pompompom

Stukje oeuvre, 2013, bewerkte foto

2013_2005_stukje oeuvre_bf

Rollende werkelijkheid

Zie, zij hebben een karretje op wielen gekneed. Het werk mag zich
voortaan voortrollen tussen de duizend knappe tongen en dito lui-
sterende oren. De papillen zullen geen honger meer hebben.
Vrienden en vriendinnen, nu is het feest! De levende lucht viert
vrijheid en laat het verleden rustig uitlekken. Dit karretje rijdt van
pompompom en is niet om te lachen. Het is een eerlijk karretje, de
tijd rolt rustig mee.
Meer woorden, meer armen, ik zal je verwarmen – schijnt het werk
te zeggen wordt gefluisterd. Kijk, zij is de nicht van Vincent, roept
een kind die de aardappeleters kent. Zij huilt, zegt een dichter, er
is een schitterende wimperring rond de ogen…
Zo praat en gaat men.
Het was en is een mooie tentoonstelling, dat is zeker.
En van ver af kun je het nog beter zien.

Over kunst

Het vertrek, 2013, bewerkte foto

Unemployed Man

Wie is wie?

Een weg loopt niet. Jij loopt de weg.
Niemand ziet mij, behalve een hond misschien.
Dan komt de wegloper thuis en krijgt zijn vragen.
Ben je trots op je werken?
Je zegt dat je alleen een beetje verbaasd bent, dat je het allemaal
hebt mogen realiseren. Maar jij was het wel die dat deed zonder er
mee bezig te zijn. Het is een lange weg, die nu ook kort lijkt te zijn.
Zijn kunstenaars onderling vrienden?
Kunstenaars zijn daar niet mee bezig, zij maken kunst.
Vrienden zijn grote schilders, maar voelen ouderwets aan. (lacht)
Ze weten ook dat ik er zo over denk en ik vind het ook leuk hen
te choqueren. Ze willen voor hun inspiratie niet meer putten bij
mensen die beïnvloed zijn door onze cultuur, want dat geeft oorlog.
Liever komen ze van kinderen en geesteszieken lenen, omdat die
nog zuiver zijn en niet beïnvloed door onze cultuur.
Dat heet inspiratie. Heel fris en vernieuwend in de kunst.
Therapie?
In zekere zin, het is maar net hoe je het bekijkt of wil bekijken.
Eigenlijk zou ik onder ieder werk moeten zetten: ik heb dit voor
u mogelijk gemaakt. Dan zou het pas af zijn.
Uiteindelijk heb je dan alles bereikt en dan?
Ach, oh, dat is niet altijd zo. Je begint met iets en het schilderij
zegt je om dat anders te doen. Je doet een actie en dan word je
verplicht dat erbij te voegen en dat erbij te doen en zo gaat dat
verder. Dat is de praktische taal. En als zo’n werk lukt, dan zeg je:
“Heel goed gedaan!” (lacht).
Ben je een gelukkige man?
Ja, ik ben gelukkig dat ik dat allemaal heb kunnen realiseren.
Maar ik ben ook wel een verbaasd man dat ik dat allemaal héb
gerealiseerd. Als ik verbaasd blijf dan is het goed. Ik geloof in
een sterke geest.
Is er muziek als je werkt?
Altijd!
Laten we daarom in stilte eindigen.

Ontbinding

Zwijgend warhoofd, 2013, schets

2013_zwijgend warhoofd_schets_k

Reiziger

Hij ontwaakt in een tot nu toe onbekend licht, is een glimp van
een beeld waar hij niet meer op hoopte. Wolken van jeugd, wol-
ken van God verdwijnen zomaar als je even niet oplet.
Even wil hij nog met zijn handen boven het hoofd roepen: zie
mij wolken…maar de mediterrane melodieën in zijn hoofd verhin-
deren het. Snel en toch weer rustig is hij kalm.
Hij is een reiziger in eigen hoofd. Hij kent zichzelf, tenminste dat
beweert hij. Waarom ontbindt hij dan bij leven?
Kijk, de maan rijst gevuld met geel maanbloed. De nacht is mooi.
De nacht is altijd mooi. Op zijn rug neemt hij muziek voor je mee.
Hij maakt dat vaak mee. Is dan gelukkig, misschien zelfs even on-
sterfelijk. Schoonheid is een antwoord op zijn verlangen.
Gaandeweg glijdt de nacht weg en is de band om zijn hoofd aange-
spannen. Een vuist balt. Geen enkel ding heeft nog zin, de wereld
heeft te veel aan licht. Hij voelt zich als een vampier bij daglicht,
broos.
Als de zon het hemellicht rijkelijk laat vloeien druppelen de stemmen
van de vogels. Zijn hoofd gaat er van zwemmen. Zijn hoofd is zijn
hoofd niet meer. Plichtsgetrouw en stil veroordeelt hij zichzelf. De
storm in de lucht is ook al op zijn gezicht.
Mag het wat stiller?
Mag het nog stiller?
Hij reist in inwendige deuntjes. Het lijkt een kinderachtig spel, maar
dat is het juist niet. Pas als het kind in je sterft ben je dood.

Werk

Waterman in Italië, 2013. schets

2013_waterman_schets_k

De tijd

Het is begrijpelijk dat de kunstenaar teruggrijpt op vroegere lente-
bloesems. Je zou het kunnen omschrijven als de terugkeer van het
leven. De natuur heeft daar ook een sterk handje van.
De binnenwereld projecteert steeds een nieuwe taal. Hij zet het om,
blijft steeds dicht bij zichzelf. Bekwaam geschilderde doeken lijken
ver weg op dit moment. Andere gelaagdheid speelt nu de hoofdrol.
Beperkte puristen zien dat als een verlies, zij proeven geen verdie-
ping, zijn nieuwe taal wordt niet verstaan.
Hij heeft een nieuwe taal moeten vinden om zijn ideeën te uiten.
Die taal lijkt op het eerste gezicht kleiner, niet oppervlakkiger. Het
werk is nog steeds raadselachtig en vol dubbele bodems.
De kunstenaar heeft altijd een broertje dood gehad aan critici en
zogenaamde kunstkenners. Kunstzinnige interpretaties van zijn
werk doen hem niets. Allemaal onzin en aanstellerij. Binnen zijn
vermogen maakt hij kunst, punt uit.
Beter zou het zijn hem de kans te geven zijn werk te ontwikkelen
en tentoon te stellen. Alhoewel, ik vrees dat het de kunstenaar
waarschijnlijk niets uit maakt. Voor hem is van belang dat de asso-
ciatiestromen in werking zijn en dat de muze geamuseerd over zijn
schouder meekijkt.
In zijn hoofd zingt opnieuw een heldere vrouwenstem.
Hij is weg van de werkelijke plek.
Hij is in zijn geliefde Italië.
De handen gaan uit de zakken.
Het werk groeit.

Krakkrak

Vaarwel, 2013, schets

2013_vaarwel_schets_k

Afscheid

Een oude emotie verplaatste zich van de ene naar de andere kant.
Het heeft een bedoeling: het onderwerp moet van het verleden
naar het heden vloeien. Pas dan is weer evenwicht.
Dat gaat natuurlijk niet zomaar. De oevers, altijd lang en stoffig,
denken diep en lang na voor zij loslaten. Als je goed oplet hoor
je de gelaten, diepe zuchten.
Maar als alles gelukt en geslaagd is is het feest.
Alle vensters gaan weer open. Er is nieuw licht en men heeft geen
slapeloze nachten meer. De nieuwe emotie lokt en negeert de ake-
lig fluitende wind. De oude krakkrak takken maken mooie muziek.
Er is een grote rust aan de andere oever. De emotie houdt daar op
zijn tijd wel van. Hij weet hoe hij het bed warm moet houden en
luistert totaal niet naar de bezorgde anderen.
Ook de verveelde oogopslag is totaal verdwenen.
Alle stomme woorden spreken in boekdelen.
De emotie krijgt energie van het vaarwel.

Lippendienst

De vrouw is van elastiek, 2013, computertekening

2013_de vrouw is van elastiek_ct

Het leven in beweging

Een hoog heelal is vast een verkreukelde toestand.
Tussen alle kleumende wolken is weinig ruimte en overal staat de
huid van nieuwkomers op een kier. De engelen hebben geen tijd
voor herschikking van wolkpartijen. Zijn moeten liplezen en gaan
kiezen.
Liplezers zijn de beesten onder de doven. Zelf op de geur vinden
zij nog alles in de mond. Hoe gevoelig kun je zijn?
Nu is het zo dat de meeste vrienden wel beter weten. Die gooien
gewoon alle remmen los en slaan daarbij flink op hun geborduur-
de daar heeft de verklikkerkist uit de hemel geen antwoord op.
Wie goed doet goed ontmoet is hun spreuk. Daarvan springen de
sproeten spontaan rond mijn toet. Ik kruip door mijn eigen bruis
en val nog meer af dan het afgelopen jaar. Prima!
Het echte festival is dus gewoon op aarde. Daar blazen alle boeren
hun eigen boerse blues. Dat is echt het mooiste recht voor de raap
repertoire. Daar vind je alle lenige dames, die hun kunstjes voor je
tonen.
Dit alles is de neerslag van mijn elastieken herinneringen.
Je zou het ook artistiek gekwaak kunnen noemen.
Het leven is geen verhaal, maar een grote omhaal.
Half afgepakt doe je best. Je sluit je mond meestal gepast, zodat
de verdwaalde liplezer werkeloos achter blijft.
Tenslotte zal het wit sluiten, maar dat duurt nog lang.

Volgelopen nacht

Maannacht, 2013, bewerkte foto

2013_maannacht_bf

De gele klok tikt aan de hemel

Je zou van de nacht kunnen zeggen dat het zwaar beduimeld licht
is. Alleen een waterig, beek maantje steekt misschien nog wat af.
De taal waar je in die tijd doorheen moet waden is, vergis je niet,
zuivere mensentaal.
Dichters dichten de nacht vol. Een maan wordt vuil ei en krijgt de
schuld van alles wat in de weg loopt. Toch treft deze dichter geen
blaam, hij heeft ons bedorven materiaal weer rechtgezet, bijgesteld.
Zijn gezuiverde mond heeft gezegd hoe het er met ons voorstaat.
Dus luister goed naar die geest.
Misschien is de nacht ook wel een schaduw in een ondoordringbaar
woud. Als je voldoende tijd neemt is er veel te bedenken. Overal,
ook bij honger, is er voedsel over.
Over het gezicht van de nacht dacht ik wel eens dat geel bebloed
was. Of dat de maan een hemelklok was, die de sterren wegtikte.
Dat zou zomaar kunnen, al moet je daarbij oppassen voor de och-
tend van het oog.
De donkere dochter van de nacht laat zijn sporen na. Haar lippen
vernielen de lucht als ze lacht. En jij mag daarna alles weer dansend
opfleuren. Het morgenland zal je blij begroeten met zijn ingeblikt
licht. Groot geluk verdraagt veel licht en laat onze vrijheden spelen.

Ander mens

Romantic man, 2013, computertekening

2013_romantic man_ct

Kort briefje

Vandaag wil ik je zoete mondje zijn.
Vandaag en helemaal.
Weet je dat ik je…
Ja, dat weet je wel. Ik hoef niets meer te zeggen.
Of alleen dat ik een ander mens ben geworden na je telefoontje.
Meteen!
Hoe kan het toch dat iets wat voor een ander misschien weinig
betekent voor mij alles is? Het komt natuurlijk doordat ik niet
méér heb, het is alles wat ik heb. Je blijdschap door de telefoon
deed me zweven. En nu weer.
Ik proef ons geluk.
Vandaag schrijf ik maar heel weinig, het doet nu te zeer.
Ik schrijf alleen om te zeggen dat mijn mond nog steeds zoet is,
misschien wel omdat ik het zo wil. Het moet zo blijven tot ik je
weer zie. Dan ga ik al je zoets opeten en jij mag steeds zeggen
dat je niet tevreden bent.
We zullen buiten onze positieven zijn. Help!

X.

Veel ogen

Shoulder the fault, 1997, 80 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Blikken van ooit

Zo zag ik, met de geur van groentesoep nog in de neusgaten, een
man met veel gezichten. Al zijn ogen keken langs mij. Iedere ver-
schijning bleek in zich zelf gekeerd te zijn. Het waren nachtmannen
en die doen alleen maar iets als er een vrouw in de buurt is en ik
was een man.
Ergens bekroop mij het nare gevoel dat ik deze man al kende uit
een andere tijd. Hoewel hij mij dus onbekend bleef zou ik van hem
kunnen houden. Ik voelde me dan ook wat beschaamd omdat ik
niets deed. Zelfs niet een koele begroeting, alleen maar wat kijken.
Ik troostte me met de gedachte dat hij ook niets deed en als we
misschien en ooit eens terug zouden komen kenden we elkaar al.
We zouden elkaar herkennen aan de stille, twijfelachtige hoop.
We zouden stil staan in een onbekende baai en niet doelloos zijn.
Dan was de avond Indianred, ieder moment zou deelbaar zijn en
ontdaan van elke seconde.
Zo zou dat dan zijn.
Hij zou daar zijn.
Ik zou daar zijn.
Jij zou er van horen.
We zouden zwijgend doorlopen.

Voetwassing

Some night, 2001, 80 x 40 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Minstens twee gezichten

Ons oog is steeds bewogen door een ander levend oog. Het licht,
het opgetogen licht, leidt ons omhoog, ver boven ons zelf uit.
En dan in die hoogste verte zie je, met een beetje goede wil, de
aarde als herboren. Wie weet ook nog een behouden huis.
Als de maan het toelaat kun je in de nacht naar alle uithoeken
gaan, je bent immers een waanzinnige, kosmische aap.
Hou daarbij je gedachten goed vast, die willen nog wel eens op de
loop gaan. Pas vooral op voor vrouwen die plotseling naakt gaan
staan. Zij zeggen raak mij aan, ik wil bestaan. Voordat je het weet
sta je brandend in een onbestemd schimmenrijk, waar de zwaarste
beulen zelfs voor wegvluchten. Pas op!
Wacht liever in de schatkamer van de blinden. In de overgrote
nacht is daar veel te beleven.
Het begint met een ontspannende voetwassing met het overtollige
melk van wereldse minnen. Daarna eet je samen met alle anderen
van het zonovergoten, goudgele honingbrood. Er is altijd genoeg in
deze nooit lege schatkamer.
Al het koudvuur is in een verre hoek begraven, hier is alleen maar
verheugde warmte. Verschrikte vergetelheid en foute vrede zijn
voor altijd zedig weggeveegd. Hier is nergens meer iets te vinden.
Tegen dit hedendaags taai bindweefsel is geen kruid gewassen. Men
zegt dat de schaduwen hier minstens twee gezichten hebben.
Nadat je al deze zottigheid kauwend hebt bekeken en gegeten weet
je dat je voortaan niet meer onmondig in de wereld zal staan.
Het liedje van nee-nee-nee is totaal leeggelopen.
De jaloerse almacht zal zich ontevreden voelen.
Niets van aantrekken.

Met een verschrikkelijke vrijheid zullen wij het leven breken en
de laatste beelden en tekenen aan stukken slaan.
Eerst moet een ander levend oog zich bewegen. Daarna worden
alle neuzen snel geteld en ligt het perspectief vol puin.