Domani

Vanaf morgen heeft alles zin, 1997, tekening, 80 x 65 cm

1997_Vanaf morgen heeft alles zin_80x65

Gedachte uit de vorige eeuw

Hoe de dingen gaan is nu bekend, maar hoe ze moeten is heel iets
anders. Eerst zal er nog veel van het oude kapot moeten, voordat
het andere, het nieuwe zich aandient.
Nodig mij daarom uit als de verandering begint.
Ik zal er zijn en je niet teleurstellen.
Maar noem het geen kinderspel. Dit hakken is de ambacht van een
grote koning. Wat uit mijn mond komt volgt het diepste van mijn
gedachten. Aan korte liphangers heb je niks. Echt niet.
Ga dus op zoek naar tongen, lippen en banden om nieuwe zinnen
te maken. Het zal je rijkdom geven. Je zult sappig eigen vruchten
kunnen zuigen. Je zult genieten zonder het zweet op je voorhoofd
weg te hoeven wissen. Je leeft met prettige koorts.
Benoem je nieuwe woorden.
Proef ze en denk aan de hand die werkt.
Werkende handen snuiten alles wat donker walmt.
Weet daarbij dat niets uit zichzelf zal gaan.
Verkoop je spierkracht niet, wees er zuinig op.
Pak de aangeschoven stoel, ga zitten en doe vrij nonchalant.
De zon zal de vlam aan de voorkant van iets nieuws laten branden.
En jij zult je je er opnieuw aan warmen.
Bovendien heeft alles vanaf morgen zin.

Letters

Diagonaal alfabet, 2013, boek 109, pagina 46

2013_b109_p46_diagonaal alfabet

Amor Fati

Hij is zijn smaak nooit verloren, is ongemerkt speciaal geworden.
Sensationele wisselingen van licht en donker hebben hem zo
gemaakt. Hij kan heel mooi aangloeien en uitdoven. Heel uniek.
Hij laat zich graag ontroeren door alle letters van het alfabet.
Het rondletteren maakt hem rustig. Soms zo rustig dat hij in slaap
valt. Vogels schuilen daarbij dan snel onder zijn grote, donkere jas.
Deze dierenvriend is een ontzettend verre neef van Noach, dat zie
je zo. De natuur verbeeldt zich wonderbaarlijk in zijn omgeving.
Bloemen fluisterden uit bescheidenheid dat ze niets anders zijn
dan een niets betekenend schrift. Bloemen willen niet benoemen,
zij geuren uit zichzelf al genoeg.
De horizon trekt op zijn beurt grillige, rode kronkellijnen, waardoor
het oude hout weer veel mooier uitkomt. Als je dichterbij staat
geniet je nog meer van de kleurige kakofonie.
Tenslotte wordt alles verzwolgen door een wakker geworden lijf.
Alles stijgt op, komt spontaan de mond uit, waarop de zon alles
weer verbleekt.
Zoals gewoonlijk wiegt de wind het totaal weer weg en heeft hij
even niets meer te zeggen.
Terug bij af is het mooiste begin.

Onbestemd

A artist is not a philosopher, 2013. boek 110, pagina 91

2013_b110_p91_sorry

Per Strada / Onderweg

Het mooie van onderweg zijn is misschien wel het onbestemde.
Je weet dat je dingen gaat beleven die voor de rest van je leven
onvergetelijk zijn. Echt, je denkt dat niet alleen, het staat vast!
Het gevoel dat je iets goeds voor jezelf doet stemt je ongekend
vrolijk. Je bent een reiziger in hart en ziel, die geen genoegen
neemt met de plaatselijke horizon!
Zoiets moet ik gevoeld hebben toen ik in 1991 met mijn busje
dwars door Italië reed. Anderen ervoeren mij in die tijd mis-
schien als een dwaalgeest, maar ik was niet dwalend en zeker
geen geest. Ik doolde niet, ik woonde niet in de wolken, ik had
een plan: ik wilde verdiepen.

In mijn begintoestand brak ik aanvankelijk af wegens invallende
duisternis, geen enkele verbinding sloot nog aan. Ik had kennelijk
wat begeleiding nodig en vond op iedere hoek een kroeg waar
muziek uit de jukebox stroomde en waar imposante , rustige
mannen hun grappa dronken.
Toch overleefde ik met gemak, schreef opgewekte brieven met
warme kusjes naar het thuisfront. Het richtingloze beviel me.
Ik raakte tot mijn eigen verbazing niet uitgeput, maar groeide in
iedere ruimte. Goedbedoelde ontmoetingen maakten zich gereed.
Ik kon me amper beheersen, wilde steeds meer van dat moois.
Tot mijn groot geluk leek geen enkel verhaal meer verzonnen.
Immers, zodra verhalen worden verteld, zijn ze waar.

Zo gaat dat ongeveer met kunst.

Stil

Das Schweigen, 2015, bewerkte foto

2015_das Schweigen_bf

Beter stil

Mooier dan de oude leugen is een nieuw terloops.
Ik wandel schouderophalend, soms neuriënd, aan de voet van eigen beschaving.
Wat denkt een mens hier eigenlijk te doen?
Ondergaan in eigen temperament? Per ogenblikkelijk?
Ik dacht het niet, ik heb er geen tijd voor, ben te nieuwsgierig en
kijkkleurig. Mijn morgen is steeds vandaag.
In mijn wereld vraag ik je met blote handen rozen te plukken.
Ter geruststelling: alles blijkt veel meer dan een illusie te zijn.
Kom manmoedig aan tafel zitten. Schuif niet te voorzichtig aan.
Zwijg niet.
Steek bij wijze van creatieve daad je naakte voeten in mijn volle soepkom.
Zwaai daarbij flink met een morsig servet. Het zal veel indruk maken.
Stille mensen vergeet je snel.
Benieuwd wie straks gaat praten.

Mensentaal

Not the pale moon, 2000. bewerkte foto

2000_not the pale moon_bf

De bleke klok tikt aan de hemel

Je zou van de nacht kunnen zeggen dat het zwaar beduimeld licht
is. Alleen een waterig, beek maantje steekt misschien nog wat af.
Vergis je niet, de taal waar je in die tijd doorheen moet waden is
zuivere mensentaal.
Dichters dichten de nacht vol. Een maan wordt vuil ei en krijgt de
schuld van alles wat in de weg loopt. Toch treft deze dichter geen
blaam, hij heeft ons bedorven materiaal weer rechtgezet, bijgesteld.
Zijn gezuiverde mond heeft gezegd hoe het er met ons voorstaat.
Dus luister goed naar die tijdelijke geest.
Misschien is de nacht ook wel een schaduw in een ondoordringbaar
woud. Als je voldoende tijd neemt is er veel te bedenken. Overal.
De plaats speelt geen rol. Over het gezicht van de nacht dacht ik
wel eens dat geel bebloed was. Of dat de maan een hemelklok was,
die de sterren wegtikte.
Dat zou zomaar kunnen, al moet je daarbij oppassen voor de och-
tend van het oog, die vreet alles weg.
De donkere dochter van de nacht laat zijn sporen na. Haar lippen
vernielen de lucht als ze lacht. En jij mag daarna alles weer dansend
opfleuren. Het morgenland zal je blij begroeten met zijn ingeblikt
licht. Groot geluk verdraagt veel licht en laat onze vrijheden spelen.
De gele klok tikt aan de hemel gewoon door.

Palet

Zwarte maan, 2012, bewerkte foto

2012_zwarte maan_bf

Eigen wil

Als ie fluit, vallen zijn tanden eruit, dat is beter voor het geluid,
zong het in mijn hoofd. Ik kreeg het er niet meer uit, het was
kamerbreed gevuld.
Ik kan dus lachen om zoiets onnozels, mijn lachsmid komt niet
van ver tot mijn groot geluk.

Maar als je palet je in de steek laat door niet ontvankelijk te zijn,
dan  ervaar ik het als verraad. Mijn schilderskroon verdwijnt in een
bos verlepte bloemen, mijn blijdschap verliest zijn geur. Ineens is
je palet een rottig monster, je gaat er van stinken, het rot aan jezelf.
De dichte deur is ook nog eens op slot.
Je ogen zijn dun geworden, maar je weet nog van schone tempels
waar vloervochtigheid je doet wankelen. Pas op voor een spagaat!
Nu wordt het tijd dat we weer de baas worden over het palet.
De kleuren moeten aandragen. Al het stijfzinnige smelt. Zelfs de
modderglansen willen sprankelen. Kleuren die vruchtbaar zijn vinden
vanzelf de oevers. De ijdele roem wil beslapen worden met het groot geoefende groen.
Zo gaat het, anders wordt het nooit wat.
Ook:
Het palet heeft de elegantie van een wendbare kont en is gewassen
door pigment.
Dit alles schreef ik bij zwarte maan.

Gouden regen

Tranen van de zon, 2013, boek 109, pagina 41

2013_b109_p41_tranen vd zon_k

Geen zon

De zon is moe, ze zegt: ’s avonds huil ik mezelf in slaap.
Zo is gouden regen ontstaan.
Een andere keer, bij weer en wind, is ze weerbaarder en zegt:
Raak me niet aan idioot, zie je niet dat ik dans. Ze schopt haar
stralen uit. Zoekt haar onzichtbare as.
Er is geen as.
Ze zoekt niet meer.
Er is geen grens.
De zon doet aan toneel. Ze wil grote en kleine rollen. Ze wil
stralen en applaus. Haar hakken zijn hoog, ze zingt dun.
Ik geef haar de ruimte, ze maakt me warm.
Ze loopt de hemel langs, de dansvloer op. Een strijkje zeurt na.
Zolang ze loopt is er licht. Ik sta klaar en vang haar op.
Ze maakt mijn ogen tot een dichte streep.
Soms denk ik dat de zon rookt en dat dat dan de wolken zijn.
Ik denk niet dat dat klopt. Het is eerder haar hete adem die
weelderig wasemt.
Misschien zoekt de zon de hele dag een hoofd voorbij de spiegel.
Hoe dan ook, de zon brengt je tot leven.
Ik luister, ik ben geen tafel.
Ik ben opgestaan en vang haar tranen.

Bevlekt

Zwaaiman, 2013, schets

2013_zwaaiman_k

Beslissende man

Hij besluit dat hij onbevlekt ontvangen is. Dat heeft hij zo besloten.
Het is belangrijk. Hij is het helemaal met zichzelf eens.
In deze tijd van onverwacht knikkebollen en voorzichtig in slaap
vallen is het lastig volwassen te blijven als je geen uitleg weet hoe
de wereld is.
Door een sterke windvlaag laat hij zich nog wel eens meevoeren
naar een andere stad, maar ach, hij komt nooit echt los.
Hij duizelt snel, zet de wijn en het eten op een vaste plaats, nodigt
mensen uit. Hij heeft ze zonder afscheid lief. Bemoeit zich niet met
de details van hun leven, hij deelt anders. Hij hangt als een stuk
touw,met een knoop erin voor vergeetachtigheid, in een pot honing.
Passief zijn is te laag. Als je niet spreekt komt nergens beweging in.
Iedere klank rimpelt zich traag een weg, eeuwenlang dobberen daar
grijsgroene algen. Het is een glibberweg.
Iemand moet haar eens flink bewasemen, beslist hij, dan zal ze
ontdooien tot zichzelf komen.
Natuurlijk waren er andere woorden, maar die hebben vergeefs
gewacht: bevlekte woorden zijn te aanhalig.

Vriend

Romance in Holland, 1995, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Schepping

Inmiddels had ik besloten een nieuw verhaal te vertellen, maar er
waren wel een paar vragen waar ik eerst een antwoord op moest
vinden. Dat verstoorde het proces. En van uitstel kwam afstel.
Mijn vriend, mijn allerbeste bron, was een kenner, die soms he-
laas ook nogal kon opscheppen. Dat is een eigenschap die ons
van huis uit direct is afgeleerd. Doe maar gewoon, dat is al gek
genoeg, zeiden ze daar. Opscheppen en wat erbij liegen waren dus
vervelende trekjes van hem. Ik twijfelde daarom of ik hem wel iets
moest vragen waar ik mee zat. Misschien zou ik later spijt krijgen
als ik hem iets te persoonlijks had verteld.
Kortom ik vertelde hem mijn ding. Mijn liefde is te groot.
Het eerste wat hij er over zei verbaasde me. Ik snapte niet hoe hij
het zo zag. Aan de andere kant was ik ook wel nieuwsgierig.

Laat ik het zo zeggen, hij verzweeg nooit iets voor me naar mijn
gevoel, maar hij fantaseerde wel veel door. Zo had hij ontdekt dat
toen God ooit de wereld schiep er eerst veel mislukte dieren rond
huppelden. De zogenaamde halfbeesten leefden eerst een tijdje,
maar door hun merkwaardige verschijning vielen ze te veel op en
werden door andere dieren opgegeten. Dieren kennen nu eenmaal
geen medelijden, ze vragen niet eerst waarom ben je zo anders.
Dieren doen.
Op die manier is de eerste twijfel ontstaan op aarde.
Die ontdekking van hem zette de bijbel op de kop. Verschillende
zwaar gelovigen stierven spontaan door die te zware schok.
Anderen zeiden dat dit typisch een samenzwering was bij volle maan
en dat die vriend van mij niet deugde.

Overbelichting

Absent, 2015, bewerkte foto

2015_absent_bf

Je weet het niet

In het stof, in het gouden licht, zag ik haar blauwend silhouet.
Ze was bezig zichzelf weg te schilderen, voor altijd te verdwijnen,
in de verte te vertederen, op te lossen in groot niets.
Ze wou in alle stilte wegvallen. Onzinnig dus, dat valt niet op, daar
merk je helemaal niets van. Dat is net zo onopvallend als lang uit
een raam staren.
Ze wou weg van de geraniums en thee. Het zonnescherm was al
neergelaten. De zomer raasde buiten. Alles gaat gewoon door.
Boven de stoelen speelden de vliegen tikkertje. Een bromvlieg
sloeg te pletter tegen het glas, ze tolde even na op de vlakke vloer.
Haar rechterhand was actief, schilderde door. De linkerhand hing
willoos onder de pols, slap langs haar vrouwelijk lijf.
Als het nu ging onweren zou het licht direct uitvallen. Overbelichting.
Zo schilder je jezelf dan weg, denk je.
Je weet het niet meer. Er was wat kortsluiting.
Later ging de telefoon.
Moeder, zei de verklikker.
Nu niet opnemen, gewoon doorschilderen. Het is nog niet af.