Och heden

Diagonaal stel, 2012, schets

2012_diagonaal stel_k

Bewaard verleden

Midden in de wereld staan en het heden als een ruïne bekijken,
dat is een hele kunst. Of misschien valt het ergens ook wel mee.
Je hoeft alleen maar de geschiedenis te verbeelden en de erfenis
van het verlies te inventariseren. Probeer het maar eens.
De ruïne is altijd al een fotogenieke hit geweest, dus dat zit wel
goed. Beelden van de restanten van het heden is iets meer voor
surrealistische geesten. Die weten wat oneindigheid is. Van alle
onaffe tijden zijn zij de baas.
Over foto’s gesproken, hoe doe je dat: een foto van het heden
maken? Half verleden half toekomst in een diagonale vorm?

Op het moment dat je klikt is het heden gelijk verleden geworden.
Elke foto is vanzelf een Momento Mori, omdat je het moment hebt
vastgelegd, je zette de tijd stop. Aan de andere kant wordt datgene
wat aan de tijd onttrokken wordt, ook bewaard in de foto.
Een foto is dus het heden van toen, dus toch een stukje heden.
Een foto mummificeert. Die eigenschap heeft hij gemeen met het
museum.
Het blijft intrigeren dat heden, zeker met de blik vanuit het
verste uitkijkpunt.

Kennis

Het oog ziet niet meer, 2010, tekening, A4

2010_het oog ziet niet meer_k

Zaniker

zure zeurman
geel van azijnpis
donker daglicht
koud van blik
grote mensenhaters
zien de zon nooit schijnen
in hun doodsstrijd
trekken ze elkaar
pijnlijk aan de haren
piep piep au au
en dan
stil

zure zeurman
veel verdriet
en dan stinkstank
iedere nacht
verbleekt je hart
zoals ik al dacht
je hebt veel van
veel genomen
vooral van haar
piep piep au au
en dan
niets
helemaal niets

zure zanik
ziet niets meer

Later

Save Your Face, 2014, computertekening

2014_Save your face_ct

Gestreeld, gekrast

Hij vindt een weg in zijn oude woorden. Op zich knap voor
een warhoofd.
Als het er van komt laat me het dan ook zeggen, is zijn idee.
Laat me dat zeggen en antwoord dan niet. Vooral stil blijven.
Pas als ik over je haar strijk en niet vraag wat je nu voelt,
kan je voelen wat je wilt en dan is het ook zo.
Dan pas laat je de momenten van oude bekenden los. Dan kan
het feest beginnen. Het feest van het mierzoete vocht, dat echt
niet naar water smaakt.
Als je weg bent van woorden is de vrijheid op zijn grootst. Zeg
dan niet dat er niets is of dat je je alleen voelt. Die weg leidt naar
een somber dal. Je bent nooit alleen als je mij ziet.
En als ik dan nogmaals over je haar strijk, voel je dan mijn koele
hand op je hete, bezwete hoofd?
Kom laten we naar buiten gaan. De herfst krast de bomen. Het is
wild wandelweer. Buiten zal je afkoelen. Ik zal je niet alleen laten,
ik ga altijd met je mee.
Buiten zullen we bladeren vangen in het feest van de wind.
Het is ook feest omdat ik je niet raar vind. Nooit!
Ik zal een foto van je maken en er later na kijken als je er niet
meer bent.

Ouderwets

Half om half, 2015, computertekening

2015_half om half_bf

Zo kon het ooit / ze kon het ooit

Zij had hem stil, doch hartelijk lief, zoals ze dat vroeger zeiden.
Hij was een hartendief, ook al zo belegen, ouderwets.
Dus konden zij met volle vreê recht vertrouwelijk praten of
zoiets. Speculeren met veel gevoel. Zo kom je een eind.
Waar? In het landhuis uiteraard.
De nacht omhulde de top des wouds.
Het paartje koutte er vrolijk op los, van heerlijk weer en de lelijke
kanten des levens. Men herkauwde het geheellijk. Wel meer dan
duizend wissewasjes passeerden het gevoelige oor zonder dat het
een rel werd.
Geld en deugd was toen o zo schaars, onverstand iets raars.
Vele complimentjes passeerden oogverblindend. Het was een waar
genot. Niemand brandde zich aan het koude water.
Later bleek dat ze in armoede stierven, omdat ze beide twee linker
handen hadden.
Daar krijg je subiet geen schatergrijns van.
Wat morgen rood! ’s Avonds dood!
Haar hupse gezichtje tolt een laatste minnedichtje.
En de kat? Die krolt aan heur voet.
Komt alles toch nog goed.
Toentertijd kent geen tijd.

Vrucht

Paletvrouw, 2015, computertekening

2015_paletvrouw_ct

Hoor haar

Ik heb een vrouw gekend met een afwerend hoofd.
Je zag altijd haar donker kant door de kleur van haar haar.
In haar nek zag je het trillen van het licht in de aders van haar
rode slijk, zoals ze haar eigen bloed noemde. Haar vingertoppen
zaten vol emoties. Je vermoedde een kloppende lip zonder haar
te kussen.
Ik had haar graag willen zien, maar zij draaide zich op tijd weg.
Hoe kan je zo’n vrouw bereiken/breken?
Een ex-vriend legde wel eens trieste woorden op haar botten.
Dan moest ze zich uit te grote nieuwsgierigheid wel omdraaien.
Helaas was de vreugde maar kort. Te kort voor een echte studie.
Voor je het wist was ze al weer afgedraaid.
Zou je haar kunnen veranderen met het opleggen van een zachte,
intelligente hand? Het was het proberen waard.
Die nacht omringde de warme hand het koele hoofd van de vrouw.
Rondom leek het te gaan regenen (stel je er maar een dikke, grijze
lucht bij voor).
Daarna opende de hand-man zijn hand en haalde een sinaasappel uit
haar voorhoofd. Dat was de verklaring van haar afwerend hoofd.
Hij gooide de geplukte vrucht hoog in de lucht, het fladderde als een
net herstelde vogel vervolgens wild zigzaggend weg.
Zal de vlucht van de sinaasappel haar veranderen?
Of is dit gewoon een raar verhaal verzonnen door een gek?

Wind

Duitse nacht, 1998, acryl, 40 x 30 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Hemels

Johnny ligt op zijn harde jongensbed en luistert naar de nacht-
geluiden. Als hij zijn oren spitst kan hij de bladeren horen krabben,
soms lijkt het zelfs alsof ze met zachte stemgeluidjes ademhalen.
Johnny laat het raam altijd een eindje open staan, dan kiert de
nacht mooi binnen, zegt hij. Hij doet het raam nooit dicht, zelfs
niet als het regent. Hij wil de bladeren horen, hij wil ’s nachts overeind
kunnen springen als zijn badjes worden aangevallen. Over inbrekers
maakt hij zich geen zorgen, er is toch niks te halen. Bovendien zullen
de bladeren eerst gaan ritselen.
Ook de dunne, ietwat vuile gordijntjes laat hij ’s nachts een beetje
open. Hij is niet bang, hij is Duitser. Door een spleetje houdt hij de
wolken in de gaten. Wolken vertellen veel aan goede oren. Als de
wolken haastig voorbij de maan vliegen, gelooft hij dat ze dode
mensen vervoeren naar verre, vreemde oorden. Ver hier vandaan
gebeurd iets wat alle aandacht en wijsheid opeist. Engelen weten de
weg, altijd. De lange, gladde, witte vlerken kunnen vliegen waarheen
ze willen. Johnny wil later ook engel zijn.
Hij sluit zijn ogen en verbeeldt zich dat een stukje zachte witte wolk
in zijn vensteropening is komen vast te zitten. Nu niets zeggen, niets
doen. Dit moet een verdwaalde jonge engel zijn. Hij is niet bevreesd
want hij is een brave jongen, hij doet alles wat zijn vader zegt.
Dan doet pa de deur open.
Door de tegendruk vliegt de witte vlok weg.
Buiten ritselen de bladeren heftig terwijl het windstil is.

Opwachting

Blauwe man, 2010, tekening, A4

2010_blauwe man_k

Portret

Ze probeerde voor het eerst een zelfportret te maken.
Een voorstelling van haar kunstenaarschap, een eigen spiegelbeeld
met een naar binnen gekeerde blik zou mooi zijn. Liefst met een
gewonde uitdrukking of zou dat juist te veel van het goede zijn?
Trots en kwetsbaarheid moeten elkaar kruisen, ze is tenslotte een
hardnekkige realist.
Het zelfportret vertolkt het intieme buitenzintuiglijke besef. Het
bakent een bijzondere plaats af. Dat zeker, een zelfportret is geen
gewoon werk. Het is iets tussen ervaring en bespiegeling.
Die spanning is aantrekkelijk.
Ieder werk wat hoog genoeg rijpt is op zoek naar iets anders,
liefst een omkering. Het is een spiegel waar je doorheen moet,
de oppervlakte is niet meer genoeg. Dat wordt dus zoeken en
je disciplines flink afstoffen.
Wat overblijft is onzekerheid. Je weet niet of je de verwachting
wel kunt inlossen. In feite is schilderen dus afwachten, wachten
tot de uitkomst zich aandient.
Het beste woord hiervoor is opwachting. Kunstenaars zijn altijd
in opwachting, dat is hun kokend bloed.
Maar nu eerst haar zelfportret.
Zij wist niet of ze het goed had gedaan.
Dat is goed.
Heel goed.

Kracht

Dag en nacht, 1997, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Anders

het was een geloof
als iets goeds
het was niet slecht
ik liet me doen
het hield me vast

de later dode zee
liet me drijven
ik was bij zinnen
spookte jaren lang
liet me veilig vallen

kruipdierlijk staand
koudbloedig vlees
alles stroomt onmenselijk
bijna willoos uitgestrekt
het was niet goed

een sneeuwblinde kracht
deed de rest
geloof ik

Onvoorzien

Donkere dagen, 2015, computertekening

2015_donkere dagen_ct.jpg

Leegte

Hoe saai kan een landschap zijn. Het ligt voor je maar het doet je
niets.
Je bestaat, dat is zeker. Je staat te kijken en ziet loze leegte.
Misschien is het landschap in een slechte bui of wil het je juist ruimte
geven.
Als jij en ik op een andere plaats gaan staan zien we waarschijnlijk
meer. Tenminste dat hoop ik. Wij hebben dan onze neergeslagen ogen
aan een ander afgestaan, wij zijn weer fris. Wij zijn kijkmaatjes.
Soms danst de ziel hier, dat voel je aan al je botten. Aan elke voet
ligt een ketting met een loden bol. Hier zucht men diep en wacht op
de bevrijder. Zullen wij dat gaan doen? Van achter de vitrage??
Wat wil dat landschap nu eigenlijk zeggen?
Dat het dieptevrees heeft?
Kan een landschap een hartaanval krijgen als een zaaier maanzaad
zaait? Dit landschap is onvoorzien, er is te weinig aanwezig.
Kom laten we een kaarsje opsteken, dat zal alles doen ontbranden.
Daarna kunnen we een ongewoon glaasje wijn gaan drinken.

Jazz

Gedachten, 2015, computertekening

2015_gedachten_ct

Rondcirkelen

Poëzie en muziek zit in mijn familie. De graad van verwantschap
laat zich amper determineren. Zeker wanneer binnen die kunstvorm
bepaalde genres de bastaardstatus wordt aangemeten. Iedere
familie heeft zo zijn eigen dood spoor vol bokkige neefjes.
Laat ik het maar bij de meest simpele dingen houden. Geen inge-
wikkelde zinnetjes. De betekenis van het woordenspel is al moeilijk
genoeg.
Als taal losser is gemaakt zullen we veel meer gaan herkennen. Dat
zie je ook bij jazz, om maar eens een zijstraat te nemen. Twee musici
zijn met een lip oefening bezig, de beginzinnen geven ze keurig weer.
Daarna worden ze beroerd door cirkel en vierkant. Alles wordt anders.
Alle dieren vliegen van de rustige schoot.
De rondcirkelende muzikanten twijfelen nergens aan, ze maken hun
eigen geschiedenis. Mensen waarderen het, mensen zijn verhalend
ingesteld, daarom leven ze graag.
Alles zoekt zijn woeker, jammen de musici. Het klassieke contrast tussen
deeltjes en hun omgeving geeft de nodige inspiratie.
Klanken gaan. Uitdrukkingen klauwen het oor.