Droomzeilen

Vlotte boy, 2002, computergrafiek, A4

Jaloezie

Zeker, het was op een ander tijdstip en op een andere dag.
Dat is wat hij zich herinnert. Zijn woordacrobatiek lag alles
te sussen. Bestaande bomen fluisterden ruimschoots en ook
heel verschillend. Prettige kleuren stelden zich bij en aan.
In de jaren vijftig vervingen bloemen en bomen nog schoon-
heid. Zijn spontane manier van kijken, een innerlijke visie,
weet dat nog.
Toen liet hij het landschap ook al rustig op zich inwerken. Hij
deed alsof het muziek was en kreeg zo mijn droommoment.
Een merkwaardige en zeker moeilijk bereikbare triomf bracht
me daarna in extase. Vreemde gekleurde belletjes rolden
daarbij voortdurend van de derde dimensie.
De werkelijkheid scheen jaloers te worden, maar dit ter zijde.
Op het moment dat rook en stof ergens ver weg over de grond
sleepte kon hij tevreden glimlachen.
Maar daar wou hij het niet over hebben. Aan droomzeilen heb
je niks! Kon hij maar weer kind worden. Een kind weet dat zijn
auto niet echt is maar behandelt hem wel als echt. Tutuutje
doen! Kinderen kunnen iets onwerkelijks werkelijk maken. Dat
is een kunst! Als je tinnen soldaatjes op hun kop zet stroomt
het bloed naar beneden en gaan ze dood. Zo win of verlies je
een veldslag.
De hartstocht, woede, haat, liefde is misschien dan nog een
zinloos iets. Net zo is glas hetzelfde als goud.
Misschien is God in de ogen van een kind een heel groot kind.
Alles is onecht, alles kan.
Gooi de jaloezie maar hoog in de lucht. Later zal het dan aan
je voeten uiteen vallen. Dat zijn de scherven van mysterie.

Reflectie

Stukje hemel, 2012, bewerkte foto

Hemels

Als ik geen schrijver was zou ik duizend woordwonderen bloe-
den. Niets zou mij helpen, geen gevleugeld, geen hemels
woord zou het bloed kunnen stelpen. Ik zou langzaam dood-
bloeden.
Daarom rommel ik maar wat aan en prakkiseer me grijs, pas
op dat ik niet ontplof bij te veel zelfreflectie. Topzwaar voel
ik me soms. Pas eeuwen later kan ik op meesterschap terug-
kijken. Het zal niet werken trouwens, ik zal het niet voelen.
Soms denk ik dat je in de hemel alleen maar verveling kunt
ontmoeten, er is geen enkele drang daar. Je verschuift alleen
maar zoete uren, terwijl eveneens verveelde meeuwen aan
je achterhoofd knabbelen.
Zo verschuift de zon naar een ander woord. Rust en orde doen
steevast de te korten van het denkbare leven. Kijk, ik heb in
mijn leven ook van alles verschoven om het licht te zien, maar
uiteindelijk sloopt de mist je opnieuw en begint alles weer van
voren af aan.
Soms denk je dan dat er in wezen niets valt te leren, zeker
als je er lang over hebt nagedacht. Je herhaalt een vergeten
verhaal dat even als nieuw aanvoelt. De engelentong verlept.
De ijver van vermoeide bijen is niet genoeg. Je zal poorten
open moeten gooien en niet bang zijn voor de starende ogen
in de straat. Klein en onbevangen ga je zo de vrijheid tege-
moet.
Het is een natuurwet, je kunt beter aan je eigen brein rukken
dan aan andermans machtige eiken.
En nu ga ik nog even een wilg versieren.

Bosrijk

Bos zonder regels, 2012, computertekening

Herfststuk

Grillig en wisselvallig kan het bos zijn. Ik weet er alles van,
ik woonde er lang bijna in. Feiten feilen oude troeven daar
als je even niet oplet. Ooit heb ik het bos verweten niet trouw
te zijn aan mij en dat aangelegde paden geen regels behoren
te zijn.
Mijn bos werd altijd knap humeurig als ik met mijn hond de
grond naast het pad betrad. Kleurige gordijnen van bladeren,
een walm van lijkenlucht was één van de gevolgen. Het bos
wou ons tot wrak fratsen, maar we tuinden er niet in en liepen
onze weg zonder te dommelen. Mijn hond en ik waren sterk in
die dagen. Onderweg grapte hij smoezelig: raak de slapende
hond naast de dode auto niet…(een auto had hem ooit aan-
gereden). Ik vond het heel zelfspot lollig, begreep zijn plezier.

Het bos is een vergaarbak van soezende zeeën op het platte-
land. In de herfst laten de bomen hun liefjes, de bladeren,
los alsof het ineens gebroken is waar je niets meer mee kunt
zien. Iedereen weet dat de bladeren feitelijk de ogen van de
boom zijn. Maar het kan ook zo zijn dat de bladeren moe zijn
geworden van de lange vergaderingen in het bos.
Hoe dan ook op goed geluk vertrouwen ze bij afsterven op
een later, fris nieuw leven. Bomen weten blindelings hoe dat
moet.
Je hoeft de vlag dus echt niet halfstok te hangen als er een
blaadje valt. Zelfs de stamvader laat dan een stuurloze lach
horen (wat wij mensen dan vertalen in geritsel). Geketend
aan het circuit van het seizoen verliest hij graag.
De eerste voorjaarsvlinder maakt de boom blij, knoppen gaan
spontaan weer spruiten.
Onnoembare namen van tekens liegen niet. Nooit.

Halfgod

Blue night, 2012, computertekening

Blauw werk

Zij viel niet in dienst van een vurig geloof. Voor haar geen
nodeloze strijd voor de platheid van een groot ideaal. De
schrale schimp van gelovigen deed haar niets. Integendeel
ze vond het maar sneu voor de ander. Ver verwijderd van
geloof in het hiernamaals zag zij de dood gewoon komen
en het leven eindigen zonder een eventueel vervolg.
Aan de andere kant zou zij niet weten wie ze was. Ze deed
haar plicht zonder te weten wat zij vervulde. Als het avond
wordt gaat de wind vanzelf liggen scheen ze te denken. Wij
weten wel beter inmiddels. Wij laten de rozen bloeien.
Eigenlijk zou je kunnen zeggen dat ze instinctloos door het
leven ging. Niet naamloos, dat was nog erger. Iemand wiens
ziel geen naam draagt heeft geen lichaam.
Gelukkig hoeft niet iedereen een halfgod te zijn, al is dat
vaak leuk gezelschap. Halfgoden hebben veel fantasie en
koesteren menslievende gevoelens. Bij haar gaf menslievend-
heid geen pas. Daar was ze te nuchter voor.
Het was een hele kunst om de geest zo min mogelijk aan de
wil te onderwerpen. Je verkleind daardoor je persoonlijkheid
en banaliteit komt niet voor. Tenminste niet in je eigen ogen.
Misschien was ze daarom wel verheven, vergreep ze zich aan
het grote niets.
Persoonlijk droom ik over macht en roem. Ik wil niet van nut
zijn. Ik wil iets hebben om me aan te ergeren. Ik heb een
hekel aan nut. Ik ben een altruïst op mijn manier.
Zo eindigt dit belangeloos verhaal.