Bezoek

Sleutelwerk, 1998, tekening, 80 x 65 cm

1998_sleutelwerk_80x65

Later is ook tijd

Het is waar, oude emoties verplaatsen zich gemakkelijk van het
ene object naar het andere, alsof het subject zelf zou veranderen
van verleden en van toekomst.
Ik weet nog hoe ik ooit in kinderlichaam schreeuwde tegen de zee
en meende dat die zee daar zo van schrok en zich af en toe terug
trok na mijn geweld.
Door geen ander gevoel dan trots leefde ik verder in wilde harmonie.
Later werd alles helaas duidelijk en leerde ik dat de zee alleen
maar naar de maan luistert en mij niet eens ziet staan. Wel is het
altijd zo gebleven dat als iemand nadenkend over mij heen buigt,
alles gewoonlijk donkerder wordt. Nabije objecten smelten niet
samen in gelijkstandige emotie. Men buigt en geeft duisternis.
Mijn innerlijke stem spreekt me vaak bemoedigend toe: wees niet
bang, schaduwen komen altijd op de vierde plek tot leven…
Niet dat ik er iets van begrijp, maar het stelt me gerust.
Het moment is moment.
Dan kan ik verder bezig zijn met mijn sleutelwerken te verzilveren,
brieven te schrijven aan mijn voordeur of lekker voortborduren aan
mijn slaap.
Het maakt niet uit zolang ik maar de sleutel heb en mezelf met een
bezoek vereer.

Druil

Old Flames, 1997, acryl, 80 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Doorbraakdag

Geloof en onhoudbare pretenties horen bij elkaar.
Een mens gelooft graag in een zinvolle samenhang.
De kleinste dingen krijgen dan een prettige plaats. Er komt orde,
kosmisch of niet. Zo maak je iets groots om zelf weer klein te
worden. Eeuwenoud is dat gevoel al, de herhaling regeert.
Ongelovigen noemen dat Gods Gymnastiek hoorde ik laatst.

Het was op een enorme druilige dag. Honden jankten de hele nacht
van ellende door. Echt weer om je hersens te spoelen, je hoefde
alleen maar je kop uit het raam te hangen en binnen vijf minuten
was je compleet helder en schoon door de aanhoudende druil.
Toeval, noodlot en persoonlijke verantwoordelijkheid – die drie
draden kruisen elkaar onophoudelijk, ze waaieren steeds wijder uit
naarmate je ouder wordt. De knopen zijn duidelijk voelbaar per
persoon of je moet erg bedolven zijn onder te veel en vooral foute
eigen dunk. Dunk maakt je doof. Knopen worden alleen maar dikker,
ze knagen niets door. Je groeit achteruit.
Ik geloof liever dat het wezenlijke altijd klaar aan de oppervlakte ligt.
Je kunt het zo grijpen bij wat ontspanning.
Het leven is heel simpel eigenlijk.
Precies.

Wolk

Legende, 2006, acryl, 100 x 70 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Hemelduw

Zoals een hert door zijn schutkleur het hout kan rekken, zoals een
havik de lucht kan vangen, zo zag ik een grijze wolk zich verplaatsen
in een engel. Een sluwe schaduw blies het in die vorm.
Als dat geen poëzie is, dan moet ik aandachtig en spoedig  een
dichter spreken. Dan eet die dichter tijdelijk zijn eigen vlees.
Waarschijnlijk spreekt het weerloze in mij. Getekende kreten verlaten
mij niet stil. Het zijn meer lange revolverroffels.
Het maakt mij achteraf mild, het kind in je verweekt de geest.
Spotvrij zitten we stil op de rand van het bed en vergelijken de
wil met de wens. Altijd een leuk spelletje. Doe daar de wellust en
de helderheid bij, plus het licht van de menselijke stilte en je
hebt zomaar een volledig leven te pakken.
Maar goed, een hemelduw, zelfs al is die grauw en grijs, is altijd
iets moois om te zien. Het is alsof wijsheid en schijn even samen-
smelten.
Eenmaal meegaand boven gekomen, zien we hoe de vrede de
kudde voort graast. Zie je wel, de wereld is goed.

Blikveld

Op zoek, 1986, bewerkte foto

1986_op zoek_bf

Beschouwer

Vanuit een bepaalde hoek is er veel.
Hij had van horen en zeggen dat de mensen tegenwoordig niet
meer weten wat nu eigenlijk werkelijkheid is. Vooral de volwassenen
schenen daar veel last van te hebben. De voortdurende relativering
had zo zijn grote gevolgen.
Maar we hebben toch ons eigen blikveld – begon hij te pruttelen.
Inderdaad, we blikken aanwezig, maar daar is alles dan ook mee
gezegd. Dat is de simpele, overzichtelijke wereld. Daarbuiten gaat
de werkelijkheid als los zand door de vingers. We kunnen er van alles
van zeggen of weten, maar iedere betekenis betekent ook weer niets
en alles.
Een regering wist de oplossing: terugkeren naar de normen en
waarden van weleer. Het zou de nodige vastigheid beslist teruggeven.
Dat was te veel voor zijn arme hoofd en zodoende speelde hij verder
geen rol meer van betekenis. Aldus werd hij een vastgenagelde
beschouwer.
Onder zijn naam op het visitekaartje stond schuin gedrukt: post historisch,
alsof het een nieuw beroep was.

Pantoffel

Nachthand, 2012, bewerkte foto

2012_Nachthand_bf

Party Alone

Alleen de rand van de tafel is versierd, dat moet genoeg zijn.
Het is beter niet terug te keren naar het oude jaar, naar
waar het puin van het verleden ligt. Als je teveel met ruwe
roestige sleutels in een oud slot knarsend draait zullen de dra-
gende muren het misschien begeven.
Dan maar aan de versierde rand gaan zitten in je eentje en
je door de drank bedwelmde ogen even oplichten om te zeg-
gen: ‘Dat is me wat!’
Niemand die opkijkt.
Zelfs geen schoorvoetende nieuwkomer. Hij laat zich niet
door jou verwonderen. Jij jaagt iedereen het huis uit (als ze de
moed hebben om binnen te komen).
Dus speel je vanavond vele spelletjes patience zonder morren
of jammeren. Je bent je eigen uitslovende mier, die al te graag
in chronische baden droomt. Je bent al blij met een sterke zon
en als de lokroep van de duif nog tussen de spinnenwebben na
blijft ronken, dan is je dorst nog lang niet weg.
Nog even en je denkt aan meisjes als boerenkolen, die de ware
Jacob door het hek met de hand bedienen.
Onder het licht van dramatische lantaarnpalen denk je dat één
of andere jongedame een aria zingt uit vroeger tijden, terwijl
je juist niet aan vroeger wil denken.
Op dat moment verloopt het leven even warmhartig als mooi.
Je bent pas de volgende ochtend ouder. Veel ouder.
Is dit nu een pantoffelvertelling?
Gewoon met je nachthand wegvegen.

Blind

Ik hoor niets, ik voel het, 1997, bewerkte foto

1997_ik hoor niets-ik voel het_k

Even echt

Een levende geliefde maakte een mooi gedicht.
Het was zo onverholen mooi verteld dat ze nog wel een maand kon
teren op nieuw verkregen heerlijkheid.
Kort daarvoor voelde ze zich nog een verlaten ziel, een onaangedane
spiegel. Ze was tijdelijk iemand die maar niet wakker wilde worden.
Een Doornroosje in het nu.
Daarna, verbonden met deze heerlijke woordenman, glimlachte
haar blos in de tedere lichtheid van het moment zonder schaamte.
Met grote passen, de zijne, hield ze van hem. Vanuit de lucht hielden
de vogels hun goed in de gaten.
Ineens stond hij stil en maakte een grapje wat geen grapje was.
Hij groette daarna beleefd en liep opgewekt fluitend van haar weg.
Zijn onterechte, vlijmscherpe spot bekraste haar ziel.
De verliefde, versteende vrouw werd op slag uit kwaadheid blind.
Haar zoutbeslagen ogen lieten totaal geen licht meer door.
De dag ging verder in eigen orde.
Het begon zo mooi. Even is maar kort.

Berenpak

Oorsprong, 2013, schets

2013_oorsprong_k

Het gezag

Ook al wast hij zich met veredeld zeep, door zijn dweepzucht wordt
de stijfkop nooit week. Hij is uitvoerend, dienend, deze diender.
Zijn prietpraat komt uit het koeterwaals. Deze matte bezongen
waterval blijkt de filosofische hoorn des overvloed.
Met suizende oorvijgen denkt hij ogen te kunnen openen, maar de
tijd trapt daar niet in. Die waait liever als blauwe spuitfontein van
bekkens naar baden en laat daarbij het verdriet in de deingolven.
De meeste dragers hebben veel last van ingewikkelde drift.
Met striemende stembanden geselen ze de stilte, ze hagelen de
berg. Ze hebben vingers en hand ingeleverd aan het loket van de
bevoegde instantie.  Wanneer hand en vingers weer ter beschik-
king zijn beslist de nog hogere hand. Hand gaat over hand, hoofd
over hoofd. Dat zijn de regels. Dat is het spel.
Pas op voor natte vingers in de pap. Je kunt je lelijk bezeren.
Wacht tot het bevoegde loket en de nauwlettende, blauwe per-
soon erachter ongevraagd zijn hoofd op je schouder legt. Spreek
niet tegen! Ga mee in onder de duim en muizig masker. Doe desnoods
een berenpak aan.
Alleen de aan een bloedbad ontstegen bader verschijnt opnieuw
brandschoon terug in zijn paradijs.

Doler

Dubbel hand, dubbel hoofd, 2012, schets

2012_dubbel hand hood_schets_k

Het hoofd

Hij was een droommens, een doler. De werkelijke werkelijkheid
was hem niet groot genoeg. Veel te saai.
En als hij geen droommens was, was hij vaak een engel in verval.
Zijn overbeladen kop knalde rood aan van doorlopende inspanning.
De afgrond voelde niet alleen dichtbij, maar wàs ook dichtbij. Best
eng. Daarbij hingen de wolken als wolven boven de gebraden ber-
gen. Je moest echt leeuwenogen hebben om niet stekeblind te
worden door het lage, valse gebedelde licht. Onafwendbare orkanen
hoorde je verbazingwekkend snel aansuizen.
Dan is er echt geen tijd voor geneugten in de toekomst. Je staat op
springen en je slechtste masker jubelt in extase. Op zo’n moment
wilde hij zich het liefst in laten sneeuwen. Al was het alleen maar om
wat af te koelen. Waarschijnlijk zou zijn overproductie aan gloeiend
rood de verse sneeuw laten smelten, om vervolgens als roofzuchtige,
meanderende rivieren de aarde kaal te spoelen.
Zijn leven was best zwaar, tenminste zo zag hij het zelf.
Anderen vonden hem meer een weerzinwekkende vlinder zonder
vastigheid en lieten, waar mogelijk, uit religie hun baard groeien. Zo
dachten ze hun stemband uit te wissen.
De mottige spiegel wist wel beter.

Kunst

Winterzon, 2013, schets

2013_winterzon_schets_k

Hoekboek
(schets voor schilders)

verknoopt aan het anekdotische
lezen modernisten hoekboeken
maken zich klein, voelen hoger
zogenaamde intellectuele dimensie
zegt niets over ons bestaan
narratieve verhalen horen bij soms
verzamelaars slaan oprichting toe

Een nogal cryptisch verhaal zul je zeggen of gelukkig maakt de
onderliggende tekening alles enigszins goed.
Wat ik toen eigenlijk precies wilde zeggen weet ik niet meer, maar
in de basis is ergens beslist een lichte boosheid te bespeuren. Een
gezonde boosheid zou ik zeggen, want uit die boosheid groeit de
spruit die zich voortplant tot een boom.
Misschien vond ik toen en nu dat vele kunstenaars zich bedienen
van mooie geleende woorden. Ze vissen er zeeën mee leeg, om zo
hun oorspronkelijkheid te bedekken. Bereid tot het diepste, het
uiterste dekt allang de lading niet meer.
Dat soort kunstenaars hebben de adem van de haast in zich. Zij
weten niets van de lange geduldige wind, die alles vrij laat vallen
op onverwachte plekken. Nee, zij leven liever in hun stinkende
stad, waar de wegwerpwaaiers van hand tot hand gaan.
Kunst is iets wat begonnen moet worden. Je raakt in een staat van
niet-zijn.
Je kunt kunst niet strelen. Dan struikel je snel. Kunst heeft alleen
maar belangstelling voor ja, voor nee heeft zij geen aandacht.
Als de maker erachter over zijn macht zingt is het mis , bedenk ik
nu.

Stemming

Toevallige ontmoeting, 2015, computertekening

2015_toevallige ontmoeting_ct

Heel mystiek

Ze zit in een chromatische maalstroom, al is het vast van korte
duur. Ze zou zich zelf niet zo ernstig moeten nemen, daar word
je alleen maar wazig van en dan zie je geen enkele zee meer
oplichten.
Als stemmingen negatieve invloed hebben is het misschien een
idee om het bladerbos op te zoeken. Bomen kennen geen boos-
heid. Ze geven je een stortvloed aan natuurlijke omhelzingen,
ze laten je weten dat je welkom bent en dat de mensenwereld
stinkt.
Overdreven?
Ik denk het niet. Vaak genoeg, als ik mijn navelbodem heb bereikt,
troost het bos mij. Zij geven mijn verwarde takken een nieuwe
stam. Dan is het niet morgen mooi weer, maar gelijk nu al volop
zonneschijn.
Ik heb eens een boom horen zeggen dat als mensen diepe inge-
vallen wangen hebben zij neerslachtige mensen zijn. Bomen weten
veel.
Als je je warm zingt staan je wangen immers blozend bol. Dat komt
door moeder, die denkbeeldig over je hoofd strijkt en bemoedigend
ja tegen je knikt. Je mag er echt zijn, je doet er toe.
Een bos lijkt een paradijs zonder mensen.
Zo denken de sterren er ook over.