Achterzon

2 Hurkende i’s, 2013, boek 112, pagina 13

2013_b112_p13_2 hurkende i-s_k

Aanbidding

De mensen kwamen uit de achterzon. Het roerloze midden was
net gepasseerd. Na de dampende damhekken kwam het vreemde
dorp tevoorschijn. Uit het niets. Nu nog de lucht van een oud aard-
appelveld en je zou zomaar gelukkig kunnen worden.
Ga zitten.
We waren allemaal te laat natuurlijk, wij kennen geen haast.
Hij was blij ons te zien. De zon leek ervan te gaan stralen. Soms
ben je te laat als je iets net gehoord hebt of je neemt iets te laat
afscheid van het vorige. Te laat hoeft niet altijd iets treurigs te zijn,
soms blijf je door je uitstel juist langer in leven.
Ga uitzitten.
Daar zaten zij dan, twee aan twee. Met de gloed van de aardgeest
vertoonden zij hun eigen schaduw. Even leek het of hun adem zong.
Zij bevrijdden zich van de luchtmens. Het was ontoelaatbaar mooi.
Met hun bevende gebeenten speelden ze met de hoogste lichtbron.
Hier was niets meer tegen alle regels in. Hier was alleen harmonie.
Hier schuifelde de grijns van de vijand voorbij. Er was niet eens
ruimte voor zijn schim.
Hier was de ruimte zo diep als de wieg en het graf.
Ga niet liggen.

Tijd

Tussengebied, 2009, tekening, A4

2009_tussengebied_A4k

Tijdslijn

Als een onfortuinlijke dwaas ligt hij op de grond. Geen idee hoe het
is gekomen. Bladerende eiken ruisen zijn oren. Zijn hart slaat veel te
luid. De grond is hard. Hij voelt zich verlaten.
Het eenzaamste van alles is het onverwachte.
Het verschrikt een mens tot iets groots.
Rotsvaste, verankerde armslagen stellen niets meer voor.
Gezichten krijgen grote eksterogen of lichten op door wel duizend
glimwormen. De nacht schijnt die dag extra licht.
Voorzichtig probeert hij overeind te krabbelen. Valt daarbij vaak
terug in een soort diergedaante. Zijn vingertoppen branden. Een
geheim heeft hem gepakt. Hij voelt zich verraden.
Vreemde dingen gaan door zijn hoofd. Hij wil de maan melk geven,
ontbloot zijn borst. Ver door de nog warme lucht ademt de angst en
wanhoop. Een half besef maakt een mens ongelooflijk boos. Niemand
wil hem geloven, alleen zijn dierbaar geluk blijft staan. Men ziet raar.
Hij probeert te praten maar de woorden vallen als vliegen onder de
lamp. Is hij nu een bangerd geworden?  Is deze verrekte show een
begin of een einde? Onwillekeurige spieren nemen het over, trekken
hem spontaan eruit.
Hij zegt dat hij dol is op zijn moeder, maar bedoelt zijn vrouw.
Niemand zegt wat, totdat het gat in de levenswil wordt ontdekt.
Nu is het nieuwe tijd altijd tijd.

Telefoon

Rood hoofd, 2011, tekening, A4

2011_rood hoofd_A4k

Over het rood

Peter belt Paula op.
Zij antwoord niet.
Wel is er een band opgenomen die zegt: Dit is 4527517, als je na
de piep een boodschap achterlaat, word je zo spoedig mogelijk
teruggebeld. Hij herkent de stem niet.
Peter spreekt in. Hij smeekt om vergeving en een teken van haar.
Een teken van begrip, goedkeuring. Een tweede piep dwingt hem
te stoppen terwijl hij nog lang niet alles heeft kunnen zeggen.
Hij wordt kwaad, loopt rood aan. Hij probeert het nogmaals. Nu
lukt er helemaal niets, de band is kennelijk volledig vol.
Daarna krijgt hij spontaan koorts. Zijn lip springt open, hij proeft
bloed. Hij is bij nader inzien ongelooflijk boos op Paula. Wat denkt
ze wel.
Hij wenst haar een langdurige, zeer onaangename pleuris.
Drie dagen daarna belt hij haar toch weer.
Zij antwoord niet.
Hij hoort wel een andere stem aan de andere kant, een mannenstem.
Vreemd, ongelooflijk vreemd. Zie je nou wel! De heks!
Dan gaat de telefoon op een onverwacht moment.
Hij neemt op en een vreemde onstoffelijk stem zegt:
Dit is 4527517…
als je na de boodschap…..
Het is zo eng dat hij snel de telefoon in de houder terug doet. Hij
wil het niet weten.
Die onwerkelijke smekende stem krijgt hij de hele dag niet uit zijn
hoofd..

BimBam

Stamboom, 2013, bewerkte foto

2013_stamboom_bf

Plaatsbepalend

In het algemeen zijn mensen goed van aardgeest. Ze vertonen
zonder mopperen hun zonnige schaduwen en zingen het liefst
volkomen naakt.
Af en toe verwondert men zich over eigen afkomst.
Na een lange stilte lieten je minnende verre voorouders elkaar
weer los, het zaadje was geplant. Tussen al het zwart van die tijd
horen hun zilveren oren veel nagereisd geritsel. Het meisje schikt
haar veertjes weer en glimlacht. De jongen slaapt al.

Toch was die daad van ooit plaatsbepalend. Een zonderlinge actie
is gauw gemaakt. Als ik mijn grote adem op laat staan zie ik in
mijn verbeelding dat mijn ouders hun wapens in het gras hadden
neergelegd. De wapens gingen geuren als het gras, net zo als hun
lichamen daarna geurig bitter en zoet werden.
Ze lagen daar luchtig in het luchtige. Hun krullen krulden samen.
Hun wangen werden rood. Hun wereld werd even één. Een nazomer
doet soms een kreupele vogel opvliegen.
Zo moet ik ongeveer ontstaan zijn die zomerse dag.
En later zong ik wild onder de wolken. Mijn voorhoofd was vol en
moest geleegd worden. Men keek verwondert en schudde het hoofd.
Nog later liet ik de tafel duizelig dansen. Zandverstuivingen vlogen
heen en weer. Men waarschuwde mij vergeefs en ik spartelde ge-
wiekst weg langs een wankele wenteltrap. Verderop lag immers de
open wereld. Mijn wereld.
Buiten het zicht raapte ik mijn vrienden op. We waren vaak in de
dolle dauw van de vreugde. Alleen de zon en de maan waren getuige.
Veel later na een web vol ragfijne ellende weet ik waarom ik naam-
loos ben gebleven: ik was te bloemrijk, had te veel bimbam kennis

Raad

Doodskleed Raveel, 2013, bewerkte foto

2013_doodskleed raveel_bf

Nawalm (na de dood van Roger Raveel)

Hoe de dingen gaan is nu bekend, maar hoe ze moeten is heel iets
anders. Eerst zal er nog veel van het oude kapot moeten, voordat
het andere, het nieuwe zich aandient.
Nodig mij daarom uit als de verandering aanvangt.
Ik zal er zijn en je niet teleurstellen.
Maar noem het geen kinderspel. Dit hakken is de ambacht van een
grote koning. Wat uit mijn mond komt volgt het diepste van mijn
gedachten. Aan korte liphangers heb je niks. Echt niet.
Ga dus op zoek naar tongen en lippen en banden om nieuwe zinnen
te stichten. Het zal je rijkdom geven. Je zult sappig eigen kleurige
vruchten kunnen zuigen. Je zult genieten zonder het zweet op je
voorhoofd weg te hoeven wissen.
Benoem je nieuwe woorden. Er zijn er veel.
Koester ze en denk aan je hand die al werkt.
Werkende handen snuiten alles wat donker walmt.
Weet daarbij dat niets uit zichzelf zal gaan.
Verkoop je spierkracht niet, wees er zuinig op.
Pak de aangeschoven stoel, ga zitten en doe nonchalant.
De zon zal de vlam aan de voorkant van iets nieuws laten branden.
En jij zult je er opnieuw aan warmen.
Ja ja, je bent al goed, Alter Ego.

Spel

Honolulu hoek, 2013, bewerkte foto

2013_honolulu hoek_bfc.kt2010_honolulu hawaii_d

Honolulu glorie

Als zij op haar handen gaat staan slingert ze haar benen naar de
maan. Een jas of shirt schoffelt haar hoofd, zoals een hovenier met
een groot hart dat zou doen. Uit de broekzak vallen enige munten.
Niemand raapt ze op.

De op de kop wereld laat oude werkelijkheid vervagen en brengt
nieuwe vruchten. Het eens droevige bloed kookt nu van onbekende
opwinding.
Deze dagdroom zoekt de wolk in een teek en smaakt zeker naar
meer. In haar ontwakende ogen bestaat geen tijd, terwijl jouw aan-
blik het aandenken constant nadert.
Nog even dan springen gevaarlijke vissen uit haar bloes en dan ga
je snel naar de bliksem. Je raakt buiten het zintuiglijke.
Wanneer de wanheer komt weet je niet precies, maar kijk uit: op
dat moment kruipen de muizen uit het oor van de rat en dan kan
je het wel schudden. Ze vreten je op! Je gaat er eraan!
Geniet van dit ondersteboven gezicht, stop het in een doosje en
ga het schuin houden om lief te hebben.
Rondom staan ook de kinderen als schuim op de hoge melk. Zij
hebben allen bloemen in de mond. De zon huilt van vreugde en
laat zijn regenboog zien.
Na dit buitenkansje kan je altijd nog gaan bellenblazen.
Niets hoeft. Er is een engel op mijn raam verschenen.