Herder

Openingsjasje, 2009, computertekeing

2009_openingsjasje_ct

Zonzin

In het jaar dat men ons voor gek verklaarde scheen de zon elke dag.
Alle gezichten stonden constant vrolijk en teksten werden niet meer
voorzien van leestekens. Seconden deden er ook niet toe, de zon
was voldoende. Men had het licht en de tijd.
Sommige mensen werden vrij wild van herwonnen vrijheid en voel-
den zich herboren. Dat was natuurlijk niet echt zo, maar ze konden
nu aantoonbaar aan de zonde doen en dat was tijdelijk heel prettig.
Nog voor de dood bestelden zij hun graf. Er werd niet meer gezucht.

Nu was er een kleine herder die nog nadacht. Hij zei tegen de men-
sen dat ze gevaarlijk bezig waren en dat ze binnenkort slechts een
schaduw zouden zijn in een ondoordringbaar woud. Het grote hout
zou het kleine hout zo droog houden dat het vlug zou ontvlammen.
De mensen zouden het dan niet redden en voer worden voor de
woeste, wilde zwijnen.
Zo zou het gaan komen volgens de herder en bij het afscheid van
het toeval ontstond een muur, die overliep van gewenste dromen.
Vele liefsten stonden daar naakt. De sluizen waren ontzekerd. Alles
was klaar om in grote haast uitgewist te worden.
De bevleugelde mensen stortten zich op God.
Diep in mij wist ik dat het allemaal nog lang zou duren.
Ik trok snel mijn openingsjasje aan. Klaar voor nieuwe avonturen.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *