IJsje

Fear in a new setting, 2000, tekening, A4

2000_fear in a new settig_k

Zenuwlijder

Soms is het noodzakelijk verplicht je te schamen voor je eigen volk.
Soms volstaat schaamte voor één enkel persoon ook.
Met wat orde en vrede verdien je daarna hopelijk weer wat vrijheid.
Als de lucht haar hand naar je uitsteekt wordt verwacht dat je daar
op ingaat en die hand stevig vastgrijpt. Dat moment is vaak erg
dun, je ziet het zomaar over het hoofd en dan is het gelijk te laat.
Ook de brug van het gesprek komt dan niet op gang.
Maar zie: overal kleurt het veld vol papavers. Die rode bloei past
mooi bij je opgewonden wangen. Met nieuwe sikkels loop je naar
het nieuwe graan. Het kan je niet schelen of alles genoeg gerijpt is.
Zelfs het onkruid gaat eraan.
Je jonge lippen gaan vaneen na de schemer, ze zoeken en vinden
andere jonge lippen. Je kijkt voorbij alle verlatenheid.
Je bent gelukkig en dat mag iedereen weten.
Pas toen je de diepte van je droom kon peilen, met behoud van alle
mooie woorden, kwam het trage uur terug.
Toen nam je een zacht ijsje.
Ice Cream, You Scream.

Geesten

das Arschlog, 2010, tekening, A4

2010_das Arschlog_k

Hoe kon hij het weten?

Een gelijkgezinde geest, je weet wel: altijd die andere, had het  in
de gaten. Het was waar van die persoonsverwisseling, het schijnt
te bestaan als een prettig, heftig schokje…
De geest was er. Terug van weggeweest. Dikker, kaler, ouder, boos,
dus ergens onherkenbaar. Het rare was dat ik toch zag dat het de
zelfde van voorheen was. Hij deed net alsof hij in rook was opgegaan,
maar vergat dat zijn stem en blik nog hetzelfde waren.
Zo viel hij toch door de mand. Iets wat geesten liever niet doen (dat
hebben ze dan weer met de gewone mensen gemeen).
Ik zag hem schijnen in een donkere plas op de markt. Hij wachtte
met spanning af hoe ik zou reageren op zijn lichtverschijnsel.
Toen ik niet gewenst reageerde liep hij me achterna en duwde me een
slordig geschreven briefje in de hand.
Ik las: Men wacht niet tot men hoort, maar slechts tot men ontwaart.
Nu schrok ik wel. Hoe kon hij dat weten? Gister had ik diezelfde zin
nog boos uitgesproken tegen een vriendin die niet wou luisteren.
Geesten verdubbelen alles, dat is bekend. Klootzakken!
Ze zijn nooit origineel. Kunnen ze niet, de stumpers.

Tante

Fenomeno, 2016, schets

2016_s_fenomeno_k

Bedacht mens

Zij was voor haar familie een ondoordacht kind, die dag en nacht
werd mishandeld door eigen materie. Haar gevoeligheid was een
vlam in de wind.
Zelf vond ze dat niemand een goede, een werkelijke uitdrukking op
het gezicht had. Niemand keek haar echt aan. Als ze eens wisten
hoe lief zij was, als ze eens wisten hoe zij leefde en haar door lieten
schemeren in hun ziel, dan zouden ze pas beseffen wat ze al die tijd
hadden moeten missen door hun dom gedrag.
In die andere ogen, die niet naar haar keken, vermoedde ze een
vanzelfsprekende spot aan haar adres, terwijl ze wel degelijk kon
schaterlachen als daar een reële reden voor was.
Al het contact verliep dus moeizaam. Onbeholpen.
Na al het denken probeerde ze zichzelf vergeefs aan te praten dat
alles kwam door haar eigen gedrag. Zij was zelf de oorzaak van de
lichte hoon. Alles sloeg haar in het gezicht door niet weg te duiken.
Gelukkig is er dan altijd wel een tante die ook geleefd heeft als kind.
Die zegt dan zonder woorden dat ze er voor je is en dat hun zielen
hetzelfde zijn.
Zij is niet meer de gevallen, uitgejouwde engel.
Zij kwam verder dan het eerste bedrijf.

Boos

Bokser, 2016, computertekening

x.2016_bokser_ct

Meer dan kwaad

Hij is een boze pop en laat ons bijten door zijn honden.
Hij bijt al onze mouwen af. Alles hangt er daarna verschrikt, vodderig
bij. Dan kraait hij schel van genoegen. Hij is een nare bokser.
Ik geloof niet dat hij vrienden of nog familie heeft. Hij staat er vast
alleen voor. Arme bitterman!
Sommige mensen beweren dat zij bij zijn huis zijn geweest, Daar
zagen ze een afgedankt verleden op de vloer liggen: een huiswerk-
schrift, een rode boerenzakdoek uit de kindertijd, een eerste bh van
zijn oudere zus, een verlicht Bijbel plaatje, wat jongens speelgoed, een
vers verkreukeld schooldiploma…..
Hij ruimt niets meer op, die smerigheid is zijn schoonheid.
Op al zijn speelgoed had hij, heel merkwaardig, het pijnwoord AUW
geschreven. Het deed nu zelfs pijn om er naar te zien.
Je vraagt je af waarom hij zo bitter is geworden, die boksman.
Waarschijnlijk is hij voor een verkeerd wagentje gespannen, met alle
verdere gevolgen.
Positief is dat er nog steeds één familiefoto op het dressoir staat,
waarop hij zelf, aan de rand, zijn zwarte kater Mores draagt.
Maar nu is hij alleen maar boos.
Wij weten niet waarom.
Misschien was er wat met de familie ooit.
(Noot: AUW bleek een afkorting te zijn voor als u wilt…)

Overleven

Natuur zin, zin in natuur, 2016, computertekening

x.2016_natuurzin_ct

Tuinpraat

Vanuit de stilte kijk ik naar jou. Ik leerde van jou het wonder van
de lachende bloemen. De verborgen verleiding van de varens deed
de rest. Weet je nog de vreugde van de goudsbloemen en daarna
die akelige teleurstelling dat goud geen goud bleek te zijn? Weet je
dat nog?
Nu ben je oud en praat al jaren niet meer. Je bent levend dood.
Ik kan alleen nog maar naar je kijken.
Ik zal het nooit vergeten, de planten leefden door jou handen.
Wie weet zelfs wel voor jouw handen! Dit moest wel het instinct
van overleven zijn. Zo kwam alles goed!
Bedankt dus voor alles wat je me hebt geleerd wat niet in school-
boeken stond. Ik kon geen slechte leerling zijn. Dat weet je toch!
Ik weet de natuur te bewonen. Ook ik kan overleven en heb je lief.
Je zal altijd leven in mijn tuin.
Ik zal het vieren in gedichten.

Schilder

Zondag werk, 2016, bewerkte foto

x.2016_zondag werk_bf

Het werk is onwerkelijk

Het is noodzakelijk en het is genoeg: iets in de hand te houden.
Iets tastbaars. Iets wat zichzelf toont en niet toont.
In één woord: penseel.
Een stevig penseel geeft houvast en dwingt respect af.
Zijn hoofd was allang verdwenen in een wolk van fragiele fantasie.
Toen ik voor het eerst die foto zag dacht ik: deze man mist in alles
noodzakelijkheid.
Dat vond ik een vreemde zin, maar ik dacht toch zo.
Ook: Het is vast de meest schone man uit de hele straat. Deze man
is zijn eigen idee-fixe. Mijn ouders zouden er niet naar omkijken. Hij
is vast stiekem aan de drank. Hij heeft dat penseeltje nodig om niet
ladderzat om te vallen of hij kan er mee prikken na een kwaaie dronk.
Op de een of andere manier wist ik ineens zeker: Nee, deze man is
een onderwijzer! Hij wijst met zijn penseel naar de Dode Zee en zegt
daarbij: die heb ik persoonlijk schoon geveegd!
En zo heeft iedereen zijn kronkel.