Kwakjes

(T)rustpalet, 2007, boek 96, pag.10

Het palet van de meester

Het leek alsof hij zichzelf had uitgevonden.
Hij probeerde steeds wat uit, verklaarde het oude al snel dood.
Middelmaat ging aan hem voorbij. Als een eenzame reus voelde hij
nog steeds zijn eigen dwergzijn. Iedere dag kreeg een nieuwe kans.
Gewoon afdwingen. Hongerige honden  vinden altijd voedsel en ma-
ken de wereld rijker.
Zijn onderweg reis was niet meer dan een beoogde omweg.
Bij thuiskomst, als het werk af was, zag hij pas het oorspronkelijke
doel van de reis. Het meegekomen vreemde vond binnen het alledaagse
uiteindelijk zijn plek.
Of iets mooi was of niet had niet zijn interesse. Hoe kon je dat ook
weten? Het ging meer over die verborgen ziekte: een niet te stuiten
dadendrang. Inzet en passie kunnen iedere gevaarlijkste kwaal ten
slotte genezen.
Creatieve energie, de overwinning van de werkelijkheid, is vluchtig.
Hoop is de basis van alles. Een onbekommerd hart hoeft zich nooit
los te scheuren van heilige huisjes. Die doet zijn werk.
Maar ook:
hij kon zich niet echt met mensen verbinden. Wat dat betreft was hij
een meester in het verslijten.

Vermomd

Non-brainer, 2008, boek 99, pag.37

Oude jonge jongen

Als kind voelde hij iets heel merkwaardigs: het verleden is oneindig!
En het heden was ook verleden, maar dan vermomd…!
Het was om gek van te worden. De tijd viel als een guillotine omlaag.
Niks was meer nieuw! Alles was al gedaan!
En wat moest je dan met die losstaande dingen zoals: niet meer en
nog niet? Tijd moest wel een woest onkruid zijn voelde hij.
Zijn ziel dacht er net zo over. Aan tijd heb je eigenlijk niks, tijd
is te rekbaar en vervliegt snel.
Aan de andere kant was het dan ook zo dat eigenlijk niets echt voorbij
ging. Ook liefde en haat niet.
Had het dan nog wel zin om te blijven leven?
Zijn voor altijd kinderhoofdje moest te veel verwerken en gedroeg
zich als een panische spin die op en neer langs de rand van de goot-
steen rent. Het water zou hem zo weg kunnen spoelen.
Iets later:
boven de tuin van de ouderdom scheen de maan van de kindertijd steeds
helderder. Er was geen heden, laat staan een vermomd verleden.
Hij leefde in omgekeerde tijd.
Alles stond in het teken van de jonge jongen.
Hij hield van degene van wie hij altijd had gehouden: hemzelf.
En daar was niks mis mee.

Jeuk

De temmer, 1986, acryl, 50 x 50 cm

Als het verleden jeukt

Hij bespeelt het lichaam van zijn vrouw als een instrument,
leest haar partituur. Het verlamt haar lichtelijk en ze zoekt
een potscherf om zichzelf open te krabben. De jeuk moet nu
snel weggeprikkeld worden.
Die gloeiende jeuk is overal. Jeuken is erger dan sterven.
Pijn en venijn strijden om de eer. Je wilt afstand doen van je
eigen lijf.
Ineens is zijn hand als sussende talkpoeder en ze is weer vrij
voor een kort moment. Hij fluistert haar zachte woordjes in haar
oor. Door de opwinding komt de jeuk weer terug. Snel en heftig.
Ze krijgt inwendig kippenvel doordat hij nu op haar huid gaat
blazen. Het werkt heel even. Haar hoofd draait en tolt.
Pas als hij beseft dat hij alles alleen maar erger maakt vlucht
hij de keuken in. De onmacht zoekt en vindt de drank.
De fles ligt later leeg op de tafel.
Het etiket krabt de alcohol, het geweten knaagt zijn eigen weg.

Softy

Innerlijke vader, 2011, bewerkte foto

Na de droom

Zij droomde dat ze begon te ontkiemen als een rijpe sojaboon.
Het geluid van de donkere wolken klonk ver weg, als een diepe
zucht. Zij was ergens nergens.
Als sterren steeds oplichten en weer uitdoven weet je dat je in
droomland bent. Uit iedere hoek roepen ze je naam.
Maar zoals dat in dromen gaat: er is vaak geen enkele samenhang.
Wat moet je met een mens met twee gezichten en drie messen?
Een dode ziel spookt zomaar in het lijk van een ander.
Je IQ daalt per seconde en de fonkelfee houdt de nachtmerrie
mooi in de lucht. In die rottige nacht is je hele toekomst ineens
weg, er is nergens meer liefde. De eenzaamheid wil de baas spelen
en doet.
Dan wordt het tijd om in te grijpen!
Pak je grauwste sluier en maak de macht onmachtig!
Leve je onsterfelijk gevoel voor zelfrespect.
Gister was je nog een boekenwurm, vandaag ben je het ruige
meisje wat iedereen wil. En morgen, morgen ben je verandert
in een filosofe en is het leven weer helemaal fris.
Hoe echt kan het leven zijn?
Weg met het vergeten! Weg met het verscheuren!
En vooral weg met de angst. Nooit meer piepen.
Zing een Coca-Cola-lied voor roestige spijkers.
Denk aan iets leuks, maak het innerlijk.
Daar knap je van op.

Huiselijk

Blauhaus, 2011, computertekening

Dichterlijke kletspraat

De titel ‘Wij zagen ons huis in een flatje veranderen’ kondigt aan
dat de waarneming een belangrijke rol speelt.
Elke visie is afhankelijk van geproefde werkelijkheid.
Alles zit blijkbaar dus toch tussen de oren of je nu wilt of niet.
Soms is het nodig om het hele perspectief te wijzigen. Soms moet
je een aantal kleine aanwijzingen aanbrengen. Verwissel onderwerp
en lijdend voorwerp of haal de uitvoerder en de waarnemer uit hun
stoel: het werkt altijd!
Een voorbeeld is het cryptische gedicht waarin een klein huis wordt
vergeleken met een grote flat:
>
het kleine huis
in alles eender als
dagen vlugger dan
de grote flat
>
als je voor het woord huis beestje invult heb je ineens een heel
ander verhaal en als je dan vlugger omzet in trager is het hek
helemaal van de dam. Tot grote tevredenheid is alle vaart eruit!
Als je de rollen omkeert is je huis zomaar kaal en stort de flat in.
De woorden-bulldozer gaat maar al te graag zijn gang. Letters zijn
vogelvrij!
Dat doen dichters dus. Zij maken paradijsverhalen, maar dan met
een flinke kaalslag.
En nu ben ik helemaal vergeten wat ik wou zeggen.

Druildag

De doorbraak, 2011, computertekening

Doorbraakdag

Geloof en onhoudbare pretenties horen bij elkaar.
Een mens gelooft graag in een zinvolle samenhang.
De kleinste dingen krijgen dan een prettige plaats. Er komt orde,
kosmisch of niet. Zo maak je iets groots om zelf weer klein te
worden. Eeuwenoud is dat gevoel al, de herhaling regeert.
Ongelovigen noemen dat Gods Gymnastiek hoorde ik laatst.
Het was op een enorme druilige dag. Honden jankten de hele nacht
van ellende door. Echt weer om je hersens te spoelen, je hoefde
alleen maar je kop uit het raam te hangen en binnen vijf minuten
was je compleet schoon door de aanhoudende druil.
Toeval, noodlot of persoonlijke verantwoordelijkheid – die drie
draden kruisen elkaar onophoudelijk, waaieren steeds wijder uit
naarmate je ouder wordt. De knopen zijn duidelijk voelbaar per
persoon of je moet erg bedolven zijn onder te veel en vooral foute
eigen dunk. Dunk maakt je doof, knopen worden alleen maar dikker,
ze knagen niets door. Je groeit achteruit.
Ik geloof liever dat het wezenlijke aan de oppervlakte ligt.
Je kunt het zo grijpen bij grote ontspanning.
Het leven is heel simpel eigenlijk.
Precies.

Klassiek

Klanknaam, boek 99, pag. 44, 2008

Klink en klaar

Kong had van kleins af aan naar westerse muziek gehoord. In het begin
natuurlijk de meer populaire stukken van Chopin of Mozart, maar later
op de middelbare school begon hij zelf te verzamelen.
Hij probeerde de muziek te begrijpen, ontwikkelde zich tot een bijzonder
hongerige liefhebber. Las veel boeken over muziek, leerde wat piano spelen,
wat hem ook nog eens extra hielp te begrijpen wat hij hoorde.
Doordat hij zich zo in de westerse klassieke muziek verdiepte kreeg hij een
ander gezicht en een nieuwe manier om zich uit te drukken. Zo ontstonden
ineens prachtige gedichten met veel klank. Hij bouwde zijn gedichten netzo
op als een componist zijn muziekstuk componeert. Heel beheerst en altijd
met een bleek hoedje op, om alle woorden op te vangen en vast te houden.
Zijn vrienden zagen dat hij een groot perfectionist was. Zelf was hij nooit
echt tevreden omdat hij lang niet alles kon beheersen. Vaak schoot hij flink
te kort.
Eigenlijk schrijf ik steeds hetzelfde – mopperde hij dan – het zijn allemaal
ordinaire wiegeliedjes, maar dan met een iets hogere waarheid…..
Zijn eerste klankbundel heette Tegenover Mij en werd goed ontvangen.
Het was een mooi poëtisch verslag van zijn tijd als Angry Young Man.
Voortdurende woede gooit veel omver, in alle windstreken.
Vele meisjes roofden zijn leven.
Maar dat is weer een andere zaak.

Kortom

Just Shine, boek 98, pag. 22, 2008

Nieuwe werkelijkheid

Ik heb van horen en zeggen dat de mensen tegenwoordig niet meer
weten wat werkelijkheid is.
Alleen kinderen en kunstenaars schijnen daar minder last van te hebben.
Het is een groot probleem. Door de voortdurende relativering van iedere
voorstelling van de werkelijkheid heeft niets meer een gestalte. Er is geen
echte aanwezigheid meer. En dan vervaagt alles tragisch.
Gelukkig wisten de vogels, die veel ouder zijn dan de mensen, hier wel
raad mee. Vooral de wielewaal kwam met een oplossing aan-hippen. Hij
zou het geheugen van de mensen wel eens even snel opfrissen en zette
direct andere vogels aan het werk.
Die moesten een grote hoeveelheid zwarte bessen gaan verzamelen en
naar een plat, verlicht stuk strand vliegen. Daarna rangschikte hij de
besjes met veel kunstzinnige overtuiging en precisie en zo ontstonden
snel vele mooie menselijke portretten op het zand.
’s Avonds werd alles mooi belicht door het schijnsel van de vuurtoren.
De mensen konden dan zichzelf weer in alle rust bekijken. Het mooie was
dat het vrijblijvend was, niet verplicht.
Kortom:
Er was geen enkel probleem met de werkelijkheid. Als je af en toe even
wat punten zet is alles zo helder. Aanwezige punten geven overzicht.
We kunnen dus maar één ding doen: verwoorden wat er in ons opkomt.
Dat is dan de werkelijkheid, dat is de natuur.
Hoe vreemd iets misschien ook lijkt, vertel het gerust! Er zijn altijd wel
een paar toehoorders die het beamen om daarna warm te worden.
Dat is genoeg. We bestaan!

Tjechov

Rollende tijd, boek 99. pag, 82, 2008

De tijd geneest

Zij verbeeldt zich een ziekte met een citaat uit een brief van Anton Tjechov:
geneeskunde is mijn wettige echtgenote en de literatuur is mijn maîtresse.
Zij verveelt zich en iemand die zich verveelt slaapt meestal slecht, het ene
en het andere spookt rond. De nacht wordt dan wanordelijk, niet eentonig.
De tijd moet alles even helen.
Zij schrijft teksten zoals misschien dokters recepten schrijven. Beide werken
ze vanuit het menselijk drama en maken het zieke weer enigszins beter.
Beide zijn ze ook onverbiddelijk wat de tijdelijkheid betreft.
Een zekere onzekerheid is vaak te bespeuren in het grote menselijke licht.
Het verschijnsel ziekte heeft terecht alle aandacht. Hedendaagse ik-verhalen
verkankeren volop de wereld. Het verhaal met veel te veel emotionele wen-
dingen wordt vaak zo vreemd gebracht, dat je het niet meer gelooft. Je zou
er zonder moeite zomaar depressief van kunnen worden als je niet zo sterk
overtuigd was van het goede in jezelf.
Een dokter zei eens ter verheldering: lezen is net zoiets als luisteren naar
een patiënt.
De tijd dwong mij even dit te zeggen, al begrijp ik niet waarom.
Na het lezen is er vast meer begrip.

Einder

Boom en berg noemen, 2011, computertekening

Horizon

In wezen maken we vaak een portret van ons verlangen.
Het gemiste krijgt zo even zijn beeld. Er verschijnt iets wat we willen zien.
Soms zien we een denkbeeldig einde van de wereld: de horizon.
We lopen er op af voor een groet en een vraag.
We staan stil bij een toekomstig einde en wie weet is er echt meer tussen
hemel en aarde en zijn het de vrije vogels die ons alvast begroeten.
Is die zekere grauwe grijsheid rondom een zekere restwaarde van alle
onduidelijkheden?
Er heerst een verwaaide mist met veel vermoeden.
Vroeger was het toegestaan schimmen te zien. Meestal waren het kleine
witte vrouwtjes. Vaak wakend bij bronnen. Waarschijnlijk waren het oude
wezens die dolend terugkeerden op aarde.
Hier op het platte zand verstuiven de tekens. Een horizon verdwijnt tenslotte
totaal, weggelekt als de ondergaande zon.
Ik loop alleen terug naar Veronica en droog na een bad mijn zilte, natte kop.
Op de handdoek verschijnt een afdruk van mijn gelaat.
Veronica = vera icon = het ware beeld en dat ben ik.