspeld. Het kunstje hoeft alleen nog maar worden
uitgevoerd. Gewoon doen dus.
Vrijdagse woorden worden werkelijk. Het is een feest. Een avontuur.
Ga maar, ga maar – zweeft hij verder voort.
Val hem niet halsstarrig lastig met papieren salon-retorica.
Hij negeert overigens alle strijkorkesten op de achtergrond. Nee, dan
heeft hij liever een juichende iris.
Zijn wereld cirkelt constant en wij bewoners vinden en beleven dat.
Op zijn aanwijzing dan.
Waarvoor onze eeuwige dank Grote Wijsman!

Gezeur

Blumenstilleben, 2013, computertekening

2006-207.tif

Zanikbloem

zure zeurbloem
geel van azijnpis
donker daglicht
koud van blik
grote natuurhaters
zien de zon nooit schijnen
in hun doodsstrijd
trekken ze elkaar
pijnlijk aan broosblaadjes
piep piep au au
en dan
stil

zure zeurbloem
veel verdriet
en stinkstank
iedere nacht
verbleekt je kale kleur
het is precies zoals ik dacht
je hebt veel van
veel genomen
vooral van links en rechts
piep piep au au
en dan
niets
helemaal niets.

Weinig

Nachtman, 2014, computertekening

2014_Nachtman_ctk

Houvast van een nachtmens

In het begin was er weinig werkelijkheid, weinig houvast.
Het leek steeds minder en minder te worden. Mooi gezegd was het
geel de verte aan het opvreten en het verre blauw verorberde de
echo.
Dan mag je er weer zijn om alles wijs te praten. Alle natte gifsporen
moeten uitgewist worden, anders zal de verbeelding verdwijnen.
Zulke uitgebleekte gedachten kan je tegen het vallen van de avond
hebben. Dat mag dan, de lichtdag is voorbij, de maangladde tuinen
zullen spoedig verschijnen. Het is een begin en eind tegelijk.
De zon treedt uit zijn licht, sneuvelt in het zwart. Het donker is mijn
zon en mijn uil, dan word ik pas echt. Tenminste dan komt mijn ik
dichtbij en voel ik me blij. Ik ben werkelijk blij met iedere nacht.
De nacht is onverdraaglijk mooi en tegen alle regels van de kleuren
in. iedere schim wordt in mijn beleving goed uitgelicht.
Ik spreek als een man, zing als een manlijk mens. Mijn ritme en rust
ontwaken en varen over alle meander-rivieren. Waar anderen dood
gaan in de nacht kom ik tot leven. Mijn blinkende, donkere woud
wortelt woest verder als mijn handen open gaan.
Pas als de frisse morgen het nieuwe licht kust ga ik slapen, dan pas
zijn mijn lekkende vlammen gelest