Nieuwe start

Open deur, 2012, schets

2012_open deur_schets_kk

De deur

Ik bemin het nieuwe. Vooral die met de wilde haren.
Het oude heeft zijn onderdak gevonden, ik laat het los.
Er bestaat niets mooier dan eten van dat nieuwe; het vliegt nog
onschuldig zijn weg. Dag en nacht.
Als je in de deuropening staat zie je het leven als een dichter met
liefde. Iedere twijfel wordt weer een luxe, een gewoonte om je
blind te staren.
Twijfel niet bij het nieuwe, het zijn gedachten zonder lippen, zo
zacht als pas gevallen, fluwelen sneeuw. Harde gedachten krijgen
de zweep, die spieren van angst werpen verwonde schaduwen waar
je niets aan hebt.
In het nieuwe gaan dichte deuren open, zijn de handen van het
gouden hart. Vol licht. Handen zijn so wie so lachende bronnen,
zij maken je droom vrij, zij spelen als vrije vogels in de lucht.
Ik verheug me op dit nieuwe jaar en ben benieuwd wat tevoor-
schijn zal komen.
Langzaam verlopen de kleuren naar mijn latere vorm.
De zon schijnt al.

Slap werk

Portret van een stoel, 2012, schets

2012_portret v.e. stoel_schets_k

Slappe poten, slappe noten

Je weet nu wat een stoel doet. Het staat graag stil en rust op vier
poten. Je weet nu wat muziek doet. Muziek laat de zon schij-
nen en wil niet dat mensen dood gaan.
Zodoende is het een vreemd gezicht als een stoel muziek probeert
te maken. Dat is niet de bedoeling, daarvoor is hij niet gebouwd.
Ik zag dat het dan ook niets werd. Alle poten werden slap, al de-
den ze hun uiterste best om een nootje te persen. Het werd helemaal
niets, alleen maar wat slappe treurigheid. Een stoel is om te zitten.
Punt uit. Als een stoel wat anders wil is een stoel geen stoel meer
maar een slordige voddenzee. Dat geldt ook voor een Thonet-stoel,
je kunt er niets mee.
Ophouden dus met die geharnaste waan, je kan net zo goed
blijven zoeken naar het waterluik van een wolk. Het bederft je fan-
tasie, verdooft je voorhoofd, maakt je juwelen dof. Stoppen met
die stoffige gedachten.
Stoppen en gewoon over wat anders beginnen is de remedie, terwijl
je je adem over je laatste vrolijke buurman richt. Spoedig zal de
overvloed overal roekeloos zijn hart en hoofd verblijden, omdat jij
speelgoed gaf.
Mijn gemompelde ogen gaan hierbij stralen als een smidsvuur.

Uitwas

Pinokkio is oud, 2012, schets

2012_pinokkio is oud_k

De leugen

Oude dwergen zijn snel bedwelmd door manshoge hoofden met
lange neuzen. Zeker in een elastieken gebied vol insecten.
Als ik de gebogen broeder onder de loep neem zie ik dat hij ouder
is met zijn tweede gezicht. Hij straalt een dorstige tuin uit. Iedere
gezichtshoek is diep geplooid. Hier moet je niet zingend stil bij
staan. Dan gaan de mussen huilend van het dak vallen en dat is
een zonde.
Wat moet je dan met dit uitwas?
Waarschijnlijk negeren. Het zal opdrogen door iedere bron en in
de grond vergaan. Het gelaat van deze leugenaar zal langzaam
paars worden om zichzelf tot een loeiende bloem te blazen. Hij
zal zichzelf verder duizendkoppig dood bloeien.
Als de stem niet meer een stem is uit de leegte, is de mond niet
meer het einde van een lichaam, maar een bron van proberen.
Uit het vertrouwde vormt zich iets nieuws. Uit die diepte blijf je
jezelf verwonderen en herkennen. Je ziet overal nieuwe gangen.
De bijna overstelpende nieuwe woorden dragen allen een glorie-
rijke wappervlag. Het rechtzinnige hoofd staat blij.
Mijn dierlijke pupillen dwalen met beide handen in mijn ogen.
Mijn kinderbeelden wachten niet af, zij branden mijn gigantische
vingers.
Vraag dus niet hoe ik aan al deze onzin kom. Zoek Pinokkio, hij
is op de hoogte met zijn druipende liegmuil.

Mooi moment

Zwanenmeer, 2013, computertekening

2013_zwanenmeer_ct

Moeite

De hoge hemel leek even een blank terras. Kort daarna somberde
de lucht donker bezweet. Je kon een flinke bui verwachten, maar
de rode wind verliet de stervende zon snel en er ontstond een
achtergelaten donkere poel.
Ik vond het zo spannend om te zien dat mijn vingers door mijn
vuisten kropen. Alles voelde wild en woest aan. Niets zou meer bij
het oude willen of kunnen blijven. Ik werd spontaan volwassen.
Twee hagelwitte zwanen dobberden stil in de zwarte poel. Schoon-
heid is nooit een ondergang, het is altijd mooier dan het summum
van mijn kindertijd: parelmoer.
Ik was buiten, het was kil zonder zon. Ondanks het late avonduur
stond mijn huisjas open. Door het warme beeld, mijn geluk, had
ik geen last van de kou. Mijn inwendig vuur verwarmde de wereld
om mij heen. Dit moment kon niet gestolen worden, het was te
veel één met mij.
Ik sloot mijn ogen om alles voor altijd op te slaan en besloot voor-
taan niet-wetend te zijn. Mijn onrust verdween. Ik kon niet langer
denker zijn. Alles was van goud. Is dat dan je levensbron?
Ik was voortaan de jongen van mijn herinnering, die net als de late
zomerwind zacht sprak. Ik was de stem die nooit meer zweeg, alles
benoemde.
Tot slot maakte ik met de laatste dorre takken een mooi muziekje
voor mistige dagen. Spinnen schoten haastig weg.

Andere tijden

Half naakt, 2012, bewerkte foto

2012_half naakt_bf

Hoofdzaak

Het opgeborgen hoofd kan niet luchten en doet raar. Iedere code
is zoek. Je stond al in je hemd, maar nu, nog naakter, gaat dit
huis stinken als een vergeten kaas vol maden.
De bliksem kneusde je gevoelige plaat pijnlijk, maar je houdt je
kranig, je bent niet hanig. Laat dat gebroken oog maar rustig
vallen, het ziet toch niets in die vervuilde gootsteen. Iets dwaalt
over je wang, je veegt het snel af, het was iets van jarenlang.
Nog even dan blaast het opgeborgen hoofd zichzelf gewoon op,
de vergrotingskoker werkt immers als gist.
Iemand die te lang bang is is voortvluchtig, loopt in eigen mist.
Alles wat in woede is ontstoken laat diepe sporen na. Woorden
vertellen meer dan ogen of handen in zo’n geval is mij verteld.
Als de zwoegende klok zegt dat het tijd is om te gaan moet je
niet stil blijven staan omdat iemand anders dat heeft gezegd.
Geef jezelf een trap voorwaarts en laat het opgeborgen gezicht
mooi onvindbaar blijven. Je kan er niets mee. Je hoeft er niets
mee, het is geen draagbaar portret.
Je bent een kroon in een menigte bloemen. Alles in blijdschap
neergezet voor je geliefde gasten, die met jouw ook in eeuwig-
heid zijn ingebed.
Ga naar huis en doe de deur op slot.
Andere tijden zullen volgen, waar dan ook.

Tongtaal

Losse gedachten, 2012, computertekening

x.2012_losse gedachte_ct

In de wolken

We sleuren hem het toneel op. Schoppen en tegenspartelen heeft
geen enkele zin. Hij heeft geen keus, anders breken ze hem de
benen. Zijn gewichtig lichaam is ineens niet meer dan een na-
smeulend kastje. Het hart lijkt platgeslagen, de smakeloze nieren
zuchten, preken vrezen verval.
Spreken zul je, we zullen je tong losmaken en je mag ook niet
langer stapvoets denken, daar heeft niemand wat aan. Struikel
eerst nog even over je eigen chaos. Wij vegen de rotzooi straks
wel op. Je weten en beter weten zijn vergeelde foto’s geworden,
niemand heeft er nog belang bij. Wrok en wraak omarmen elkaar
niet langer. Geef maar toe: je bent in de wolken, al wil je niet.
Je droomt al in kleur terwijl alles zwart-wit is. Geweldig!
Waarom nu nog langer gezwegen, iedereen gunt je een betere ik.
De oude held ligt in scherven, de nieuwe speelt zich een weg, hij
heeft er zin in, is moe van het rampen vastklampen. Kijk, deuren
buigen als butlers voor je. De eeuwigheid is nog lang niet uitge-
blust. Zelfs in een verloren stukje pauze hoor je geen enkele snik.
Wolken verdwijnen omdat ze tegenspreken.
Miljoenen paardenkrachten worden van stal gehaald.
Je lijkt nu het meest op lekkere jus dat uit het vlees druipt.
Het voelt allemaal gul.
Het lot is op goed geluk gevallen.
De vuist is ontspannen, de jaloezie ontgroend.
De hemel heeft zojuist de aarde bereikt.