Na de droom

Geduld, 2013, computertekening

2013_geduld_ctk

Slaap

Je weet zeker, je slaapt goed, iedere nacht. Maar die dromen,
dat is een ander verhaal. Met ogen als knopen in een zakdoek wil
je alles bewaken. Dat gaat natuurlijk niet. Je kan van alles willen.
Zo droom je van lichter gewicht, je voeten gingen al zweven, ter-
wijl de rest van je lijf juist zwaarder werden. Hardgebakken dromen
noem je het. Je keuzes zijn op dat moment niet meer verplaatsbaar.
Pas als uit één van je ogen een zware, zwarte trap ontspringt word
je echt onrustig. Je krijgt het zelfs Spaans benauwd.
Aan het einde van je droom herken je de onmogelijkheid en gooit
alle vertalingen van de zee er tegen aan. Daarna open je je ogen
met gekregen rust. De zee maakt je altijd wakker. Het is een oud
gegeven. Daarom is de zee de zee.
De verder overbodige ogen, die de weg of het huis herinneren, zien
de looiende regels van de verdere dag. Gewone dingen zijn niet
langer vreemd. De blinden in de nacht zijn beduimeld door voze
vingers. Het eerste licht jaagt. Brekende takken krakelen. Een nest
valt kermend naar beneden.
Uiteindelijk is de nacht blank geworden en noemt zich dag.
Het donker voor mijn deur is opgelost. Rondom vliegt nog een en-
kele traan. Het stelt niks voor, laat de paraplu maar thuis. En kijk,
alles wat eens heeft gekropen komt aangevlogen! Wat mooi al die
jonge stemmen in de lucht! Ik geniet na de slaap.

Vieze vlek

Achterzon, 2013, computertekening

2013_achterzon_ct

Zo uit het leven

Een vieze vlek kan best een net gezicht zijn, daar hoef je niets
meer aan te doen als je vette ogen maar verzorgd zijn, lijkt deze
man te denken. Zijn twee vijandige ogen, wonend boven de wallen,
houden de slaap wakker. Wat hij denkt laat zich raden.
Is hij een bastaard?
Niets is beter dan in het teken van de vlek te staan, vertelt zijn op-
lichtend gelaat. Hoezo in verwarring doordouwen? Ik dacht het niet,
zelfs niet naar een plotselinge aardverschuiving. De pudding van
zijn bolle brein maakt overuren. Nog even en hij krijgt straf van zijn
oude moeder, het duurt te lang dat nadenken.
Zijn hersenwerk zit vol vlekken. Stille vlekken, dat wel. De raderen
raderen niet, ze kunnen geen voorschriften lezen. Hij herinnert zich
alleen de smaak van stof.
Anderen willen weer stamppot maken van zijn spieren, het schijnt
gezond te zijn. Niet doen, hij is niet zo gevaarlijk als hij er uit ziet.
Vogeltjes gaan binnenkort een nestje maken in zijn nek, het is ten
slotte lente.
En de oude moeder? Die slaat de duiven en slangen uit het vlekken-
nest. Nooit gesmaakte herinneringen hebben geen nut, die moet je
snel stofvrij maken.

Vroeger

Monument voor schilder en muze, 2013, schets

2013_DR_monument v muze&schilder_k

late groet

je herfst weet niets meer van je handen
die kouder werden, als het weer
en roder, als de blozende blos
terwijl je muren metselde
uit voorzorg en groot zelfbehoud

wat zal de kou zich van je herinneren
bestookt in eigen bed en adem
nam je het bevroren wasgoed
als een bijna onzichtbaar spook
sneeuwwit van de lijn

ik ken je nog als een hete zomer
en maakte je toen heilig hof
tussen je twee geschampte knieën
trok ik wiedend door je tuin

Wiel

Beetje misselijk, 2013, schets

2013_beetje misselijk_schets_k

Alles is maar een idee

Vandaag ben ik zes weken van huis. Dat is niet lang, ik verveel
me niet. Het is krankzinnig om altijd thuis te zitten, de oude ge-
woontes trekken dan veel te langzaam voorbij. Je kunt ze beter
achter laten en je overgeven aan een volkomen onbekende om-
geving. Geen hotels boeken, gewoon gaan reizen. Je moet jezelf
kunnen horen en verstaan.
Nu ben ik de tachtig al gepasseerd, heb een zeer been. Moet ik
mezelf niet wat meer rust gunnen? In tegendeel, zou ik zeggen,
een mens moet zich nuttig maken, anders heeft het leven geen
enkele zin.
Daar zit ik dus, op die andere plek en ben onbereikbaar. Waarom
zou je altijd bereikbaar moeten zijn? En voor wie? Toen ik het plan
had om weg te gaan vroeg men vaak: ‘wat ga je daar doen?’ Daar
blijkt maar weer uit dat niemand echt over de grens kan praten en
ik antwoordde dan ook plagend: ‘het wiel uitvinden!’
Men keek daarna dan wat meewarig en dacht aan acute dementie.
Als je brood hebt en nog geen boter dan ga je je aanpassen is mijn
idee. Meestal fantaseerde ik heerlijke gerechten en vergat snel die
knagende honger. Als beleg nam ik karakter op karakter. Dat is een
heerlijke smaak, probeer het maar eens.
Vraag nooit iemand om de tijd. Het doet er niet toe. Je wandelingen
zijn belangrijker, je loopt alle frustraties zomaar weg.
Kijk, ik ben dan wel oud qua getal, maar mijn lichaam en geest doen
het nog zeer goed. Elke fout in toonhoogte, accent, klank of ander
misverstand is allang opgeruimd. Vol overgave werp ik mij in de
nieuwe tijd.
Zouden ze dat bedoelen met alles is koek en ei?

Gevoel

Schaammeid, 2012, schets

2013_DR_schaammeid_k

doel

haast elke keer maakt ze een valse start
de eenzame uitweg uit het lijden
die volgde, zat vol verlangen en ijdele hoop

welke stroming ze ook volgt
haar vastgekoekte waanreligie
hoort enkel van ziel en geesteszieken

steeds als haar wijsheid iets opvangt
is de deugd al voorbij geweest
en blijft het hart achter, vol verlangen

ze blijft zitten in haar hoogste levensdoel:
bevredig je verlangens met gevoel.

Tijd

Verdieping, 1966-2010, bewerkte foto

1966-2010_verdieping_bf

Tweespalt

Hij studeerde midden jaren zestig aan de kunstacademie af.
Nieuwe lichting, nieuwe kansen.
In de lange open wandelgangen hoorde je woorden als vrijheid,
modern, beroemd. Alles was nog een kwestie van tijd.
Vol goede moed, nog geroerd door de ruimhartige belangstelling
van galeristen begon hij ‘ongepaste’ schilderijen te maken.
Hij voelde de tijd, was tevreden met eigen werkplezier.
In die tijd fronsten mensen niet zo snel hun wenkbrauwen als je
iets moderns liet zien. Er was juist honger! Hij had veel in de aan-
bieding. Kijkers zouden er likkebaardend van gaan smullen.
Eenmaal per maand stelde hij zijn werk tentoon, een grote groep
vormde zich om hem heen. De samenleving leek en keek tevreden.
Herinnering aan het waterland, was misschien achteraf zijn sterkste
werk. En dat was nu juist het probleem, hij bleef te lang blij in zijn
eigen landje. Om door te groeien moet je gaan reizen. Hij leunde
iets te veel op het succes van zijn oude heldendaden.
De ene boezemvriend na de andere verdween (nadat ze hem eerst
hadden leeggeroofd). Daarover maakte hij zich geen zorgen, hij
bleef tegen beter weten in in de boezemvrienden geloven. Eenmaal
gezworen blijft gezworen.
Op een dag, na het middageten, had hij een plaat opgezet. Iets
moderns, funkjazz, druk. Zijn vriend kwam zichtbaar geschrokken
binnen, hij had niets door. Toen de ene kant was afgelopen zette
hij de andere kant op. Dat bracht onheil! Klote! De vriend begon
hem te beschuldigen van allerlei onzinnige, onware dingen. Het
werd een vervelende, vette ruzie. Hij moest hem eruit gooien.
Over deze pijnlijke herinneringen wilde hij later nooit meer spreken
(wat natuurlijk dom was, want zo raak je het nooit kwijt, maar dit
ter zijde). Hij kon alleen over dit onderwerp cryptisch praten, zei:
als dichters niet meer dichten zijn ze niet meer dichter. En daarmee
was de kous af. Punt. Klaar.
Het schijnt dat er nu onderzoek wordt gedaan naar deze geschiedenis.
Hij zegt: houd daar mee op, het is gewoon een legende!

Warmte

Gered werk, 1984-2013, bewerkte foto

1984-2013_gered werk_bf

Andere tijd

Een mens is een broos wezen.
Soms doe je dingen uit volle overtuiging, waar je later uit een
andere overtuiging totaal anders had gehandeld. Op die manier
denk ik nog wel eens aan mijn grote schilderijen-brand.
Koppig maar goedaardig had ik in het volle bewustzijn het meren-
deel van mijn werk verbrand. Deels uit praktische overweging, ik
ging van groot naar klein verhuizen, deels uit frustratie, boosheid.
Dat laatste is nooit een goede reden, maar ja, je voelt het dan
zo en het vuur vraagt.
Een aantal schilderijen zijn gered. De oudste hebben als onderwerp
de zwarte nacht, zijn gemaakt met de kleur van de nacht. In zware
tijden zoekt men altijd naar voedsel. Misschien zijn ze niet eens zo
erg goed, maar omdat ik het toen zo graag schilderde, vervult het
me nog steeds met geluk zonder frons.
Waarom ik toentertijd zo bezeten was van de nacht en vele messen
schilderde kan ik nu met gemak bedenken, maar alles draaide op
dat moment om poëzie en kunst. Enthousiasme en respons. Nie-
mand dacht aan andere gevolgen. Ons plezier was òns plezier.
Als ik mijn oude ik op de gang tegen zou komen, zou ik hem van
harte de hand schudden en samen lachen. We zijn geen lievelingen
van het gezag zouden we waarschijnlijk gniffelen.
Liever horen wij ons gezang. Het liefst nat van zweet.

Helder hoofd

Territorium, 2001-2013, bewerkte foto

2001-2013_territorium_bfk

Ooit

Ik zie niet graag tot welk punt de mens zich kan verlagen om te
blijven leven. Daarom ben ik blij dat het nu geen oorlog is. Af en
toe zie je nog steeds van die mensen die zich zo gedragen alsof
het wel oorlog is. Dan ben ik weg, ik hoor niet bij de mensen die
hun hoofd buigen, ik vlucht liever de bossen of bergen in, daar
is alles eerlijker. In mijn gebied hoef je niet te strijden om niet te
sterven, daar vergooien de vrouwen hun lijf niet op de zwarte
markt om brood te kopen.
Ik strijd hoogstens voor een helder hoofd, vrijheid en geweten.
Dus als er zo’n klojo aan komt kruipen en artiesterig zegt: ‘heb je
ooit een maagd van dichtbij gezien?’, zal ik steevast antwoorden:
‘nee, niet van dichtbij en ook niet van veraf’, om daarna snel te
verdwijnen. Psst! Wat een onderwerp! Schaduwen van schaam-
delen!
Uiteindelijk zijn waarschijnlijker twee verschillende mannetjes in
mij. Eentje is verzot op lyriek, kreten en volzinnen; die woont op
de hoogste toppen van mijn denken. Een ander graaft graag diep
en spit alles uit wat echt is, waarbij geen onderscheid bestaat
tussen het kleine en het grote der dingen.
Af en toe eten ze van elkaar.
Heel verfrissend.
Daarna ga ik naar een elegant café met een gulden lichtglans, om
een roodbloedig glas wijn te omhelzen.
Meestal blijf ik thuis.

Twee zielen

Het tekenen ontmoet het schilderen, 2013, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Oude hippie

Het was ineens mode, een tweetalige voordracht. De tweetaligheid
zat hem niet in een echte andere taal, nee ze spraken in dezelfde
taal, het waren twee innerlijke stemmen die spraken. Een stem en
een tegenstem zoiets. Sommige kunstenaars ervaren datzelfde ook
bij tekenen en schilderen. Twee zielen in de borst.
Het was een leuk genre. Kleine groepen van voornamelijk jonge
mensen waren er erg goed in. Men begon het zelfs te zingen en
noemde het new rap of top splitting. Het praatzingen werd nog
populairder toen de grote industrie zich er mee ging bemoeien.
Ooit:
Echte kenners weten dat de rap gewoon ooit in Afrika is begonnen.
Met de komst van de slaven naar de Verenigde Staten kwam ook
de muziek van de slaven mee naar Amerika. Tijdens het vaak één-
tonig werken van de slaven op de plantages begeleidden zij zichzelf
vaak met ritmisch gezang. Soms met hele wilde uitspuugteksten. Zo
overleef je barre tijden.

Toen de slavernij werd afgeschaft konden de voormalige slaven zich
wat “vrijer” bewegen, maar er was nog steeds sprake van tweespalt,
discriminatie: De zwarte mensen werden nog steeds onderdrukt.
Het werd hen bijvoorbeeld nog steeds verboden om van openbare ge-
legenheden gebruik te maken en een aantal beroepen mochten
ze niet uitvoeren, wat betekende dat zij overwegend slecht betaald
werk verrichten. Dan is tegenzang een uitkomst! Het verdrijft stille
armoede. De tegenbeweging zoekt en vindt nieuwe wegen, geluk.
Een oplossing voor deze armoede was voor sommigen het op straat
vertonen van hun kunsten. Muziek was voor deze mensen een uit-
gesproken manier, letterlijk, om zich te luchten. Ze gaven zichzelf
op die manier een bepaalde waarde terug. Ze waren als het ware
troubadours uit die andere tijd.
Zelf vind ik rap een te Amerikaans woord, ik zou het liever snelspraak
noemen. Zo kan het tekenen ook snelspraak zijn van het schilderen.
Dus:
Deze schoonheid was a wise of mind en daarbij rap van tong
A hundred years of mensenlevens is werkelijk het prijzen waard.
When you see a flowering field steek dan wat bloemen in je haar.
Toch vrees ik dat you’ll laugh till je kaken later kraken. Zij zullen
het begeven.
Dit alles heeft weinig te maken met de tekening, maar moest even
gezegd.

Geluk

Op juist gewicht, 2013, schets

2013_DR_op juist gewicht_k

Rond hoofd

Ik was als kunstenaar een kind van mijn tijd. Toen ik vier was ging
mijn eerste tekening over heldhaftige gedachten. Waar het vandaan
kwam weet ik niet, waarschijnlijk had ik iets gehoord van een oude-
re broer. Ik tekende een feniks, de voorbode van een wijs bewind.
Met wat ik tekende kon ik met gemak een tas vullen. Allemaal in
de achteloze uren gemaakt.
Het klinkt wat opschepperig, maar het is ook waar, het is zo ge-
gaan. En nu komt het wonderbaarlijke: nog steeds gaat het zo.
Het is een groot, gewaardeerd wonder. Geen enkele dag zit ik zon-
der idee of verbeelding. De bron vult zichzelf constant aan zonder
er om te vragen.
Misschien heb ik het geluk van de wereld dat ik de huilende wind
kan verstaan. Bij ondergaande zon spreekt hij tussen de bladeren.
Zo weet ik hoe ik schade kan vermijden. Het wordt me op tijd in-
gefluisterd. Daarom zijn mijn botten zorgeloos en loop ik hand in
hand met de hele dag.
Sommige mensen zien mij in de nacht met een hoge mast op mijn
eenzame boot meander varen. Zij vergissen zich, ik ben nooit een-
zaam en vaar niet. Ik veeg hoogstens mijn bloesempad wat schoon.
Te midden van alle inspiratie ben ik mijn eigen vrije bron en dat
zal ook zo blijven. Als kunstenaar ben je eigenlijk vertaler van het
overleven. Overleven kan nooit saai zijn, zelfs niet in barre tijden.
Ik verwacht van mezelf dat ik altijd meedoe, ik heb ooit de honger-
dood overleefd. Ben nu op goed gewicht.