Nachtwerk

Nachtboek, 2011, bewerkte foto

Nachtman

Hij had er veel tijd doorgebracht. Vroeg zich nooit af wat er nog verder
in het leven was, omdat hij nu eenmaal slecht kon kiezen tussen zijn
vele ikken.
Dus besloot hij zich op te delen en gesplitst te functioneren. Dat zouden
meer mensen moeten doen – vond hij.
Anderen vonden hem als een vreemde man met vele tongen. Hij had
altijd wel iets te zeggen had, gevraagd of ongevraagd.
Hij was een patserige poespasverteller.
Als iedereen weg was veegde de schrijver alle weggedichte ikken van de
tafel, voelde daarbij kort aan zijn strot, want daar zat zijn hart voor de
mond. Het was een tic geworden.
Opvallend genoeg trok hij hierbij zijn eigen gezicht. Heel even maar. Te
lang zou hem niet goed doen, hij zou niet meer kunnen dromen en dan
was zijn leven waardeloos geworden.
Flarden van een droom kunnen hardnekkig door je hoofd blijven spoken –
alsof je het allemaal echt hebt beleefd. Voor opheldering zou je dan je
hersenschroef tot het diepste moeten aandraaien.
En dan weet je nog niks zeker omdat je weet dat er nog meer kan zijn.
Hoe weet je de fantasie van de werkelijkheid te onderscheiden?
Die willen zich toch alleen maar vermengen!
Zo kan een charmant keffertje van een luchtbel altijd wel iets maken.
Hij doet dat expres, want hij is dol op goedkoop succes. Fortuinen worden
snel verdiend. Niemand neemt een speld om door te prikken.
Zo kan het gebeuren dat hij roem krijgt.
Omstreeks zijn dertigste is hij een auteur van naam, zij het dat die naam,
afgezien van zijn toneelwerk, op niet meer dan twee boeken is gebaseerd.
Hij: Nu wist ik op mijn vijfde al dat je een heel leven aan één of twee
werken kunt wijden….

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *