Nullig niets

De herfst eet, 2013, boek 112, pagina 7

2013_b112_p7_de herfst eet_k

Soort theater

Hoe men ook de tongen tot vlam aanvuurt, het niets zeggen kan soms
sterker staan. Als alle lust vergaan is en al het leed is vergeten blijft
het nullige niets over. Dat niets ontroert me. De attributen van de doden
spreken, tillen de levenden op. Doden hebben die macht.
Op de achtergrond zou ik dan graag een licht applaus willen horen. Hier
en daar een echo van een leeg toneel is ook prima. Nadachtige woorden
moeten vervolgens hun weg zoeken.
Als de eenzaamste van allen onverwacht in een groter licht gaat staan,
schrikken anderen misschien een beetje voor ze toehappen. Helemaal
niet erg. Laten alle verstarde mensen zich even omdraaien en zich niet
langer blindstaren op andere troosteloze ruggen. Bijt liefelijk in de
schouder voor je. Je zult zien dat er een reactie komt. Wees niet bang
voor het riskante gebaar. Eet alsof het herfst is en je een winterlaagje
moet kweken.
Kortom: omarm de hunkering en je zult de glimwormen zien glimmen.
Ze lichten op in de ogen van de gebetene voor je.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *