Lisa, 2010, tekening, A4
De groene plek
Het ging haar zelden om de plek, veel vaker om het uitzicht.
Ze kon zich buiten de lijst van het landschap begeven zonder eerst
iets nieuw te hebben. Door gewoon in haar eigen wereld te blijven
was dat niet zo moeilijk. Haar wereld was haar alles.
Haar éénkleurigheid vervreemdde het vertrouwde. Ze sloeg groenig
uit, werd een soort sapgroene vrouw.
Zij sloeg haar platte ogen neer en zag alleen inwendig. Als zij wil
dan kan zij hem zomaar….
Maar zij wil helemaal niet, zij kan niets met de lekkende vlammen
van zijn open haard. Het spattende geknetter irriteerde haar buiten-
gewoon. Liever hoorde ze de dichtbije, kwakende kikkerkaken.
Haar innerlijke kalmte onderdrukte haar stijgende woede.
Pas toen zij het pullengroen van woede begon te ruiken deed ze de
deur totaal op slot en was ze voor niemand meer thuis.
Zij liet iedereen woelen en glibberen.
Zij is een algenvrouw.