Blue and green, 2008. computertekening
Een soort diagonaal
Ongekende schoonheid zie je niet, die is er.
Soms als je je ogen, je oren en je hart opent ervaar je iets in
die richting. Soms.
Als vrije kunstenaar verwerk je een vluchtige wereld, je doet je
slag in de rondte. Je zoekt naar de ziel der dingen met een groot
oog voor het terloopse toeval. Dan pas bereik je heel eventjes de
kortst mogelijke troost. Je drijfveer loopt met de bestemming mee.
Het is een patroon van wendbaarheid bestaande uit een groot
aantal meanders. En dan, als de schets van gedachten zich hecht
aan zijn drager, dan bestaat het vastgelegde moment tot de ver-
nietiging.
Bovenstaande schreef ik in een prelude voor het boek Tekentapijt,
wat ik in 2005 (i.v.m. een gekregen stipendium) samenstelde.
Op een vel of doek kan alles gebeuren, zou ik nu schrijven. Als je
voorbij het lege midden bent ben je al een heel eind. Zoek dan de
diagonaal op en de helft is al geschiedenis geworden.
Wat ook mooi is dat na de herinnering altijd de tijd van nu komt.
Nadat je je gedachten hebt gekorfd, doet je losse pols de rest.
Je bent even tijdelijk elders. En daar is het zo mooi, dat je er wel
voor altijd wilt blijven.