Geluid

Spoorloos voorbij, 2016, computertekening

2016_spoorloos voorbij_ct

Ooit is nooit

De muze kent misschien geen babbel, maar ze kent mij. Altijd.
Ze toetst met haar vingertoppen woorden in mijn gestel.
Ik hoef ze er alleen nog maar uit te persen op een X moment.
Hoe gemakkelijk kan het zijn!
(hier past het geluid van een fluitje naar een cent)
Mijn losse loze woorden passen zich daarna gemakkelijk aan.
Het wonder blijft uren duren zonder dat ik er om vraag.
Mijn broek wappert  daarbij van genoegen, omdat ik tot de hemel reik.
Ik ben geen bootje wat aarzelt. Bootjes die aarzelen drijven op
niets, die zinken, gaan naar de bodem.
Daar wil ik het even over hebben, want hoe anders is het lot van
een wit/grijs persoon. Die heeft altijd heimwee naar de dag van
gister. Geluk maakt hem nog depressiever.
Zijn boekenkist blijft dicht.
Zijn naam staat alleen maar in het telefoonboek, niet eens op de
voordeur. Hij is een keer ontsnapt uit het zonlicht en de mist heeft
zich toen over hem ontfermd.
Grauw en grijs valt niet direct op in de mist. In zijn kamer verbleekt
hij snel, hoewel de gordijnen dicht zijn. Hij is een uitgebloeide,
losgeraakte bloem. In de dagelijkse ontvreemding verdwijnt hij
in de schemering der dingen. Ieder jaar sterft hij zonder dood te
gaan. Geen enkele muze bezoekt hem. Hij is als een oude schuur:
alles wat is blijft tot het vergaat.
(hier past het geluid van gierende wind)

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *