Voorjaar

Glow in the dark, 1998, acryl, 30 x 40 cm

1998_the latest glow_k

Nieuw licht

Na de eerste week van februari is er altijd nieuw licht, je krijgt
overal weer zin in, het oude hoofd blijft achter, we gaan vooruit.
De winter gaat dood, laat krampachtig zijn laatste vlokken vallen.
Witte netten worden nog één keer met zout bestrooid. De zon
treedt veel en langer in het open licht. Veel sneeuw sneuvelt, de
aarde roept en bot uit. Klinkende lippen van de lente kussen bijna.
Handen gaan open, slaan niet langer een kruis.
Als het zachte spel van de voorjaarsregen bloesems doet open
barsten, dan kan het feest pas echt beginnen. De fluistergeboorte
laat al zijn fris bleekgroen zien. De natuur lijkt er verliefd op te
zijn. Ergens hoor je de mieren piepen, maar het kunnen ook mui-
zen zijn. Zeker geen wormen, die maken geen geluid, zij kronkelen
slechts hun saaie modderweg.
Het weinige van het werkelijke gaat steeds meer worden. Het verre
blauw nadert tot bijna dichtbij. Nog even en dan komt de duisternis
tot volle stilstand. De leegte zal glimlachend lieve woordjes gaan
spreken. Men mag weer zichzelf zijn en niets verhullen.
Had de lente maar een eeuwig leven. Voor altijd mooi.

Aarding

Dirty dog, 2013, schets

2013_dirty dog_schets_k

Kruiper

In onbezonnen termen als ‘meesterwerk’ wil ik niet spreken.
Het is waar dat zo’n tekening lekker wegkijkt ondanks zijn gevoel-
de complexiteit. Veelbelovend is hier een betere term. Kennelijk
wilde maker iets oproepen wat er normaal gesproken niet of nooit
doorbloeide. Zijn we ineens getuige van een pikante gebeurtenis?
Is de kunstenaar nog wel goed bij zinnen? Haalt hij zichzelf even
door de mangel misschien? Is dit Das Lied von der Erde?

We zullen het niet weten, we kunnen alleen maar kijken raden.
Sommige ideeën bewandelen een ander pad, simpelweg omdat al
het andere zo uitgekauwd en achterhaald leek. Een frisse draai
kan nooit geen kwaad.
Toch is dit werk niet rommelig in elkaar geflanst. Het is hooguit
volgepropt met onaffe ideeën of gedachtestromen. Er wordt veel
geopperd in schijntijd.
Als de kijker bewust zichzelf afremt, voelt hij de structuur kenne-
lijk. Zijn interne logica, onder andere bijeengehouden door talrij-
ke analogieën tussen de fantasie en de hedendaagse wereld, valt
waaierig weg. Het oog ziet alleen wat het oog wil.
Anderen zeggen boze dingen over de kunstenaar. Hij zou ergens
schizofreen en gewelddadig zijn. Zijn zachte stem en zijn pesterig
staccato van zijn alter ego plagen hem voortdurend.
In werkelijkheid is niets van dat alles waar. De maker geeft alleen
inzicht in de grotere werking van het spektakel dat theater aarde
heet.
En die obscene gebaren dan die de kruipende, naakte man maakt?
Ook daar laat de kunstenaar zich niet over uit.
Je mag het helemaal zelf invullen.

Hij en zij

Madonna, 2013, schets

2013_madonna_schets_k

Botsing

Er bestaat een verschil tussen de geroepen vrouw en de wereld.
De moeder kan niet alleen luisteren naar haar muze om haar eigen
werk te doen. Ze heeft meer kennis nodig en om daar aan te gera-
ken heeft zij een man nodig. Dat zie je in alle literatuur, kunst ge-
schiedenis. Op de vraag waarom een hij nodig is is altijd het eerste
antwoord omdat Hij het weet. Je kunt er de bijbel op naslaan.
Is dit een jeugdige, bizarre theorie?
Ik vrees voor veel mannen niet. Zij vinden dat vrouwen dankbaar
moeten zijn voor de doorgegeven kennis.
Het kennisverlangen is nogal groot en bijzonder, blijkbaar. Mannen
weten! Pas met een man en het samenleven komt de wereld tot
stand. Dat is niet in het nadeel voor de vrouw. Kijk, huwelijk en
gezin horen bij de wakkere wereld, maar ook bij de vrouw, zij vor-
men een verbinding tussen geroepene en wereld, zijn daarom on-
misbaar.
Het moederschap komt dus voort uit een theoretische houding, die
ergens aan de staart dichterlijk is.
En dan?
Dan botst het gezin. Niet alleen met het gezinsstadje, maar met
de hele buitenwereld. De wereld van schijn en competitie. Het le-
lijke neemt toe, wordt monsterlijk. Geschiedenissen gaan zich
moedwillig herhalen. Voor opvattingen en wensen is geen ruimte
meer. Alles is rumoer. Voor de ijverige bewoners van het gezin is
alles onmogelijk gemaakt. Tekortschietingen nemen het over.
In de grijpzang van het gezin is er maar één uitweg: je moet jezelf
los gaan zingen! Anders heb je levenslang en sterf je met het
plaatsvervangend schaamrood nog lang op de kaken.
En dan?
Dan gaat het leven samen verder met de roeping.

Je zult begrijpen dat dit wartaal is. Neem het niet serieus.
Niet doen. Het is zoals een verwarde, moeizame droom: niets.

Blijvend

Dode Raveel, 2013, bewerkte foto

2013_dode raveel_bf

Voor altijd blijvende herinnering

Hoe gaan we ons Roger Raveel blijven herinneren?

Als de man uit Machelen aan de Leie, die de schilderkunst in Vlaan-
deren opnieuw uitvond. Een aandachtige kijker op de dingen in zijn
naaste omgeving. Hij toetste het aan de leegte van de wijde hemel.
Het samenvoegen van de lokale werkelijkheid met een eigen mys-
tieke abstractie, maakt hem tamelijk uniek.
Hij liet een nieuwe visie licht zien.

Wat is zijn meest opvallende kunstwerk en hangt het in de galerij
van een verzamelaar?

Raveel was een bijzonder productief man, die vijf decennia lang
onafgebroken schilderde en ook installaties maakte waarin hij soms
letterlijk fragmenten van de werkelijkheid binnenbracht.
Een fantastisch voorbeeld van dat laatste is zijn ‘Karretje om de
hemel te vervoeren’, waarmee hij ook letterlijk de straat op ging.
Nu doet hij dat in alle waarschijnlijkheid in het echt.
De kunstenaar werkte vooral voor zichzelf en de eeuwigheid, zo
dat de Vlaamse overheid, toen ze hem eenmaal een eigen museum
wilde schenken, van hem ook de belangrijkste werken voor dat
museum kreeg. Een vrijgevige man dus.

Waaraan kan het oog een ‘echte Raveel’ herkennen?

In zijn stijl zitten elementen van de internationale pop art, van het
nouveau realisme en het minimalisme, aangepast aan de Leiestreek,
zijn streek. In zijn grote zintuiglijkheid en mystieke gevoel zit na-
tuurlijk ook de hele erfenis van de Vlaamse Primitieven. De duif, het
witte vierkant, de man die kijkt (naar de muur, de straat, de daken,
de kat, de muze/vrouw, de spiegels).
Een werk zonder de eenvoud en de frisheid van deze elementen is
geen Raveel.
Hij was een echte vriend van zichzelf.
Zeer bescheiden en mild voor anderen. Mooie man.

Liefde

Lovers, 2013, computertekening

2013_lovers_ct_k

Overgave

De menselijke liefde is als een kunstwerk dat zich zuchtend gewon-
nen geeft. Door herhaling en variatie vormen fragmenten een nieuw
verband. Hoe wonderlijk mag het zijn!
Het verlangen naar bewegen en verdwijnen met een ander is net
zo oud als de wereld. Tot het landschap tintelend uit de ooghoeken
verdwijnt is alles nieuw. In echte liefde zit ontspanning, overgave.
Het vloeibaar worden is mooi, lekker, opwindend. Soms ook grappig,
maar dan moet je elkaar al wat langer kennen. De naar binnen ge-
slagen aandacht maakt de geest ruim. Speelse gevoeligheid, plezier
in eigengereidheid is een aangename sensatie. Door de snelle op-
eenvolging van draaiingen kun je verdwijnen in een samen-niets.
De taal erbij laat alles zweven. Ongeduld valt af. Verboden blikken
bestaan niet. Het meezingen door het grote verlangen lijkt einde-
loos te zijn. De aanraking verstoort niets.
Even lijkt het alsof je niet bestaat. De tijd staat stil bij het bestem-
pelen van elkaar.
Levenservaring is van nature traag gelukkig.

Soms

Blue and green, 2008. computertekening

2008_blue_and_green_ct

Een soort diagonaal

Ongekende schoonheid zie je niet, die is er.
Soms als je je ogen, je oren en je hart opent ervaar je iets in
die richting. Soms.
Als vrije kunstenaar verwerk je een vluchtige wereld, je doet je
slag in de rondte. Je zoekt naar de ziel der dingen met een groot
oog voor het terloopse toeval. Dan pas bereik je heel eventjes de
kortst mogelijke troost. Je drijfveer loopt met de bestemming mee.
Het is een patroon van wendbaarheid bestaande uit een groot
aantal meanders. En dan, als de schets van gedachten zich hecht
aan zijn drager, dan bestaat het vastgelegde moment tot de ver-
nietiging.

Bovenstaande schreef ik in een prelude voor het boek Tekentapijt,
wat ik in 2005 (i.v.m. een gekregen stipendium) samenstelde.
Op een vel of doek kan alles gebeuren, zou ik nu schrijven. Als je
voorbij het lege midden bent ben je al een heel eind. Zoek dan de
diagonaal op en de helft is al geschiedenis geworden.
Wat ook mooi is dat na de herinnering altijd de tijd van nu komt.
Nadat je je gedachten hebt gekorfd, doet je losse pols de rest.
Je bent even tijdelijk elders. En daar is het zo mooi, dat je er wel
voor altijd wilt blijven.

Ontvouwing

Winterzon, 2013, schets

2013_winterzon_schets_k

Lege dag

Er zijn van die winterse dagen dat je niet weet dat je leeft. Zelfs
de natuur is bewegingsloos, lijkt stil te staan. Je geest is bevroren
en volmaakt gesloten, geen enkele vinger wil nog iets.
Op dat moment is het mooi te bedenken dat de poëzie lippen van
bloed heeft die van mijn mond naar jouw mond leven. Zij spreken
van wat niet spreken mag. Het liefst in schuin gezette letters.
In de winter weet je het weer zeker: de minnaar blijft bij zijn meis-
je, hij houdt haar warm. Zelfs in de ijle leegte. Bukkend van geluk
omhelst hij het verse vers en prijst de pijn die hij daarbij voelt.
Vol spitse woorden kan een mens veelzijdig zingen. Ook als sneeuw
wil spelbreken door de sneeuw weg te sneeuwen. Verduisterd be-
waakt het verse wit een zeldzame lente en glimlacht alvast.
Hebzucht hoort niet bij winter, wel lege spiegels in lege ruimten.
In het licht van het menselijke niets is alles schotvrij stil. Pas veel-
zijdig later komt in alle helderheid de wellust schateren. Onze ogen
zullen dan gaan uitpuilen. Onze huid zal worden bevrucht met de
koude rillingen van de voorbije winter.
Op dat moment is goed mogelijk dat het brein een boek ontvouwt.

Dit was zomaar een idee op een lege winterdag.
Je hoeft er niets mee te doen.

Tevredenheid

Raveel aan de hemelpoort, 2013, schets

2013_R.hemelpoort_schets_k

Tevreden man

Zelden heb ik zo’n tevreden man gezien als Roger Raveel, al zal
hij dat woord zelf nooit in zijn zachte mond hebben genomen.
Hij wilde graag 107 jaar worden, een mythisch getal om de echte
ouderdom te verbergen.
Ik schrok van zijn overlijden, hij was nog maar 91 en pas hertrouwd.
Vorig jaar had zijn nieuwe vrouw nog een mooi kanariegeel pak aan-
getrokken, kwam zo uit één van zijn schilderijen wandelen. Pas toen
Roger zei dat het rode ingenaaide vierkant bloed en vuur was werd
ze bleek. Ze zag ineens het einde der tijden.
Wat is nu het bijzondere aan het werk van deze kunstenaar?
Ik denk de niet aflatende simpelheid, eerlijkheid. Geen moeilijk gedoe
of ver van mijn bed show. Werklust. Het is wat het is.

Eén van zijn leraren, de kunstenaar Hubert Malfait, was razend en-
thousiast over Raveels eerste tekeningen. Die stelden de wereld voor
in een essentiële verschijningsvorm. Ze waren een soort van gesche-
matiseerde weergave van de werkelijkheid, waarbij alle overbodige
details achterwege werden gelaten.
En zo hoort het!
Ik zag zijn werk voor het eerst in de zestiger jaren en was meteen
verkocht. Het sprak me meer dan gewoon aan, zonder in de war te
raken.
Vanaf 1962 probeerde hij meer werkelijkheid in zijn kunst te betrek-
ken. Soms zelfs op vrij letterlijke wijze, door bijvoorbeeld spiegels of
andere dagelijkse objecten op het canvas te monteren. Daarmee gaf
hij ook mee de aanzet voor de kunststroming die ‘de Nieuwe Visie’
genoemd werd.
Nieuwe Visie of Nieuwe Figuratie is een term die ik ook nog steeds
gebruik als ik mijn werk moet omschrijven. Soms twijfel ik of het
woordje nieuwe niet ouderwets is en moet worden vervangen door
andere. Dat zou tijdlozer zijn. Alhoewel, tijdloos wat is dat?

Overigens verdiende Raveel niet enkel als schilder zijn sporen, maar
ook als graficus. Hij maakte ook, net als Picasso, talrijke keramieken.
Naar mijn smaak is zijn hand het mooist bij zijn tekeningen.
De hand is een verlengstuk van het hart. Een hand heeft geen hersens.
Er ligt een bijna ondraaglijke spanning in zijn werk, het drukt de com-
plexiteit van het leven uit. Daardoor of daarom spreekt iedereen met
veel bewondering, respect, over hem.
Het geeft mij ergens ook troost.
Hij leeft voort in zijn kunstwerken en dat is meer dan genoeg voor
een bescheiden kunstenaar.

Vreemd

Wonderbaarlijk niets, 2013, schets

2013_wonderbaarlijk niets_schets_k

De mens hoopt

Nu kruipt, nu komt, nu gaat en keert de mens, kunnen dieren
denken. Nu springt het donker in het bos, nu keert het licht weer
terug. Nu moet ik oppassen.
Alleen dieren denken in volkomen nu. Dat telt alleen. Heel mooi.
Heel anders doen dichters, die leven voornamelijk in de schaduw
van iets. Zij lopen altijd achter en denken voor te zijn is mijn er-
varing. Zij leven in herinnering, zelfs onmogelijke, toekomstige.
Zij dansen als een verschrikte kikker in het weerlicht van de blik-
sem, zonder ooit getroffen te zijn.
Kijk, als het aan de  gesmokkelde sterren lag, was de wereld heel
anders. Dan liepen alle dieren rechtop om de mensen in hun
poten te wiegen, dan was er geen honger. Bittere beten werden
niet meer uitgedeeld. Ook planten konden niet meer netelen.
Alles zou lust zijn zonder het te weten of te benoemen. Het zoe-
te zweet zou niet meer stinken. Bomen zouden niet meer bomen
heten maar werden bruggen voor vogels.
Maar ja, de bazige mens doet anders met zijn ogen vol achterdocht
en drukt met volle kracht zijn voeten in de aarde, die zijn aarde is.
De beesten knielen onder zijn boze bed tot bloedens toe.
Alleen de droom biedt uitkomst en bolt het hemd en de rok.
Vreemd om lid te zijn van zo’n kudde.
Heel vreemd.

Dennis H.

Projectie, 2013, bewerkte foto

1998_projectie_bed.adem_bf

De ruimte

Het verschrikkelijke was dat helemaal niemand kwam. Hoe zondig
kan een ruimte zijn? Misschien had de geschiedenis de zaal ooit al
uitgewoond en lag er een vieze vloek op de vloer.
Is dit wel vermeldenswaard?
Ik vind van wel. Ik ben een liefhebber, op mijn manier, van verni-
sages met een speciaal karakter. Kleine bombarie is altijd leuk!
Hier had de kunstenaar de bedorven adem van Dennis Hopper wil-
len tonen.
Het leek hem een leuk idee, hij had er nog veel werk aan gehad.
En nu was er niemand, men deed kennelijk aan de sneuste sport.
Jammer dan, zijn tastbaar geheugen was hierdoor niet versneden.
Hij hield zijn gloeiend goud goed in het oog. Als men zijn vruchten
niet lustte dan at hij alles zelf wel op. Het ging tenslotte om de groei.
De galeriehouder wou nog wat mensen gaan bellen, maar dat had
hij gelijk afgewimpeld. Deze historische maaltijd hoefde geen groot
onthaal of aalmoes.
Kortom, hij brak de tentoonstelling terstond af, het wachtwoord
was gebroken. De kieskauwende kijkers bleven maar mooi in hun
eigen hersenschim. De eigenaar van de ruimte keek treurig, zag de
dollars wegvloeien, de hapjes en drankjes werden snel opgeruimd.
Later:
Weer thuis voelde hij zich moe maar voldaan. Zijn vruchtgebruik
lag her en der, schoon en altijd eetbaar. Hij liet zijn gedachten de
vrije loop en kwam tot de conclusie dat hij voortaan over zijn eigen
adem zou spreken. Zijn gammele en geestige materie zou iedereen
opnieuw verbazen, men zou er zeker snedig van gaan stotteren.
Na een kleine vrolijke huppel, er was alle ruimte, schonk hij nog
eens in.