Eigen vuur

De ruimte, 2016, bewerkte foto

x.2016_de ruimte_bf

Boordevol werk

Hij voelt zich als een gloednieuw vel wit papier.
Alles is nog mogelijk. De eerste haal zal spoedig alles bederven.
Hij kneedt zijn vingers. Het gemurmel kronkelt en kruipt dicht
tegen het idee aan. Dit is de tijd van het onderzoeken. Je moet
nu met jezelf gaan zingen. De tongen van vuur dirigeren vanzelf
een helder, kleurrijk, wild geheel.
De wangen van zijn gezicht hebben de kleur van heftige  hartklop-
pingen. Hij denkt dat hij al twee maal is gestorven, het maanlicht
scheen al in zijn keel. Gelukkig stortte de sneeuw in.
Als een ontbrandende roos schroeit hij zich dichterbij.
De verkoolde weg van de geschiedenis slijpt zich een weg.
Hij hoeft alleen maar de horizon wat op te wrijven en ja hoor, daar
komt het idee al.
Als je elkaar gaat ontmoeten in jezelf is dat verwarmend.
Je bent een boek van ontelbare wateroppervlaktes en landt als een
woeste zwaan in een kalme zee. Alles komt goed. Altijd.
Hij is gebonden tot het ochtendlicht. Dan pas is zijn samenzwering
weggesprongen. Dan pas kan hij rustig kijken naar de stromende
rivier van die nacht. Het vuur is uitgemergeld, het gedicht heeft
zich ontvouwen en hij is een nog natrillende pauw.
Zingend van bloed en vlees is hij blij met zijn ongebonden vrijheid.
Hij heeft zichzelf de ruimte gegeven.

Vandaar

De natuur wint, 2016, bewerkte foto

x.2016_de natuur wint_bf

Rijkelijk groen

Iemand had zijn kamer groen geschilderd. Hij had genoeg moed
en veel lust. Wel moest hij van zijn vrouw eerst met een groenmeter
passen en meten, dat zou haar gemoedsrust ten goede komen.
Nadat het waagstuk was voltooid schroefde hij de meter nog wat
vaster aan, je weet maar nooit. Op zijn neus plaatste hij een blauwe,
Italiaanse knijper, voor de zelfreiniging. Het paste wonderlijk mooi
in de compositie met al dat grote groen.
Helaas kreeg hij kort daarna enorme uitslag. Juist toen hij wou
uitrusten, een naar moment.
Het was echt ontzaglijk. Geen gezicht, wel enorme jeuk.
Zijn vrouw vond het wel sneu, maar was niet echt onder de indruk.
Zij was ondertussen met heel andere dingen bezig. Bovendien zou
het wel weer weggaan na drie dagen als hij weer wat rustiger was
geworden. Ze had het al eerder beleefd met hem, vandaar.
Hij wist wel beter, er was iets anders aan de hand. Na zeven zilveren
snikken knapte de groenmeter als een rietje af en genas hij ziender-
ogen. Zelfs zijn eetlust kwam gelijk terug.
Je snapt dat hij zo weer zichzelf was en kon daarna alleen zijn zuivere
ik nog volgen.
Zijn vrouw ging er met een ander vandoor. Die had een wit huis zonder
groen en heel veel geld, vandaar.

Ego

Lots of Art, 2016, bewerkte foto

x.2016_lots of art_bf

Tekenen is geluk

Tekenen beschouw ik als het meest hartstochtelijk werk wat bestaat.
Werken aan een tekening, hoe groot of klein ook, brengt mij in een
staat van groot geluk. Dan ben ik helemaal totaal één met mijzelf.
Bij schilderen is het meer een logisch verlengstuk, ook mooi.
Werken aan een tekening grenst aan een waanzinnige euforie.
Alle meest vermoeide vermoeidheid of somberste somberden lossen
als sneeuw voor de zon op. Er zijn ineens geen tegenwerkers meer.
Je bent totaal koning in je groots mini monorijk.
Tekenen is een staat bereiken waarin alles monistisch wordt, dat wil
zeggen alles vloeit voort uit een verschijnsel, dus uit mijn complexe
geest.
Het is een heerlijk gevoel dat besef van grote eenheid.
Als tekenaar ben je je eigen God van Grote Goedheid.
Waarom is de geest van de tekenaar zo complex? zul je je misschien
afvragen. Dat komt omdat hij mens is en niet dier.
Als ik teken denk ik niet aan de beschouwer, die is op dat moment
een imaginair persoon. Ik denk ook niet aan mezelf, want op dat
moment stijg ik boven mijn ik uit. Ik doe alleen.
Dat is het mooie van het gevoel van trance of extase. Tijdens het
tekenen schep je een ander ego. Je bent een heel bewuste geest
geworden, een diepe kern, waaruit alles voortvloeit.
Wat precies die kern is en waar die ligt hoef je niet te weten, dat is
iets voor zoekende kunstvorsers (vermomde psychoanalytici).
Mijn eigen web bestaat uit mijn attent geheugen en bewustzijn.
Ergens blijft nu het woordje mededogen hangen.
Ik weet niet precies waarom.
Men zal het mij vast binnenkort gaan vertellen, vermoed ik.

Licht

Sunshine, 2016-2015, bewerkte foto

2016-2015_sunshine_bf

Spel

Op een warme Aprildag vond ik de foto van mij en mijn kat Kitty
terug en dacht daarna nog lang aan die verdwenen tijd. En aan
mijn vader.
Vanuit mijn kinderjaren zag ik meestal zijn rug of zag altijd langs
zijn rug de weg van de maatschappij, maar wist niet wie hij echt was.
Hij riep mij tot zoonschap, ik volgde hem voor de vorm, had geen
keus. Wel wist ik als kind al dat ik nooit vader wilde worden. Of in
ieder geval niet zo’n vader. Ik wilde trouwens niemand volgen.
Het lot dat door mijn handpalmen gutste stuwde zon, maan en
sterren in hun rondgang. Ik kon er niets aan doen, het was een
gave. Ik gaf licht! Onder die eenzame mannenlamp kregen dingen
een dubbele schaduw.
Steeds op tijd gaf ik mezelf weer schone lakens als de klok stilstond.
De pijl van de tijd vloog snel voorbij en maakte me tot wat ik nu
ben: eigen troeteldier.
Mijn grijze haren zijn al wit en gaan mij voor als ik de stadskaart
doorkruis. Als de storm mij voorgaat, vlieg ik op. En pas als de maan
terugkeert ben ik helemaal actief. Ik houd vooral van de volle maan.
De avondklokken ondervragen je op hun gemak. Het is een rustig
en leerzaam gesprek. Hun dubbele weerklank geeft je alle antwoorden.
De donkere nacht vaart tegen de wind in, boomwortels staan in die
tijd heimelijk onder stroom. Zo wordt mijn boomgaard verlicht.
Als vonken zich een sneeuwbui aanmeten, ben ik de zon die alles
verlicht.
Dat kan zomaar in de nacht. Dan ligt het boek van de aarde open voor
mensen zoals ik. Ik zing onderweg voluit mijn lied. Ik ontmoet en neem
afscheid.
Het aantal weerzien is altijd minder dan het aantal afscheid.
Eén keer minder, uiteindelijk tot slot.

Kijken

Janus, 2016-2014, bewerkte foto

2016_2004_Janus_bf

Dubbel hoofd

Ik was als kunstenaar een kind van mijn tijd.
Toen ik vier was ging mijn eerste tekening over heldhaftige gedachten.
Waar het vandaan kwam weet ik niet, waarschijnlijk had ik iets ge-
hoord van een oudere broer. Ik tekende een feniks, de voorbode van
een wijs bewind.
Met wat ik tekende kon ik met gemak een tas vullen. Allemaal in
de achteloze uren gemaakt.
Het klinkt wat opschepperig maar het is ook waar, het is zo gegaan.
En nu komt het wonderbaarlijke: nog steeds gaat het zo.
Het is een groot, gewaardeerd wonder. Geen enkele dag zit ik zonder
idee of verbeelding. De bron vult zichzelf constant aan zonder er om
te vragen.
Misschien heb ik het geluk van de wereld dat ik de huilende wind
kan verstaan. Bij ondergaande zon spreekt hij tussen de bladeren.
Zo weet ik hoe ik schade kan vermijden. Het wordt me steeds op tijd
ingefluisterd. Daarom zijn mijn botten zorgeloos en loop ik hand in
hand met de hele dag.

Sommige mensen zien mij in de nacht met een hoge mast op mijn
eenzame boot meander varen. Dat kan, maar zij vergissen zich, ik
ben nooit eenzaam en vaar niet. Ik wandel en veeg ondertussen
hoogstens mijn bloesempad wat schoon.
Te midden van alle inspiratie ben ik mijn eigen vrije bron en dat
zal ook zo blijven. Als kunstenaar ben je eigenlijk vertaler van het
overleven. Overleven kan nooit saai zijn, zelfs niet in barre tijden.
Ik verwacht van mezelf dat ik altijd meedoe, ik heb tenslotte ooit
de hongerdood overleefd.
Ben nu op goed gewicht. Kijk rustig rond.

Roos

Portret van een man, 2016, bewerkte foto

2016_portret van een man_bf

Het rood en geel van de tijd

als de deurwacht diep in slaap is
keer je dan weerom naar mij
wat oud is laat zich omhelzen
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht in slaap is
kijk dan terug naar de zakkende zon
wat verdwijnt verschijnt
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
kom dan snel over de brug
schreeuw je liefde voor me uit
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
schrik dan niet van mij
in mijn opengaan en bloei is
de roos is geel en van deze tijd

Ego

Verwerking, 2016-1987, bewerkte foto

x.2016_1987_verwerking_bf

Af en toe

Soms weet je het zeker: je draaft maar wat door in je eigen bedrijf.
En als je piepertje niet piept in je borstzak, grabbel je maar wat door
tot je er bij neer valt. Ingeblikt en onverplicht krijg je vervolgens de
zak.
De zak?
Ja, de zak van fluim en plof. Je kan er behoorlijk ziek van worden.
De spiegel laat dan je vaagste evenbeeld zien. Het enige wat je nog
goed afgaat is verblind en doof door het leven vegeteren.
Je zou ten einde raad moeten zijn, maar je bent zo vermagerd dat je
hongerig, snel, het verkeerde kiest.
Om aan jezelf te werken en te bouwen moet eerst de glorie van een
rijk verleden langskomen. Die draait je dan opnieuw een loer, maakt
je nog meer kapot.
Af en toe, in een vage vlaag van besef, heb je genoeg gehoord en
gezien en weet je de ruïnegekte af te breken.
Op weg naar de leefbare wereld klinkt al snel een nieuw en opgewekt
lied. Alle hoop en verwachting staat op scherp.
De zon doet de rest en maakt van jouw god een andere god.

Ansicht

Oorsprong, 2016-2013, bewerkte foto

x.2016_2013_oorsprong_bf

Berenman

Wie was je dat je zelfs dit hebt meegebracht?
Overal zette je vreemde muren op, zodat de oude kamers niet
meer herkend werden.
Wie was je dat je niemand kon zijn?
Duizend zwart-wit krassen liet je achter, maar waar was jij?
In het huis van je ouders leek alles nog vertrouwd, maar toen je
van ons vervreemde was het net een verlaten schapenstal.
Hier hoef je niet te fluisteren. Hier ben je vrij. Hier vallen schaduwen
wit uit. Hier is niets nodig, hier is alles welkom, hier is de buitenkant
van de woorden nooit hetzelfde.
Je hoeft niet te fluisteren, maar ook niet te schreeuwen.
Niemand hoort je. Wees gerust, er komt nooit iemand.
Niemand bezoekt je. Je duisternis beperkt je horizon.
Tot zover de berenberg, die je zelf creëerde. Tot zover de berg
onder je navel.
Pas wanneer je je beeld hebt verlaten ga ik je opzoeken en omring
ik je met dampende thee.
Dan stuur ik je een ansichtkaart waarop met een blauw potlood staat geschreven:
Ik houd veel van U.

Val

Geslepen maan, 2016-2015, bewerkte foto

2016-2015 geslepen maan_bf

Begin of eind?

De maan slijt en daarmee is alles gezegd.

Zo zou het kortste verhaal kunnen volstaan, als een anekdote zonder
toelichting zijn ware schoonheid verborgen houdt.
De gebeurtenis kan namelijk wel zo gebeurd zijn.
Het was te kort om op te tekenen. De enige die het verhaal kent
is de maan met het gesleten hoofd.
Waarschijnlijk wil zij uit schaamte niets laten weten.
Misschien wil zij zo interessant overkomen en ons in de waan laten
dat er heel wat te vertellen valt.
Misschien weet zij dat het einde en het begin van de dingen geen
begrenzing kent. Nooit niet. In het begin is in sommige gevallen al
een einde, een einde is in sommige gevallen al een begin.
Hoe zou je dat proces kunnen kennen?
Misschien denkt de maan wel: Wat buiten de dingen ligt, wat aan de
zaak vooraf ging, dat is mij niet bekend. Dat kan.
In dat geval wil ik haar feliciteren, want dan ligt niets vast en is
alles mogelijk.
Dit alles dacht ik bij volle maan. Ik kon niet slapen.

Geboren

Duits hout, 2016-2007, bewerkte foto

x.2016-2007_Duits hout_bf

Doorbomen

Die avond hadden de honden stemmen als gebarsten violen.
Zij gaven het verdriet geen ruimte, ze lieten het vooral niet dichterbij
komen.
Honden zijn verstandiger dan mensen.
Mensen mompelen liever veel in zichzelf en denken dan dat alles zo
opgelost is.
Ze praten over de dood als ze het leven bedoelen of vragen om een
borrel en krijgen dan een ijsje. Een paar mensen denken dat ze iets
van een hond hebben, die zitten graag op de grond, houden van
worst. Als ze te lang blijven zitten slaan ze ongezond groen uit.
Dit is natuurlijk alleen maar een theorie.
Andere mensen zeggen me dat ik niet van hier ben. Dat is uiteraard
niet waar: ik zweet, probeer af en toe te praten en tril geregeld.
Ik bevind me op goede grond, met veel zonneschijn in mijn hart.
Ben geboren op Duitse grond.