Tijd

Beheerst toeval, 2008, boek 97, pagina 2

2008_beheerst-toeval_b97_p2k

Die avond

De schilder die niet schilderde bewoog alleen op gevoel, voor zover
dat dan kon. Hij werd opgegeten door zijn beelden. eer. Zijn hand
was een bakje geworden. Een holte waar je iets in kon stoppen.
Toch voelde hij nog steeds de gloed van eigen kunnen. Een gloed
om niets mee te kunnen doen is net zoiets als een lege rivier voor
een vis.
De schilder die niet schilderde keerde langzaam, met moeite terug.
Zijn voet sleepte zachtjes. In de stromen van nieuwe schemeringen
kwamen de beelden opnieuw te voorschijn als goudsbloemen in de
straat. Alles kreeg een nieuwe, langzame tijd. Er was weer morgen.

De schilder die niet meer schilderde liep naar de andere kamer.
Zijn ex-vriendin zag hem wankelen, maar greep niet in.
Ze vertrouwde op het oude, zijn geluk zou hem verder brengen.
Zij volgde hem en pas toen hij echt uitschoot en viel ging zij naast
hem liggen. Hij ging zijn hoofd voorzichtig op haar schouder leggen,
keek gelukkig. Een macabere magie hing in de lucht, die avond.
Alles zonder kus.
Er is nog veel soep, zei ze bij het opstaan, ik moet nu weg.
Hij humde tevreden aan tafel en schilderde met grote letters IT = IT.
Daarna moest hij erg lachen, zonder om te vallen. Zijn ogen rolden
daarbij flink, alsof hij zich afvroeg of iedereen in het publiek alles wel
had gezien.
Later zei hij dat het alleen maar een beheerst toeval was.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *