Zomer

In het hoofd, uit het hoofd, 1996, tekening, 50 x 65 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Hoofdzaak

Het gebaar van afscheid murmelde wat. Adieu.
Murmelen heeft iets te doen met het geluid van de vage wind.
Soms lijkt het ook wel wat op het ketsen van langs elkaar schuren-
de bakstenen. Een mooi zacht geluid. Aangenaam.
Het geluid bleef lange tijd in mijn hoofd zitten.
De zomer is heet en laat de lucht trillen. Er ontstaat een onduide-
lijk landschap. De aarde ademt heet. In de verte hoor je de hoge,
schrille stemmetjes, kreetjes van spelende kinderen. Ze bewegen
hun tongetjes in hun mondjes en leggen de woorden op onze weg.
Ik glimlach. Voel me veilig.
Vannacht zal ik vast witte schimmen zien. Het is toegestaan. De
natuur wil. Er zullen kleine witte vrouwen of meisjes zijn. Ze gaan
me in de nacht vergezellen tot het slechts onmogelijke vouwen zijn
in mijn lakens.
Was het maar nacht, dan kon hij in het hoofd uit het hoofd doen.
Alles blijft, niets gaat verloren. Denk je. Maar het wordt hooguit
een geheim. Meer niet.
Je naait in het donker je eigen masker, haakt je afweerkleed.
Soms lijkt het dat je steelt uit je eigen bagage. En dat mag, want
het is allemaal van je alledaagse jou.
Dan komt een kolossale geest je pakken en slaat je met een stok
op je kop. Je slaap droomt verder.

Vroeger

Dag voorbij, 1988, A4 tekening

1988_dag voorbij_k

Het lege midden

Ongekende schoonheid zie je niet.
Soms als je je ogen, je oren en je hart opent ervaar je iets in
die richting. Als vrije kunstenaar verwerk ik de vluchtige wereld.
Ik zoek naar de ziel der dingen met een groot oog voor het ter
loopse toeval.
Dan bereikt ik soms heel eventjes de korte troost. Dan loopt de
drijfveer met de bestemming mee. Het is een patroon van wend-
baarheid (bestaande uit vele meanders). En dan, als de schets van
gedachten zich hecht aan zijn drager, dan bestaat het vastgelegde
moment tot de vernietiging volgt.

Bovenstaande schreef ik in een prelude voor het boek Tekentapijt
wat ik rond 2005 samenstelde.
Op een vel of doek kan alles gebeuren, zou ik nu schrijven. Als je
voorbij het lege midden bent ben je al een heel eind.
Wat ook mooi is, is dat altijd na de herinnering de tijd van nu komt.
Nadat je je gedachten hebt gekorfd, doet je losse pols de rest.
Je bent even tijdelijk elders.

Stille stem

Algenman, 2006, boek 91, pagina 72

2006_algenman_b91_p72_k

Aardman, aardige man

de aarde
meesterlijk bouwwerk
kindergeur
in de avond
doen planten
chinees spreken
vloeifijne lippen
kussen teder
stille stemmen
omtrekken waarheid

onder zijn ogen
is de aarde diep
veel gaat
verloren in taal
onweersluchten
hagelen iedere angst
vreugdemantels
bedekken koudvrees
in twee minuten
is het verhaal rond
ik luister graag

Gezang

Brunette, 2014, computertekening

2014_brunette_ct

Grijze dag

Je hebt vaak van die herfstdagen dat het licht zwaar blijkt te zijn.
De regen geeft de duisternis een kus op de kaken. Je oogholten
kunnen het licht niet echt vinden, er hangt dof ijzer voor.
In die dagen schilferen de misbaksels buiten. Als bleke broden kwa-
men ze ‘s morgens nog uit hun lakens, zetten zich slap in het zadel.
Dat iets werd snel niets, want deze misbaksels kunnen niet bakken,
zij lossen op in de aanhoudende motregen.
Daarna zijn alle praatjes en smoesjes over om plaats te maken voor
een roze belofte. In de kinderlijkste kleuren, tussen alle kieren en
speten groeit al het schoons op de verse kluiten wat je alleen met
rozenogen kunt bekijken.
Is het wel goed met je, hoor ik je nu zeggen.
Jazeker, ik staar in het water, terwijl mijn tanden schudden. Kalk en
azijn voeren kennelijk een strijd. Aan de andere kant voel ik me niet
ongelukkig, ik zit met gemak met mijn kartonnen rug tegen de war-
me cv, om maar iets te noemen.
Nee, mij hoor je niet klagen, iedereen zou trouwens eens op moeten
houden met dat zuchten en klagen. Het heeft geen enkele zin.
Misschien versnippert de nattigheid zich dan om te verkleinen tot een
groot niets, stopt de regen uiteindelijk en maakt de zon nog kans.
Mijn toereikende grond kan niet worden afgeplakt, het is te groot.
Als ik loop stuift het zuiver zand uit ontzag regelrecht de grot in.
Mijn weg is altijd vrij omdat ik het wil.
De regen is overigens al lang gestopt zie ik nu.
Ik ga nog even zingen met de aarde.

Meiden

OFF, 2014, bewerkte foto

2014_OFF_bf

Tijdsbepaling

De televisie kwam, maar de radio verdween niet. Een onopgelost
raadsel.
Wat ik leerde: de zintuigen vormen één geheel.
Wie iets hoort moet tegelijk voor zijn geestesoog iets zien, of hij
wil of niet, zelfs voelen en ruiken.
En andersom, wie iets ziet zal er ook iets bij horen, enzovoort.
Naar die wereld keer ik altijd terug.
De rest kan me gestolen worden.
In mijn hersenpan huist kennelijk een inspiciënt die alles keurig
invult, waardoor ik me gelukkig voel.
Ik had een day off, maar schreef:
Begonnen met schrijven aan de novelle.                   
Gaat nog onwennig, later maar veel schrappen.
Vaak aarzeling welke kant ik wil belichten. Onduidelijk.      
Voorlopig kies ik een veilige kant, een prelude waarin de personen
één voor één verschijnen, zodat de lezer als het ware een idee krijgt
van de structuur.
Op die manier kom ik er zelf ook in / geloof ik er zelf ook wel in.
En later:
Het verhaal speelt ergens in Friesland, 1972.
Wel kocht ik op een van die eerste dagen nog een schrift, om me
dagelijks in het schrijven te oefenen. Alleen de eerste bladzijde
werd echter beschreven.
Er stond: 13 mei 1972. Ik wou dat ik een kreupele meid had om
aardig voor te zijn.

En nu is het 2014 en is het nog steeds niets verder.
De meeste meiden zijn tegenwoordig gezond.

Grenzeloos

Gerucht, 2014, computertekening

2014_gerucht_ct

Over mooi

grenzeloos
mooiste ogenblik
jij, constant
openbarstende bloem
jij, volslagen
tijdloze droom
het roodste rood
van je wangen
kijkt alles na
bloost zich een weg
jij, mens en lijf
bent ineens beperkt
en helemaal niets
hoe knullig
is je nieuwste vorm
een biggeltraan
troost de tuin
vogels gaan zingen
zij hebben hun
mooie ogenblikken