Slappe kleur

Nachthand, 2012, acryl, 30 x 30 cm

In het licht van de nacht

Het licht had een overdreven slappe kleur gekregen, een vaal en groezelig beige.
Daardoor leek de ruimte tussen de dingen groter dan normaal. Ook klonken de
geluiden gescheiden van elkaar, maar dat had je wel mee in de nacht. Als je ze
hoorde hielden ze abrupt op, alsof er iemand was die alles afbrak. Vreemd genoeg
voelde alles wel warmer aan, wat beslist prettig was, het werd nooit een onver-
draagbare hitte.
In die atmosfeer sloten alle bloemblaadjes om een nieuwe, mooie compositie van
de ruimte te maken. Licht en kleur kunnen soms in onderling verband onverwacht
verfrissend uit de hoek komen, daar weten kunstenaars alles van.
Ik dacht ook dat de nacht alleen maar kon heersen omdat hij de dag achter zich
liet. Zonder iets te zeggen natuurlijk. De nacht is nogal donker en heimelijk.
Ik kon dat bedenken omdat ik benieuwd ben naar gevoelens en als het nacht is
voel ik meer.
Het duurt even, maar dan merk ik mijn andere gevoel. Het is een bijzonder sterk
en beminnelijk gevoel, ik ben vrij. Niets kan mij meer afleiden, het interesseert me
niet of alles nog op zijn of haar plaats is. Ik ben één met mijn tijd.
Dan komt er zomaar een soort beloning, die alleen voor mij bestemd is, aan.
Ik voel me licht gestreeld in mijn ijdelheid, maar doe of het de gewoonste zaak
van de wereld is. Wat dan volgt is een prettige wijze van zin zonder moeheid.
In het licht van de nacht ben ik de koning, dan vergeet ik zelfs mijn intellect,
omdat ik met alles leef en niet denk.
Soms denk ik dat de nacht mij bemint. Dat zal wel te dichterlijk zijn. De nacht
vindt me hoogstens sympathiek.

Hansworst

Beheerst toeval, 2008, boek 97, pag.34

Nozelhoofd

Geef mij maar het hoofd van een te pletterloper. Het onnozele ervan is dat het
geen weet heeft. Geen weet van alles rondom. Het hoofd lijkt beheerst maar is
onnozel. Ook het gemoed wil niet uitpuilen. Deze persoon bukt zich voortdurend
voorover om iets onzichtbaars op te rapen.
Een oud woord voor deze figuur is schraalhans of kaalhans. Bij hem is niks te
halen of het zou armoede moeten zijn. En wie zit daar om verlegen? Je kunt ook
maar beter niet bij deze hansworst gaan eten, er ligt niets op het bord.
Ik weet dat ik mijzelf moet schrappen voordat ik te pletter loop, hoorde ik hem
laatst nog zeggen. Maar het was al te laat. Alleen de laatste woorden bleven
hangen. Hij had zich bevrijd van zijn onnozelschap, hij zou niemand meer lastig
vallen. In de sfeer van verrukking was dit een mooi lied. Ook mooi was dat deze
dooie hans nooit het verlangen naar emotie kende. Hij mistte het dus ook niet.
Op die manier heeft hij zichzelf behoed voor veel pijn, angst, verlangen.
Hij moet veel tijd over hebben gehad, zeg ik als groot vertolker van het leven.
Kijk, ik weet hoe de liefde zijn geur verspreidt: onder de lindenboom.
Ga daar maar eens zitten. Het liefs naakt in een joppertje. En als de schemer het
lage licht van geduld prijs geeft, dan laten ijverige spinnen je het geheim zien.
Probeer het maar eens uit en mail me je bevindingen.

Overspannen

Some Night, 2001, acryl, 30 x 30 cm

Toen is geweest

Halverwege leg ik het gesprek stil. Ik heb er schoon genoeg van, waarom moet hij
zijn hart altijd zo luchten ? En bij mij? Fel zeg ik: Waarom altijd zo autobiografisch?
We zitten toch allemaal ergens in dezelfde shit?
Hij pruttelt nog wat na, iedereen maakt toch gebruik van zijn leven? Waarom
mag het niet over jezelf gaan? Kan ik het helpen dat ik zoveel beleef?
We stonden mijlenver tegenover elkaar blijkbaar.
Nou ja, ik deed misschien ook wel wat overdreven en waarschijnlijk was ook niet
alles echt voor hem bedoeld, maar al dat gezeur en gestamel over toen en toen
en ik en ik was ik zat. Dus benadrukte ik nogmaals dat hij nogal in hoofdletters
sprak.
Je bent overspannen, liet hij weten.
En dat was waar. Van schrik tik ik nogal hard met mijn aansteker op de houten
tafel. Over irritaties gesproken! En nog wel in het centrum van de stad! Ik zag zijn
strakke blik en hield er mee op. Van mijn moeder wist ik nog dat dodende blikken
een waarschuwing vooraf zijn. Dan moest je oppassen voor een lel, dus koos ik
eieren voor mijn geld en stelde me wat vriendelijker op.
Over doden, de mensen die er niet meer zijn, kun je blijven praten, vulde ik aan,
die hebben geen weerwoord meer en dus is het ongevaarlijk om ze iets te laten
zeggen. Het heelal zal niets missen. Fantaseer er op los!
Toen vielen we meer samen. Vroeger was toen is zo’n mooi begrip.
Hij haalde spontaan een frase uit een mooi gedicht aan:

je sterft gewoon, sprak ze
uit de binnentuin kwam ze op stamelvoeten
die nacht was het niet de wind in de oleanders

de rest was hij vergeten net als de naam van de dichteres.
Het verleden wordt steeds leger, het vergeten groter.

Kale tulp

Nature Morte, 2012, bewerkte foto

Stilleven

En wat voor gevoel is er?
De onmogelijkheid om een gevoel te hebben, want het hart zit half versplinterd in
het hoofd. Het maakt haar suf. Haar wakkere bestaan is mijlen ver weg. Het
slapen gaat slecht, alleen al geeuwen is een te grote inspanning.
Als je naar haar ziet doet het pijn aan je ogen. Ze is van een andere wereld, waar
alleen kleurloze zielen wonen.
Onmogelijk misschien, maar zij woont echt in haar eigen stilleven. In een eenzame
halfdode kale tulp en in vaas zit nog meer leven.
Het beste kan je maar een grote boog maken om haar matte loomheid, dan kun je
tenminste nog van fletse zon genieten.
Het is moeilijk om te zien of het lage wolken of nevelflarden zijn die aan de hemel
drijven. Het geheel, licht geelachtig grijs, heeft dezelfde matheid aangenomen als
die van de stilleven-vrouw. Daarom ben je geneigd de mist rook te noemen,  je
gaat door fantaseren waar die rook vandaag zou kunnen komen.
Je kan echt niet zien wat het was. De lucht werkt mee aan de twijfel. Het voelt
niet warm of koud en zelfs niet fris, dus je raakt totaal in de war. Vage dagscha-
duwen brengen ook geen helderheid, je krijgt eerder het gevoel dat de scha-
duwen alle kanten op springen. Er hangt min of meer een ziekte in de lucht.
Waar is de lichtbron?

Asceet

Witte vogel, 2012, bewerkte foto

Groot geluk

Ik ken iemand die gelukkig is.
Dat komt omdat hij niet meer verlangt dan wat hij spontaan krijgt. Als de zon
schijnt komt het instinct vanzelf mee, hij is een witte geluksvogel.
Een andere bijzonderheid is dat hij afstand doet van zijn persoonlijkheid ten
gunste van zijn verbeelding. Op die manier kan hij alle indrukken van anderen beleven.
Verder is hij een asceet van het zuiverste soort. Omdat hij in een fantasiewereld
leeft vergeet hij de werkelijkheid van het bestaan. Zo is hij meer dan gelukkig. Hij
hoeft geen ziel te hebben om er later weer afstand van te moeten doen. Het is een
warm wonder, hij is niets en alles tegelijk.
Al heel lang weet hij bij vordering van het leven, dat er altijd en op zijn minst twee
waarheden, die elkaar tegenspreken, zijn. Dat is nu eenmaal de realiteit van het
onmogelijke leven.
Levende gevoelens, wat moet je er mee?
Wie verstandig is ziet er van af. Ten gunste van de verbeelding dan.

Ontaard

Late avond, 2 012, bewerkte tekening

Zeer hoofd

Zijn hoofd en de wereld doet hem zeer. Die fysieke pijn, die duidelijker pijn is dan
morele pijn, brengt door zijn weerslag op de geest tragedies op gang die ze uit
zichzelf niet bevat. Hij raakt snel in een allesomvattende boosheid, geen ster kan
meer ontsnappen.
Op zo’n moment vindt hij zichzelf ontaard. Zijn benen kunnen hem niet meer dragen,
ze zijn te slap.
Misschien doet zijn hoofd wel zeer omdat hij pijn in de maag heeft.  Alles is
daardoor verstoord, achter de hersenen om.
Deze man is verkeerd bezig, dat is duidelijk. Zijn hoofd doet zeer, dat wil zeggen
dat hij beseft dat de materie hem beledigt. Daardoor is hij geprikkeld. Iedere
ingreep van de omgeving zal hem doen ontploffen.
Het grijze hoofd wil het liefst dood, daar komt het op neer. Alleen maar omdat het
hoofdpijn heeft. Het arme hoofd heeft last van naamloos leed met koortsachtige
slapen en als hij met zijn handen over zijn haren strijkt kan hij nog meer lijden om
te lijden.
Kende hij mij maar. Ik zou zeggen dat in zekere zin geen enkel probleem onoplosbaar is.

Niemand van ons hoeft die gordiaanse knoop door te hakken. Daar wordt je alleen maar
moe van, het is onmogelijk dus eigenlijk onzinnig.

Zoiets stond er in zijn laatste aantekeningen.
Maanden zijn er al verstreken, niets gebeurde, je zou er koppijn van kunnen krijgen.