Klassiek

Klanknaam, boek 99, pag. 44, 2008

Klink en klaar

Kong had van kleins af aan naar westerse muziek gehoord. In het begin
natuurlijk de meer populaire stukken van Chopin of Mozart, maar later
op de middelbare school begon hij zelf te verzamelen.
Hij probeerde de muziek te begrijpen, ontwikkelde zich tot een bijzonder
hongerige liefhebber. Las veel boeken over muziek, leerde wat piano spelen,
wat hem ook nog eens extra hielp te begrijpen wat hij hoorde.
Doordat hij zich zo in de westerse klassieke muziek verdiepte kreeg hij een
ander gezicht en een nieuwe manier om zich uit te drukken. Zo ontstonden
ineens prachtige gedichten met veel klank. Hij bouwde zijn gedichten netzo
op als een componist zijn muziekstuk componeert. Heel beheerst en altijd
met een bleek hoedje op, om alle woorden op te vangen en vast te houden.
Zijn vrienden zagen dat hij een groot perfectionist was. Zelf was hij nooit
echt tevreden omdat hij lang niet alles kon beheersen. Vaak schoot hij flink
te kort.
Eigenlijk schrijf ik steeds hetzelfde – mopperde hij dan – het zijn allemaal
ordinaire wiegeliedjes, maar dan met een iets hogere waarheid…..
Zijn eerste klankbundel heette Tegenover Mij en werd goed ontvangen.
Het was een mooi poëtisch verslag van zijn tijd als Angry Young Man.
Voortdurende woede gooit veel omver, in alle windstreken.
Vele meisjes roofden zijn leven.
Maar dat is weer een andere zaak.

Kortom

Just Shine, boek 98, pag. 22, 2008

Nieuwe werkelijkheid

Ik heb van horen en zeggen dat de mensen tegenwoordig niet meer
weten wat werkelijkheid is.
Alleen kinderen en kunstenaars schijnen daar minder last van te hebben.
Het is een groot probleem. Door de voortdurende relativering van iedere
voorstelling van de werkelijkheid heeft niets meer een gestalte. Er is geen
echte aanwezigheid meer. En dan vervaagt alles tragisch.
Gelukkig wisten de vogels, die veel ouder zijn dan de mensen, hier wel
raad mee. Vooral de wielewaal kwam met een oplossing aan-hippen. Hij
zou het geheugen van de mensen wel eens even snel opfrissen en zette
direct andere vogels aan het werk.
Die moesten een grote hoeveelheid zwarte bessen gaan verzamelen en
naar een plat, verlicht stuk strand vliegen. Daarna rangschikte hij de
besjes met veel kunstzinnige overtuiging en precisie en zo ontstonden
snel vele mooie menselijke portretten op het zand.
’s Avonds werd alles mooi belicht door het schijnsel van de vuurtoren.
De mensen konden dan zichzelf weer in alle rust bekijken. Het mooie was
dat het vrijblijvend was, niet verplicht.
Kortom:
Er was geen enkel probleem met de werkelijkheid. Als je af en toe even
wat punten zet is alles zo helder. Aanwezige punten geven overzicht.
We kunnen dus maar één ding doen: verwoorden wat er in ons opkomt.
Dat is dan de werkelijkheid, dat is de natuur.
Hoe vreemd iets misschien ook lijkt, vertel het gerust! Er zijn altijd wel
een paar toehoorders die het beamen om daarna warm te worden.
Dat is genoeg. We bestaan!

Tjechov

Rollende tijd, boek 99. pag, 82, 2008

De tijd geneest

Zij verbeeldt zich een ziekte met een citaat uit een brief van Anton Tjechov:
geneeskunde is mijn wettige echtgenote en de literatuur is mijn maîtresse.
Zij verveelt zich en iemand die zich verveelt slaapt meestal slecht, het ene
en het andere spookt rond. De nacht wordt dan wanordelijk, niet eentonig.
De tijd moet alles even helen.
Zij schrijft teksten zoals misschien dokters recepten schrijven. Beide werken
ze vanuit het menselijk drama en maken het zieke weer enigszins beter.
Beide zijn ze ook onverbiddelijk wat de tijdelijkheid betreft.
Een zekere onzekerheid is vaak te bespeuren in het grote menselijke licht.
Het verschijnsel ziekte heeft terecht alle aandacht. Hedendaagse ik-verhalen
verkankeren volop de wereld. Het verhaal met veel te veel emotionele wen-
dingen wordt vaak zo vreemd gebracht, dat je het niet meer gelooft. Je zou
er zonder moeite zomaar depressief van kunnen worden als je niet zo sterk
overtuigd was van het goede in jezelf.
Een dokter zei eens ter verheldering: lezen is net zoiets als luisteren naar
een patiënt.
De tijd dwong mij even dit te zeggen, al begrijp ik niet waarom.
Na het lezen is er vast meer begrip.

Einder

Boom en berg noemen, 2011, computertekening

Horizon

In wezen maken we vaak een portret van ons verlangen.
Het gemiste krijgt zo even zijn beeld. Er verschijnt iets wat we willen zien.
Soms zien we een denkbeeldig einde van de wereld: de horizon.
We lopen er op af voor een groet en een vraag.
We staan stil bij een toekomstig einde en wie weet is er echt meer tussen
hemel en aarde en zijn het de vrije vogels die ons alvast begroeten.
Is die zekere grauwe grijsheid rondom een zekere restwaarde van alle
onduidelijkheden?
Er heerst een verwaaide mist met veel vermoeden.
Vroeger was het toegestaan schimmen te zien. Meestal waren het kleine
witte vrouwtjes. Vaak wakend bij bronnen. Waarschijnlijk waren het oude
wezens die dolend terugkeerden op aarde.
Hier op het platte zand verstuiven de tekens. Een horizon verdwijnt tenslotte
totaal, weggelekt als de ondergaande zon.
Ik loop alleen terug naar Veronica en droog na een bad mijn zilte, natte kop.
Op de handdoek verschijnt een afdruk van mijn gelaat.
Veronica = vera icon = het ware beeld en dat ben ik.

Droom

Berghand, 2011, computertekening

Kleine droom

Hij is een volkomen niet opgemerkte man. Als kind leerde hij al zich met
niemand te bemoeien. Zijn lichaam is tenger, het haar wat stijl, zijn gezicht
nogal groenig bleek. Hij is een schriel stadsjongentje gebleven.
Gister, de eerdere dag, was er een etentje geweest met vage vrienden.
Niemand zal hem hebben onthouden. Te onopvallend, te grijs, te stil. Niemand
zal hem op volgende dagen nog herkennen. Deze man is nog bleker dan de
bleekste maan op een late mistige herfstavond. Hij lijkt wel transparant.
Toch voelt hij zich behoorlijk levensecht.
Bovendien zouden de tijden spoedig keren: hij zou beslist uitgroeien tot een
geweldig, griezelig aanwezig persoon. Alle sukkels rondom smolten dan spon-
taan weg in hun witte ego jaloezie.
Plotseling tikt iemand op zijn linkerschouder. Verschrikt kijkt hij om en ziet
een mooi, beige meisje, die dichtbij fluisterde: Slaap met me!
Omdat ze er niet ongewoon uitziet stemt hij voorzichtig toe en zo krijgen zij
een speciale band met elkaar. Anderen noemen dat liefde, maar zij voelen
alleen effect op elkaar. Dus nemen ze een bad en wassen ze elkaar heel subtiel
met geurige amandelzeep. Ze laten de nacht verder glimlachen.
Toen zij tenslotte zwanger werd kwam er een einde aan hun grote vrijheid.
Ineens werd zij het middelpunt van de grote wereld en spuwde lelijk vuur. Het
ene verwijt na het andere volgde.
Hij voelde zich daarbij zo ongemakkelijk dat hij zoals vroeger werd en vertrok.
Bleke mannen houden niet van beige, bleek. Zij worden liever een kale berg of
een mager, kaal boompje.

Dun feit

Strandvondst, 2011, computertekening

Fictieve feiten

Voor feiten en ficties lees je dunne boekjes. Je leest fragmenten in de
derde persoon. Alles is geschreven in een vage stijl: zij is nooit de moeder,
de vrouw, het meisje die een naam heeft. Zij is gewoon zij.
En toen zij trouwde en zij in het buitenland ging wonen, kreeg ze een zoon
en een dochter. Ze ging net als haar man buitenshuis werken, als lerares.
Zij bleven altijd samen, terwijl er zoveel anders te beleven viel. Te bang
voor moeilijke affaires, terwijl hun huwelijk op zich te weinig voorstelde.
Hoe dan ook:
ze voelde zich een geroepene, ze had een taak uit te voeren, ze was te veel
met zichzelf bezig om te wijken voor de rest. Ze moest altijd dingen doen.
Maar weet je, wanneer ze die andere dingen zou doen, dan zou ze ook die
andere dingen gaan beleven, dan zou ze gaan doorbloeien.
Ze zou bijvoorbeeld je hoofd in haar armen kunnen leggen en je vervolgens
mee kunnen nemen in het ongewisse, zonder in conflict te raken met zichzelf.
Daar is wel wat moed voor nodig. Ik denk dat ze dat niet op kan brengen.
Haar man en kinderen willen het niet.
Tot nu toe botst ze liever zelf met de boze buitenwereld.
Ze zegt zelfs dat het boze toeneemt!
Ze vergeet daarbij te zeggen in mij!
Misschien ben ik voor haar een lompe vriend en wil zij mij het liefst snel
vergeten om haar innerlijk leven niet prijs te geven.
Dan zij het zo, dan is sneeuw zwart en vindt ik haar schedel later of ooit
ergens aangespoeld op een strand.