Landschap, 2016, computertekening
Vroeger is toen
In de schaduw aan de bosrand stond een groot huis.
Er waren nieuwe mensen gekomen en alle grauwheid was volkomen
verdwenen. Dat kwam omdat die mensen behept waren met een
zekere leerlust. In het bos hoorde je nu geen enkele knieval meer.
Een eenvoudige houthakker had alles al zwaar bonkend weggeslagen.
Dieren gaven hem een warm applaus.
Wat eens onder oude lagen stof lag kwam al poetsend als blinkend
goud helder te voorschijn. Met de kracht van een magneet van een
bezetene, die zich maestro noemde, sloeg de nieuwe man elke papzak
aan flarden. Er zaten veel losse elementen.
Alles werd met overleg verwijderd en hard aangepakt. Een nieuwe,
zonnige wereld verscheen.
Vlinders ontwaakten weer. Eenzame beenbleke bloemen kregen hun
kleur terug. Het verloren zaad rekte zich zo lang mogelijk uit en liet
zien wat echte natuur was. Hier was zeker sprake van een groot geluk
en grote rust.
Toen dat geluk het oude had weggestroomd kon de meester in stilte
verder dromen. Achter de oranje en bruine kozijnen was de wereld
één groot en mooi gebaar. Hij telde de talrijke spinnen voordat ze de
vrijheid kregen. Heel de omgeving werd losgezongen van vroeger.
Alleen de naam van het huis bleef nog bestaan, als anker voor de
postbode.
Geen dag was meer hetzelfde, de dagen waren juist aangenaam
wisselvallig. Feiten overtroefden oude fouten. Niemand raakte
overwerkt.
Totdat het lot op een slecht moment het geluk in gekte liet vallen.
Toen spoelde alles blindelings weg.
Eerst langzaam, daarna sneller dan het leven. Niet meer bij te houden.
Alle weerstanden waren opgestaan, deden meedogenloos hun werk.
Alles is opnieuw zielloos, verlaten.
Soms hoor je daar nog een lauwe, jammerlijke klarinet in de sloot bij
het huis klagen.