OVER

Geschreven artikelen over/van Jan de Bruin


(1999: expositie Inside Outside, galerie Katuin, Groningen) Notitie bij het ge(s)laagde portret:

Deaf Post (1999)Al zo vaak had ik de gewoonte om, voordat ik ging reizen naar een nieuwe bestemming, mijn beeld daarvan vast te leggen. Even zovele keren betreurde ik die handeling, achteraf klopte het ook nooit. Ik voelde me er onvrij bij en raakte door mezelf in de war. Ik had beter thuis kunnen blijven.

Na vele herhalingen herontdekte ik het plezier van geen voorstelling hebben en ging met een vriend een espresso drinken. Toen kwam zij langs. Ik hield haar staande en zei: “Heb jij dat nou ook?” ‘Ja hoor’ — antwoordde zij.
“Nou dan houd ik van je!” Ze keek me aan. ‘Leuk’ — zei ze terug en liep verder.
Sindsdien loop ik weer helemaal naast mijn schoenen. Zeven opvolgende dagen, laten we zeggen een week, had ik nodig om weer mezelf te worden.

Zo vergat ik op een dag de tijd en kwam haar weer tegen. Direct was ik me bewust van mijn handelen. We praatten vrijuit, kenden elkaar nu genoeg, maar onze bewegingen wilden zich er steeds mee bemoeien. Blikken verraadden, onbewuste gebaren werden uitvergroot. Soms was het zo erg dat ik lachen zag als niets anders dan het op en neergaan van de borstkas.
Ik voelde me ineens klein en nerveus.

Zij zag het en zei: ‘Je hoeft me maar aan te raken en ik ben van jou!’
Daarna had ik mijn verlegenheid overwonnen en werd voortaan wakker met een blij gevoel. Bij het opstaan neem ik nu mijn hoofd mee als koffer en ga op reis. In mijn koffer zit alle informatie voor die dag en ik kan er over beschikken als ik dat wil.
Als ik ‘s avonds weer ga slapen krijgt de koffer rust en glippen er nieuwe herinneringen in, die zich nestelen in de voering. Anderen noemen dit een droom, terwijl het niets anders is dan de wind van de verandering, die je brengt waar je wilt zijn.

Als het waar is dat ieder mens een bestemming heeft, dan was bij haar zeker zo. Zeker voor mij. Wanneer ik me weer eens naar binnen schrik, en verstrik, is zij daar om door te dringen. Diep en vertrouwd. Ineens springen nieuwe wegen op. Gure, regenachtige winters worden frisruikende lentes. Ik volg haar hand en hart en weet zeker: we gaan weer espresso drinken en groeten bij vertrek.

Jan de Bruin, 1999