Na de regen

Gewaagde bloem, 2013, schets

2013_gewaagde bloem_schets
Bloemp

Iedereen weet dat de zomer glanst uit niets en overvloed.
De bloemen worden dan dubbel gewassen in mestblije
luchten. Als dan het kleffe mensenvet toekomst biedt dan
weet je zeker dat de aanstormende bijen hun honing zoe-
mend zoeken en vinden. De natuur gaat altijd voor en door.
De zomerlusten neuzen gelukzalig, tonen zich desnoods in
een priestergewaad of nog wittere doeken. De bloemen
woelen nog in hun bed van aarde. Hun stampers zijn geteld,
vruchtbaarheid kent haar weg.
Het zomert plichtmatig en de wolken snotteren licht, dat is
gunstig voor het groeisel. Waakhonden gaan heftig te
keer en worden later als handdoeken uitgewrongen. Ten
minste, zo ervaren zij het, terwijl de natte schoenen huive-
ren. Regen geeft veel narigheid.
Als een dobbelsteen vol in de duisternis, schijnt de wereld
vol drinkers en eters te zitten. Wat een tranendal als je
daar in gelooft. Op dat moment zingt de aarde blij, die weet
wel beter, zij laat anderen zeuren en zaniken.
Verrukt opwaarts laat het alle zwanen zingen in anonieme
eeuwigheid.
Waarvan akte.

Onderonsje

Bloeitakje, 2013, bewerkte foto

2013_bloeitakje_bf

Vrije droom

Vrijheid hoeft niet iets te zijn. Vrijheid is een vlek. Soms iets kleins.
Dat voelde ik op een feest in Italië. Ik heb gezien dat de schedel
bijna van de romp afviel, puur uit genoegen en zag dat er een
constante stroom uit ellebogen kwam. Je kon er met gemak een
heel dorp mee verlichten. Dankzij die uitzinnige mensen voelde ik
mijn vrije vrijheid en botte ik uit. Hartelijk dank daarvoor.
In mijn mooiste Italiaans zei ik inhoudelijk zoiets als:
geef de gebroken stem meer lucht, geef het gebroken oog meer
licht.
Men was diep onder de indruk, veel meer als ikzelf. Eigenlijk vond
ik het wat overdreven en aanstellerig. Italianen geven graag groot
applaus. Zij hebben het uitgevonden.
Zelf bleef ik meer een half tevreden buitenstaander, die half dronken
van hervonden vrijheid gekscherende dingen zei, dus dat was echt
niet veel bijzonders. Ik moest de echte dingen nog meemaken wist
ik, voelde ik. Graag zou ik bijvoorbeeld een blauw hart willen hebben.
Ik denk niet dat het gaat lukken.
Maar goed, zo’n belachelijk onderonsje deed me toch goed.
Een poosje later bleek dit een vrije droom te zijn. Ook goed.

 

Brein

Donker hoofd, 2013, computertekening

2013_donker hoofd_ct

Uit eind jaren zestig

Hij wil het je laten weten: hij is niet zo van de verwilderde oplossing.
Geen enkel stukje brein werkt daar aan mee. Dat bureau is totaal
dichtgeplakt wat hem betreft.
Liever woont hij tussen zijn eigen alleenstaande ledematen, dan kan
geen enkele schaduw hem overlappen. Het vreemde gevolg hiervan
is wel een vette bankrekening. Eind jaren zestig kon je nog wel met
niets doen zeer rijk worden.
Nooit verveelt hij zich en wanhoop doet hem ook niet wankelen.
De aarde moet in alle nederigheid op hem afdalen. Zo zit dat!
Het enige wat hem bezig houdt is zijn hobby: nachtreiniging.
Hij zegt dat dan de inteelt lekt; weet er kennelijk het fijne van. Door
zijn nachtelijke geur gaat het snel op de loop. Zijn zweet is niet be-
vriend met die teelt. Slaapkamers blijven terecht dicht.
Op zijn nachtkastje ligt zijn kaalhoofdige waarheid, zegt hij zonder
daar over op te scheppen, het ligt daar hartstikke bloot en piemel-
naakt. Die waarheid gaat vergezeld met een grote pot met geld.
Daarnaast voelt hij zich meer dan geslaagd.
Een andere uitspraak van hem ik ben nog vromer dan een kerstster
doet je vermoeden dat er iets mis is met zijn geloof. Nog even en
dan maakt hij een verkeerde wereldstad door zelf een prijsvraag uit
te schrijven. Hij is volgens eigen zeggen volmaakt en bohemien.
De enige ster die ik kan bedenken bij deze man is een leegloopster.
Hij is een smeerlap, een uitvreter waar Nescio bleek van zou worden
of ineens weer Jan Hendrik Frederik Grönloh, zeg maar Frits, zou
heten.
Een volmaakte bohemien bestaat niet.
Een kunstenaar komt daar misschien nog het dichtste bij in de buurt.

Spek

Problem, 2013, computertekening

K…RNER2

Zwarte gaten

Het was in het jaar dat men ons voor gek verklaarde, omdat wij het
spek in de ogen en mond hadden. Nou ja, spek, verbrand spek, we
hadden net iets te lang met het vuur gespeeld.
Natuurlijk waren we niet van slag, alles wat dwaalt heeft gewicht.
Dus deden we op zijn mooist een galmende zwaan na, wat veel bij-
val genereerde. Alle kakkerlakken lakten zich los van de dansvloer.
Ze hadden geen enkele notie meer van de wegtikkende seconden.
We konden onze ogen nauwelijks geloven. Het was een mooi en
vreemd gezicht. Het leek er sterk op dat het veel meer was dan
denkbeeldige beelden. Voor halsstarrige principes was bepaald geen
plek meer. De kakkerlakken lieten veel ruimte tussen hen en de
sterren. Zij voelden zich de schatten van de nacht.
Alleen de arme eenzelvige stond beteuterd aan de kant zich dood te
vervelen. Hij had geen bloed voor feesten. Hij had de pest in.
Pas toen ik helemaal overliep van dromen, diep in mij gebeurde alles,
werd ik wakker met hele wilde ogen. Ik zag mijn liefste naakt staan
en begon snel aan mijn tweede droom.
Zoals het gaat zal het komen.