Vadertijd

Ballenspel en meisje, 1997, tekening, 50 x 65 cm

Levenspel

Op een warme Aprildag vond ik de foto van mij en zus Kitty terug
en dacht nog lang aan die verdwenen tijd, aan mijn vader.
Vanuit mijn kinderjaren zag ik meestal zijn rug of zag altijd langs
zijn rug de weg van maatschappij, maar wist niet wie hij echt was.
Hij riep mij tot zoon-schap, ik volgde hem voor de vorm, had geen
keus. Wel wist ik als kind al dat ik nooit vader wilde worden!
Of in ieder geval niet zo’n vader. Ik wilde trouwens niemand volgen.
Het lot dat door mijn handpalmen gutste stuwde zon, maan en sterren
in hun rondgang. Ik kon er niets aan doen, het was mijn gave. Onder
die eenzame mannenlamp kregen dingen minstens een dubbele schaduw.

Steeds op tijd gaf ik mezelf weer schone lakens als de klok stilstond.
De pijl van de tijd suisde snel voorbij en maakte me tot wat ik nu ben:
eigen troeteldier.
Mijn grijze haren gaan mij voor als ik de stadskaart doorkruis.
Als de storm mij voorgaat, vlieg ik op. En pas als de maan terugkeert
ben ik helemaal actief. Ik houd van die maan, zelfs als zij leeg is.
De avondklokken ondervragen je op hun gemak.
Het is een rustig getingel.
Hun dubbele weerklank geeft je alle antwoorden.
De donkere nacht vaart tegen de wind in, boomwortels staan in die
tijd heimelijk onder stroom. Zo wordt mijn boomgaard verlicht. Als
vonken zich een sneeuwbui aanmeten ben ik de zon, die alles verlicht.
Dat kan zomaar in de nacht. Dan ligt het boek der aarde open voor
mensen zoals ik. Ik zing voluit mijn lied voor het lange onderweg.
Ontmoet, geniet en neem op tijd afscheid.
Het aantal weerzien is er altijd minder dan het aantal afscheid.
Eén keer minder, tot slot.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *