Leegte

Dreams and shadows, 1997, tekening, A4

MINOLTA DIGITAL CAMERA

De ruimte

Het verschrikkelijke was dat helemaal niemand kwam.
Hoe zondig kan leegte zijn?
En is dit wel vermeldenswaard?
Ik vind van wel.
Ik ben een liefhebber, op mijn manier, van vernissages met een
speciaal karakter. Kleine bombarie is altijd vermakelijk!
Hier had de kunstenaar de ketting van Maria willen tonen.
Het leek hem een leuk idee, hij had er nog veel werk aan gehad.
En nu was er niemand, men deed kennelijk aan de sneuste sport.

Jammer dan, zijn tastbaar geheugen was hierdoor niet versneden.
Hij hield zijn gloeiend goud goed in het oog. Als men zijn vruchten
niet lustte dan at hij alles zelf wel op. Het ging tenslotte om de groei.
De galeriehouder wou nog wat mensen gaan bellen, maar dat had
hij gelijk afgewimpeld. Deze historische maaltijd hoefde geen groot
onthaal of aalmoes.
Kortom, hij brak de tentoonstelling terstond af, het wachtwoord
was gekraakt. De kieskauwende kijkers bleven maar mooi in hun
eigen saaie hersenschim. De eigenaar van de ruimte keek treurig,
zag de dollars allemaal wegvloeien. Hapjes en drankjes werden
snel opgeruimd.
Later:
Weer thuis voelde hij zich moe maar voldaan. Zijn vruchtgebruik
lag her en der, schoon en altijd eetbaar. Hij liet zijn gedachten de
vrije loop en kwam tot de conclusie dat hij voortaan over zijn eigen
adem zou spreken. Zijn gammele en geestige materie zou iedereen
opnieuw verbazen, men zou er zeker snedig van gaan stotteren.
Na een kleine vrolijke huppel, er was immers alle ruimte, schonk hij
nog eens in.

Stilte

De legende, 2006, acryl, 100 x 70 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Wie is wie?

Een weg loopt niet. Jij loopt de weg.
Niemand ziet mij, behalve een hond misschien.
Dan komt de wegloper thuis en krijgt zijn vragen.
Ben je trots op je werken?
Je zegt dat je alleen een beetje verbaasd bent, dat je het allemaal
hebt mogen realiseren. Maar jij was het wel die dat deed zonder er
mee bezig te zijn. Het is een lange weg, die nu ook kort lijkt te zijn.
Zijn kunstenaars onderling vrienden?
Kunstenaars zijn daar niet mee bezig, zij maken kunst.
Vrienden zijn grote schilders, maar voelen ouderwets aan. (lacht)
Ze weten ook dat ik er zo over denk en ik vind het ook leuk hen
te choqueren. Ze willen voor hun inspiratie niet meer putten bij
mensen die beïnvloed zijn door onze cultuur, want dat geeft oorlog.
Liever komen ze van kinderen en geesteszieken lenen, omdat die
nog zuiver zijn en niet beïnvloed door onze cultuur.
Dat heet inspiratie. Heel fris en vernieuwend in de kunst.
Therapie?
In zekere zin, het is maar net hoe je het bekijkt of wil bekijken.
Eigenlijk zou ik onder ieder werk moeten zetten: ik heb dit voor
u mogelijk gemaakt. Dan zou het pas af zijn.
Uiteindelijk heb je dan alles bereikt en dan?
Ach, oh, dat is niet altijd zo. Je begint met iets en het schilderij
zegt je om dat anders te doen. Je doet een actie en dan word je
verplicht dat erbij te voegen en dat erbij te doen en zo gaat dat
verder. Dat is de praktische taal. En als zo’n werk lukt, dan zeg je:
“Heel goed gedaan!” (lacht).
Ben je een gelukkige man?
Ja, ik ben gelukkig dat ik dat allemaal heb kunnen realiseren.
Maar ik ben ook wel een verbaasd man dat ik dat allemaal héb
gerealiseerd. Als ik verbaasd blijf dan is het goed. Ik geloof in
een sterke geest.
Is er muziek als je werkt?
Altijd!
Laten we daarom in stilte eindigen.

Vreemd

All is said, 2013, boek 106, pagina 36

2013_b106_p36_all is said-k

De mens hoopt

Nu kruipt, nu komt, nu gaat en keert de mens, kunnen dieren
denken. Nu springt het donker in het bos, nu keert het licht
weer terug. Nu moet ik oppassen.
Alleen dieren denken in volkomen nu. Dat telt alleen.
Heel mooi. Heel instinctief.

Heel anders doen dichters, die leven voornamelijk in de schaduw
van iets.
Zij lopen altijd achter en denken voor te zijn is mijn ervaring.
Zij leven in herinnering, zelfs onmogelijke, toekomstige.
Zij dansen als een verschrikte kikker in het weerlicht van de helle
bliksem, zonder ooit getroffen te zijn.
Kijk, als het aan de  gesmokkelde sterren lag, was de wereld heel
anders. Dan liepen alle dieren rechtop om de mensen in hun
poten te wiegen, dan was er geen honger. Bittere beten werden
niet meer uitgedeeld. Ook planten konden niet meer netelen.
Alles zou lust zijn zonder het te weten of te benoemen. Het zoe-
te zweet zou niet meer stinken. Bomen zouden niet meer bomen
heten maar werden bruggen voor vogels.
Maar ja, de bazige mens doet anders met zijn ogen vol achterdocht
en drukt met volle kracht zijn voeten in de aarde, die zijn aarde is.
De beesten knielen onder zijn boze bed tot bloedens toe.
Alleen de droom biedt uitkomst en bolt het hemd en de rok.
Vreemd om lid te zijn van zo’n kudde. Heel vreemd.

Kijken

Janus, 2016-2014, bewerkte foto

2016_2004_Janus_bf

Dubbel hoofd

Ik was als kunstenaar een kind van mijn tijd.
Toen ik vier was ging mijn eerste tekening over heldhaftige gedachten.
Waar het vandaan kwam weet ik niet, waarschijnlijk had ik iets ge-
hoord van een oudere broer. Ik tekende een feniks, de voorbode van
een wijs bewind.
Met wat ik tekende kon ik met gemak een tas vullen. Allemaal in
de achteloze uren gemaakt.
Het klinkt wat opschepperig maar het is ook waar, het is zo gegaan.
En nu komt het wonderbaarlijke: nog steeds gaat het zo.
Het is een groot, gewaardeerd wonder. Geen enkele dag zit ik zonder
idee of verbeelding. De bron vult zichzelf constant aan zonder er om
te vragen.
Misschien heb ik het geluk van de wereld dat ik de huilende wind
kan verstaan. Bij ondergaande zon spreekt hij tussen de bladeren.
Zo weet ik hoe ik schade kan vermijden. Het wordt me steeds op tijd
ingefluisterd. Daarom zijn mijn botten zorgeloos en loop ik hand in
hand met de hele dag.

Sommige mensen zien mij in de nacht met een hoge mast op mijn
eenzame boot meander varen. Dat kan, maar zij vergissen zich, ik
ben nooit eenzaam en vaar niet. Ik wandel en veeg ondertussen
hoogstens mijn bloesempad wat schoon.
Te midden van alle inspiratie ben ik mijn eigen vrije bron en dat
zal ook zo blijven. Als kunstenaar ben je eigenlijk vertaler van het
overleven. Overleven kan nooit saai zijn, zelfs niet in barre tijden.
Ik verwacht van mezelf dat ik altijd meedoe, ik heb tenslotte ooit
de hongerdood overleefd.
Ben nu op goed gewicht. Kijk rustig rond.

Herinnering

Leeg werk, 2016, computertekening

2016_leeg werk_ct

Links op rechts

Je werd wakker en hoorde mijn stem terwijl het bed leeg was.
Je ving eerst stukjes natuur op en uiteindelijk waarachtig de hele
natuurlijke wereld.
Dat was zo ongewoon dat het prettig was. Je voelde mijn krachten,
omdat ik beschreef wat ik beschreef. Mijn hart huilt niet, maar ligt
in een warm bed. Ik barst van het leven. Ken geen leegte.
En wie leeft zoals wij leven?
Kijk, als je niet leeft, beweegt je gevoel ook niet. Dan wordt het
leven opgegeten door woorden of door drank. Dan blijft de rivier
ontzettend leeg. Dan ben je een schrijver die niet schrijft. Dan
zwaaien de wilgen een zacht en treurig gedag. Dan stroomt de
schemering vol niets. Dan wordt de doodlopende straat vertrapt.

En nu ben je wakker en hoort mijn stem. Je legt zogenaamd je hoofd
op mijn schouder. De magie hangt in de lucht. Zonder pijn geen leven.
Even later lagen we in het eens verwenste gras en volgden ons vers
vlees.
Ik raakte je arm aan en je week niet terug. We leken wel kronkelend,
natte klei. Jij raakte mijn heup aan, ik voelde het tot op het bot.
De zee werd zee. Links werd op rechts gekreukeld. We hadden lief
en eisten mooi weer tot we ons helemaal hadden verslonden.
Toen moest ik weg, zei je.
Onder de kruin van mijn geliefde acacia bleef je achter.
Je danste je tienerdans nog licht deinend na.
Je draaide je niet op tijd om en verloor je hoofd in een groot niets.
Ik liep mijn weg en herinnerde iets wat ik eerst was vergeten.

Roos

Portret van een man, 2016, bewerkte foto

2016_portret van een man_bf

Het rood en geel van de tijd

als de deurwacht diep in slaap is
keer je dan weerom naar mij
wat oud is laat zich omhelzen
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht in slaap is
kijk dan terug naar de zakkende zon
wat verdwijnt verschijnt
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
kom dan snel over de brug
schreeuw je liefde voor me uit
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
schrik dan niet van mij
in mijn opengaan en bloei is
de roos is geel en van deze tijd