Leven

NP (Not Personal), 2016, boek 115, pagina 1

2016_b115_p1_NP_k

Lijnen

Leo dacht in lijnen
zag dat alles werd geweven
aan elkaar kleefde
alles leefde

zachte overlap

elkaar kruisen
in elkaar huisen
alles in raster
elkaar betasten
tot het paste

levende natuur

Leo dacht in lijnen
zag dat alles wat leefde
elkaar kruiste
elkaar betastte

klare klutspot

hij zag als eerste
hoe alles barstte

Sjamaan

Nieuwe inkeer, 2016, boek 115, pagina 11

2016_b115_p11_nw inkeer_k

Laatste jaar

Oude emoties verplaatsen zich gemakkelijk van het ene naar het
andere. Ooit, toen en in de toekomst. Gedachten schieten heen
en weer. Kinderjaren schreeuwen meestal het luidst.
Zijn nadenkkop is vaak complex: de diepe kreet uit de eerste vijf
jaar en de lofrede van het talent later. Het samensmelten van die
twee is onmogelijk en moet ook niet.
Het levert wel mooie beelden op.
Gelijke emotie brengt meestal niets, dan is er geen noodzaak, stroom.
Over oude windstoten wordt vaak geklaagd, maar ik kies voor de
opwinding waarin je dan wordt gebracht. De gebruikelijke woorden
mogen diep zuchten. Iedere storm laat zijn eigen vruchten achter..
Aardse golven gooien van alles op het strand voor de paradijsjutter.
Laat gerust de lamp uit als het donker wordt. Heimelijke sterren
zullen je verlichten waar woorden je hebben afgemat.
Deze man met de vele gezichten wordt door niemand miskend en
is niet bang voor vallende gaten.
Hij is een sympathieke ratelkous, een toevallige sjamaan.

Praatjes

Het raam schaart, 2016 boek 115, pagina 40

2016_het raam schaart_b114_p40k

Winterstil

IJle rookpluimen zijn er nu in de winterlucht.
De vrijheid lijkt koud. Het liefst zou hij nu voor altijd verdwijnen.
Ver weg. Onbekende, warme oorden zoeken en vinden. Een andere
taal spreken. Weg van hier.
De besneeuwde straat ligt er wat verloren bij.
Ergens blaft een hond.
Altijd die aanwezige hond.
Zo nu en dan komen er passanten langs zijn huis. Ze letten niet op.
De rug is te krom. De wind snijdt gemeen.
Niemand spreekt. Niemand antwoord, het is stil. Winterstil.
Ergens voelde hij zich doorzichtig. Kwetsbaar. De omver getrokken
muur lag er nog wat brokkelig bij. Zijn ogen, te moe om te huilen,
staren naar de kim. In de verte kon je de muzen horen zingen. Alles
komt goed. Neem nu nog geen afscheid. Het is nog te vroeg. Luidt
klapwiekend laat een haan een nieuw leven zien.
Ineens herkent hij genot.
Al is de vreugdepaal armzalig, het plezier om te leven is gelukkig
altijd herkenbaar aanwezig. Zo moet het zijn. Zo doen we het al
eeuwen.
Ineens moest hij enorm plassen. Een ongekende drang liet zijn blaas
bijna knappen. Het toilet werd nauwelijks, op het nippertje, gehaald.
De opluchting is groot. De adem heeft weer lucht.
Waar gaat deze januari heen?
De open stad lonkt met haar scherpe klauwen.
Pas op je struikelt zo over dode lucht als je praatjes hebt.
Doe je raam maar snel dicht.

Onmacht

Verlicht abstract idee, 2016, computertekening

x.2016_verlicht abstract idee_ct

De macht is on

Eerst:
Hij merkte dat haar komst hem had verrast.
Zij had haar jasje uitgedaan en daarbij zuchtend opgemerkt dat
het zo warm was. Genoeglijk zette hij een geurig kopje thee.
Buiten was het aangenaam in de schaduw.
Ze gingen aan de ronde tafel zitten. Leunden met de armen op het
donkergroene blad. Hij bewonderde haar huidskleur, mooi lichtgeel,
bruin. De geplooide lippen rond haar mond, waaruit een zachte stem
de bekende terminologie zo nieuw en verleidelijk uitte, deden hem
helemaal smelten. Meerdere malen. Hij genoot vooral stil.
Toen draaide alles om.

Zij had een ander gevonden en hij moest begrijpen dat er nu geen
ruimte meer was voor hem. O nee!! Hij overdacht snel een tekst,
maar sprak niets uit. De emotie was te groot. Zij had de schakelaar
zomaar omgezet! Alles was ineens donker.
Zij keek alleen maar half vragend. Schuldig en bang voor zijn woede.
Hij leunde zwaar achterover, viel bijna van de stoel.
Dit was het dus.
Daarom was zij gekomen.
Alle routine verdween gelijk.
De thee werd niet gedronken.
Nooit zou hij haar naam nog gewoon kunnen uitspreken. Er kleefde
voortaan iets pijnlijks aan.

Later:
Vroeger had hij begraven.
Alle herinneringen waren nu gevuld met aardse zaken. Hij wist zijn
voorkeursplekken feilloos te vinden en zijn mond werd steeds een
dunner streepje.
Haar voornaam was hij vergeten of sprak het gewoon niet meer uit.
Vroeger was een verwilderde tuin geworden. Rondleidingen bleken
daardoor onmogelijk. Ook niet op anvraag.De schatten waren goed opgeborgen.
Beide waren ze verhuisd naar dezelfde grote stad. Soms zagen ze
elkaar als verre, vage schimp.
Ze ontweken elkaar jammerlijk in grote onmacht.

Liefde

Warme vrouw, 2016, computertekening

x.2016_warme vrouw_ct

Vervlogen vrouw
(al gaande baant men zich een weg)

aan een ooit liefje:

Ik zou je misschien nog kunnen opwachten, maar ik weet niet waar
je bent. Je hebt me niet gezegd waar, en ook niet hoe laat.
Ook kon ik je niet bellen, ik had geen verzonnen boodschap klaar.
Bovendien kunnen anderen dan horen wat wij zeggen en dat vind je
toch ook niet prettig?
Ik wacht dus op een betere afspraak met je. Het goede moment is
er nu niet en komt vanzelf, daar vertrouw ik op (als mijn zenuwen
het kunnen houden).
Morgen toeter ik door je straat, tussen half twee en twee. Zul je er
dan zijn?
Dag lief Bloempje. Ik ben nu vooral erg moe.
Veel kussen voor jouw, innig je Grote Beer.
xxx

Dalen

Eenzame ster, 2016, computertekening

x.2016_eenzame ster_ct

Hemelse muziek

aan de rand van de ruimte
zocht hij het licht
een waaiervleugel
scheurde een wolk uiteen
het hemelwater
zal nu wel dalen

zeven maal oneindig
raakte hij de drempel
een gele verlangenvlaag
spande een hemelboog
het levenswater
zal nu wel dalen

niets in het leven
dacht aan een schreeuw
een geduldige oceaan
paste in een onheil urn
het emotiewater
zal nu wel dalen

de dichter is terug
een eeuwig muziekje
zal nu wel kla kla klinken
niet meer denken
de bittere wind
zal nu wel dalen