Rode bloei

Ice-cream, you scream, 2010, acryl, 40 x 50 cm

Plaatselijke liefde

Soms is het noodzakelijk je te schamen voor je eigen volk. Je
bent het verplicht. Soms volstaat schaamte voor één persoon
ook. Met wat orde en vrede verdien je daarna hopelijk weer
van vrijheid.
Als de lucht zijn/haar hand naar je uitsteekt, wordt verwacht
dat je daar op ingaat en die hand stevig vastgrijpt. Dat moment
is kort en dun, je ziet zomaar de hand over het hoofd en dan is
het voorbij. Het hoofd gaat gloeien, het is te laat voor herstel.
Ook de brug van het gesprek komt dan niet meer op gang.
Maar zie: overal bloeien de papavers (als kind las ik papa vers,
als een soort hartenwens). Die rode bloei past mooi bij je opge-
wonden wangen. Met nieuwe scherpe sikkels loop je naar het
nieuwe graan. Het kan je niet schelen of alles genoeg gerijpt is.
Zelfs het onkruid gaat er aan.
Je jonge lippen gaan vaneen na de schemer, ze zoeken en vin-
den andere jonge lippen. Je kijkt voorbij alle verlatenheid. Je
bent gelukkig en iedereen mag dat weten.
Pas toen je de diepte van je droom kon peilen, met behoud van
alle mooie woorden, kwam het trage uur terug.
Toen nam je een zacht ijsje.

Fleurig

Junior Blossoms, 2012, schets

Jong en bloemig

Het is gezien. Het is te zien.
Duizend bloemblaadjes met de blik van fluitende teenagers
wandelen graag buiten. Extase, daar gaat het om. Het leven
is fantastisch! Tenminste als je niet leeft als een vermoeide
oliebol. Jeugdige smaakjes smaken naar meer, oude blaadjes
willen altijd meer, ondanks hun slinkende lollykop.
Alledaagse goden vergeten soms de afgrond die zo dichtbij
groeit. Zij rekenen onverstandig op de droom, die al spat bij
het verschijnen van het eerste beeld. Onze vrijheden worden
vaak zo goed gespeeld dat het godvergeten echt lijkt.
Opgeblazen tot een gewenste grootte krijgt de stem steeds
meer lucht. Zo lijkt alles voorspoedig te gaan zonder afzeggers.
De droom is een vriend of hoort dat te zijn.
Je leeft.
Zeg nou zelf, wat is een vriend zonder vrijheid of lach?
Ik voel me weer helemaal jong en bloemig met een winnend
paard onder de reet.

Natrap

Geen hond, geen stok, 2012, schets

Late zon

Hij geeft het water een forse natrap, maar alle windstreken
stoppen niet met hun bestaan. De gulzigheid van de natuur
gaat gewoon door. Altijd. Om gek van te worden. De snelle
zonnestralen van het zuiden branden zich een weg.
Zijn stem wil sterker zijn dan de heftigste regen maar klinkt
meer als de zachtste sneeuw. Een cipres begon uit afgunst
wonderlijk schoon te zingen. De natuur houdt van verrassin-
gen.
Hij is een ziener. Zijn ogen vallen nooit dicht. Hij spreekt ook
als een ziener in het hoofd en wandelt mompelend zijn holle
weg.
Hij geeft het uitzicht een naam, waarop een hond hijgend op
hem af komt. Vlak voor hem komt hij tot stilstand. Ze kijken
elkaar recht in de ogen, onderzoeken en penselen zachte
woorden naar elkaar. Beide moeten glimlachen voor zo ver
dat kan. De spiegels van sterke verbeelding zien wel vaker
vreemde dingen. Wat vreemd is wordt gewoon.
En als hij de hond mag aanlijnen blaft zijn oor. Het oor blaast
de haren langs zijn grijze slaap, over zijn voorhoofd. Het voelt
prettig. De hele zomer is prettig.
Ik krijg trek.

Na-sis

Kunstkus, 2012, bewerkte foto

Mooi moment

Ooit ben ik in het huis van de engel geweest. Dat is een ander
woord voor museum of art. het is een krachtige, stille plek
waar aandacht nog aandacht is. Je vindt er mooie mensen
die niet snel schrikken van glasparels om de hals of uiteen-
gereten vleugels )met zorg versneden door de moordenaar).
Er zijn vaak een heleboel vrouwen onder deze hemel. Ze rit-
selen flink met hun dijen. De echo van de ruimte doet zijn
best. Mannen verslikken zich bijna in eigen adem.
Ik hoor iedereen lentegroen lopen. In mijn oren klinkt het
als muziek. Muziek hoort bij het huis van de engel. Hier wap-
peren dode wimpels. Ovale blikken worden verzonden. Men
schijnt niet op elkaar te letten. Schijnt, want niets is minder
waar. Je wordt ontkleed waar je bij staat.
Een vrouw stond bij de wand van het oosten. Ze boog zich
licht voorover en kustte een werk met een kruis erop. Dertig
ogen volden het, meer bleven stil. Alleen de oogtanden waren
licht aan het tandenknarsen.
Ik raakte de jonge vrouw licht aan zoals katjes dat alleen
kunnen doen. Zij murmelde een soort nachtelijke jazz terug.
Het heilige haar waste daarna onze voeten
Het was met recht een mooi moment.
De herinnering zit samengedrukt rond de oostmuur. Als je
goed hoort hoor je het nog nasissen.
Soms moet je alles geven om echt te leven.

Decemberpraat

Kleurige weg, 2012, bewerkte foto

Intensief moment

Het dunne jaar van het stof is bijna ten einde, het is Decem-
ber. We voelden het aankomen, we voelden dat het moest.
Andere jaren deden er niet meer toe.
Misschien is het besef te danken aan grote vermoeidheid of
misschien sliepen we te lang. In ieder geval zijn we nu klaar
wakker en niet eens wanhopig.
Toen de uren zich nog vermenigvuldigden met niets doen,
was de dag lang en ook ineens voorbij. Het slapen, de hele
dag, ging zonder onderbreking gewoon zijn gang.
En nu, na de plompe gang, ben ik op de juiste weg en heb
mezelf weer lief. Dat wou ik je even laten weten.
Een beek van kleurige vruchten stroomt tussen mijn benen.
Ik hoef me niet te bedekken, de buren zijn wat mij betreft
dood. Het stromen wekt mijn lente. Ik mag er zijn. Ik ben
aan de beurt. Er is geen ontsnapping mogelijk.
Zo is het altijd geweest in mijn huis. Drie kamers vertelden
wat je moest doen. Alsof het een wet was, zo streng was
het dictaat. Uiteindelijk kwam ik dan in het verlichte bed
onder het raam. Ik voelde altijd de wind in de nacht, waar
het wapperend zwart nog trager is dan ikzelf. Jaren vlogen
mij snel voorbij. Ongrijpbaar supersnel.
Niets onaangenaams snuift nu nog in een donkere hoek.
Iedere dag, ieder moment wordt intenser.

Oude emotie

Vaarwel, 2012, bewerkte foto

Afscheid

Een oude emotie verplaatst zich van de ene naar de andere
kant. Het heeft een bedoeling. Het onderwerp moet van het
Stompzinnige zuchten volgen gelaten.
Maar daarna is het feest. Alle venster gaan wild open. Er is
nieuw licht, de slapeloze nachten zijn voorbij. Ook de akelige,
fluitende wind is er samen met de krakkraktak snel vandoor
gegaan.
Er is weer grote rust.
De emotie staat in het teken van de neutrale pauze, is geluk-
kig. Hij weet hoe het bed warm moet blijven en houdt zijn
mond, luistert niet naar de taal van anderen.
Ook de verveelde oogopslag vindt geen actie.
Alle stomme woorden glijden weg naar niemandsland.
De emotie rust uit en zegt vaarwel.

Je bent te laat gekomen. Voordat je kwam is er zoveel gebeurd.
Nu sta je voor me en herkent me niet eens.
Je geeft me geen warme hand.
Ik heb werkelijk alles geprobeerd om je te bereiken, maar nu je
tegenover me staat weet ik niet meer wie ik heb achtervolgd.
Vreemden zijn we geworden.
We kunnen elkaar niet opnieuw verlaten, we zien elkaar niet.
Je bent niet gekomen. Jij bent niet meer jij.
Andere werelden dienen zich aan.