Onmiskenbaar

Open deur, 2013, schets

2012_open deur_schets

Alles heeft zijn tijdsbeeld

Als ik in mijn vol getekende boeken kijk realiseer ik me dat ik nu
al bijna vijftig jaar teken en schilder. Nog steeds komen er onver-
wachte dingen te voorschijn. Hoewel ik weet dat jaartallen geen
excuus moeten zijn om iemands werk te tonen denk ik toch ook
dat het ergens wel telt of op zijn minst een verheugend feit is.
Waar het om gaat is dat het altijd een feest is om te zien.
Ik heb mij nooit willen beperken tot één bepaalde richting of stijl
in de kunst. Je stelt je werk aan de orde en alle tegenstellingen
mogen zelf gaan ruziën. Mijn stijl omschrijf ik, als het moet, als
Nieuw Figuratief. Dat geeft genoeg ruimte. Daarmee moet je het
doen. Onmiskenbaar zal ik een eigen stijl of manier hebben. Dat
mogen anderen bepalen, ik ben er niet mee bezig, ik wil me niet
beperken, ik ben meer van mettertijd  komt Jan in de broek en
de Griet in de rokken.
Alhoewel ik van huis uit het liefste teken, staat het schilderkun-
stige voor mij voorop. Ik ben bezig met de illusie en abstractie,
dat wil zeggen ik probeer op een plat vlak een stuk wekelijkheid
weer te geven zonder echte hulpmiddelen als perspectief en scha-
duwwerking. Ik ben mij bewust van het platte vlak. Mijn gelaagd-
heid speelt er op in. Er komt een illusie van net echt tot stand.
Het mooiste is als je kijkgewoontes kan doorbreken door ineens
iets ongewoons toe te voegen. Conventioneel kijken is aan mij
niet echt besteed. Het indirecte werken maakt het beeld vrij,
meer oorspronkelijk.

 

Vriend

Ontmoeting, 2014, bewerkte foto

The moral law within us, the starry heavens above us 1969/2010 by Anselm Kiefer born 1945

Schepping

Inmiddels had ik besloten een nieuw verhaal te vertellen, maar er
waren wel een paar vragen waar ik eerst een antwoord op moest
vinden. Dat verstoorde het proces. Van uitstel kwam afstel.
Mijn vriend, mijn allerbeste bron, was een kenner. Dat is een
eigenschap die ons van huis uit direct is afgeleerd. Doe maar gewoon,
dat is al gek genoeg, zeiden ze daar. Opscheppen en wat erbij liegen
waren dus vervelende trekjes van hem. Ik twijfelde daarom of ik hem
wel iets moest vragen waar ik mee zat. Misschien zou ik later spijt
krijgen als ik hem iets te persoonlijks had verteld.
Kortom ik vertelde hem mijn ding.
Het eerste wat hij er over zei verbaasde me. Ik snapte niet hoe hij
het zo zag. Aan de andere kant was ik ook wel nieuwsgierig. Dat gaf
de doorslag.

Laat ik het zo zeggen, hij verzweeg nooit iets voor me naar mijn
gevoel, maar hij fantaseerde wel veel door. Zo had hij ontdekt dat
toen God ooit de wereld schiep er eerst veel mislukte dieren rond
huppelden. De zogenaamde halfbeesten leefden eerst een tijdje,
maar door hun merkwaardige verschijning vielen ze te veel op en
werden door andere dieren opgegeten. Dieren kennen nu eenmaal
geen medelijden en vragen niet eerst waarom ben je zo anders.
Dieren denken niet zoiets als het hangt er van af hoe je het bekijkt.
Op die manier is de eerste twijfel ontstaan op aarde.
Die ontdekking van hem zette de bijbel op de kop.
Anderen zeiden dat dit typisch een samenzwering was bij volle maan.
Leve de scheppende Germanen!

Kort

Herinnering, 2014, bewerkte foto

2014_huisherinnering_bfk

Leeggehaald

Geveld door het hoofd van een ander.
Opzettelijk geveld, voeg ik er aan toe. De verzorger kan wel weg
gaan, hij heeft hier niets te zoeken. De tegenstem is te luid ge-
weest.
Het begon zo mooi, eerst had ik nog een kort gedicht geschreven.
Een gedicht met idealen:

Ik vind een appel
Mooier dan een peer

En dat is mooi, kort, krachtig. Niet lang en dus goed te onthouden.
Altijd paraat zo’n zakelijke mededeling. Het gedicht geurt.
Het mooie eraan is dat het niet in de verleden tijd staat. Dat geeft
toekomst. Het zorgt ergens voor een eerherstel.
Aan de andere kant, het is maar een gedicht. Je kunt het ook zo
vergeten. Het klopt niet en het klopt wel gevoel. Dit gedicht leunt
sterk op het woordje een. Is daarom wat kleurloos. Komt uit de
koker van iemand anders. Het is een plat vlak. Ouderwets.
Ook:
Soms laat dit gedicht je bloed sneller stromen. Het laat niet alle
klinkers en medeklinkers van het alfabet zien. Het wijst op een
onbekende appel en een onbekende peer. Het stelt ergens een
vraag. Het is geworteld in iedereen. Het maakt gebruik van beken-
de woorden. Het is gekleurd. Het kan op meerdere manieren wor-
den gelezen. Het zet aan tot ademen. Het is als een bad met ge-
zellig veel schuim. Het is een wesp die tegen een lantaarnpaal
vliegt. Het is een vogelverschrikker zonder knopen aan de jas.
Ik bedoel maar, het gedicht is zo kalm als een leeggehaald huis.

Oeuvre

Beuys wandert, 2014, computertekening

2014_Beuys wandert_ct

Kunst ziekte

De meest integere, bedachtzame en publiciteitsschuwe van de
twee had in de jaren zeventig al eens gezegd dat kunst geen
wedstrijd was. Dat zij ooit toen een kunstprijs had gekregen, die
gesponsord werd door een plaatselijke uitvaartvereniging was een
nietszeggende bijzaak. Om te leven moet je af en toe dood gaan,
was haar idee.
Niettegenstaande deze macabere geldschieter had ze de prijs wel
aanvaard, maar had eenmaal op het podium de gelegenheid bij de
kop gepakt om haar ongenoegen over de competitieve houding
van de kunstenaars in het algemeen kenbaar te maken.
Je moest je nooit iets aantrekken van een ander. Liever in alle stilte
eenzaam sterven was een beter plan, het zou het oeuvre ten goede
komen. Sterker nog: de wereld zou ineens versteld staan van al het
verborgen prachtige. Van niets naar iets is altijd een verrassing.
Dat lijkt me een te romantisch idee. Het grote publiek wil er mis-
schien nog wel in geloven, maar kunst is echt geen wedstrijd. De
hectische markt wil graag dat wij zo denken. Hoe banaler hoe beter!
Kunst moet kennelijk machtig en omvangrijk zijn. Leve de top 100!

De loopbanen van kunstenaars zijn op z’n minst grillig. Een lange,
volhardende weg moet met zekere tred worden belopen. Voor je
veertigste wordt het meestal nog niets of je bent al opgebrand en
afgeserveerd. Als je een lijstje zou maken van honderd topkunste-
naars dan zouden er misschien zeven onder de veertig zitten.
Uithoudingsvermogen is dus een vereiste. Het duurt even om te
stijgen (àls het gebeurt). Je wordt niet geboren als kunstenaar
met stip. Je moet er hard voor werken voordat de markt je oppikt.