Lavastof

Dode vulkaan, 2013, boek 108, pagina 23

2013_b108_p23_dode vulkaan

Eindpunt

Aan het einde van het land met de klinkende dag klimt de nacht
op vederlichte wolken en speelt boven de opspringende akkers
met wat losse gedachten van mensenmensen.
Het gezaaide zaad wordt steeds doffer en verdwijnt tenslotte in
het diepe zwart. Bij dit donker blijven de dorpsdeuren dicht, een
onmetelijke zware lucht leunt op de aarde.
Dan is het goudtijd voor de bleekste sterrenjongen.
Hij laat zich fel beschijnen door de zwangere maan. Hij neuriet
daarbij een danklied. Alle welriekende putten van verzet geven het
op. Dorre schimmen schieten door de gang, nadat ze hun hete,
cafeïnevrije koffie hadden opgedronken. Zij zoeken hun ijskoude
bedjes op, zij houden niet van de nacht, zij willen zien hoe een ander
bang wordt.
Het mooie maangezicht van de sterrenjongen kan nooit slordig zijn.
Zijn rossige sproeten verkleuren in de nacht hemelsblauw, lijken wel
beelden.
Pas veel later, als de theegeur door de bleke hotelkamers geurt,
sluipen de sterren op zijn gezicht weer weg. Op de grond liggen dan
pure hoopjes lavastof. De dienstmeid zal het op gaan ruimen zodra
ze tijd heeft, zodra mijnheer haar loslaat.
Daarna schrijft ze een klaagbrief aan een familielid,over een dode
vulkaan.
Ze snappen er niets van.

Einde

Buurman, 2015, boek 113, pagina 37

2015_b113_p37k

Voet voor voet

Het wankel evenwicht dat de voeten opvoeren wordt met keel en
tong aangevuurd. Men zingt het hart uit de keel, vergeet het leed
en pakt de lust. Ontroering volgt.
Hier en daar kleeft de echo van een leeg leven nog, maar men
geeft die klank geen aandacht. Men is één met het bovenaardse.
En als het applaus aanzwelt en sommigen buitensporigheden gooien,
weet men nog van de duizend duizelige voetpassen.
Alle tenen zijn weggedacht uit het voetpaleis, de drager is geplet
plat. Puur uit speelse mateloosheid! Het wordt nu tijd om piepende
wielen te zoeken.
Als het glas moe is en de stoelen gekromd achter blijven, dan is
het druk bij de spiegels. Elke spiegel heeft zijn eigen portret.
Gordijnen zakken plotseling ineen. Een verdwaalde dolk kan nu zo
maar in een passerende rug vallen. Opletten!
Even later is de borst van de buurman te benauwd om aan te horen,
het lijkt wel of het lege peperzakje is opgeblazen. Bij het vallen blijkt
de hardste hardstenen trap iets te hard.
Langs de onstandvastige zekerheid is ineens het einde daar.
Iemand trekt even zijn been recht.

Charlatan

Bessenman, 2015, bewerkte foto

2015_bessenman_bfk

Theater

Even leek het er op dat hij onverschillig was voor vormen, maar
wij hoorden niets omdat de wind zijn mond liet wegwaaien, zodat
ieder woord voortvluchtig werd.
Daar zit je dan als valse Pinokkio onder de jammerende bessen.
Uiteindelijk versnipperde de wind ook nog zijn schaduw, dus er
bleef niets over van deze charlatan. Hij hoefde nooit meer te werken
voor de waarheid. Het was gedaan. De lampen van de waarzegsters
werden niet meer opgewreven voor een positieve uitkomst.
Als taal niet meer taal is wat is er dan nog over?
Dan is het komen en gaan misschien ook niet meer van belang.
Dan kun je alle bloemen net zo goed naar de maan gaan gooien,
voordat je weer met je liefje een lekker hapje eet.
Hij was afwisselend een trage of een driftige man die een mijlpaal
zocht, maar met zijn woordeloze gulzigheid kwam hij nergens.
Ooit leek de toekomst nog lekker te smaken, maar nu is zijn gezicht
één en al pap.
Hinkend liep hij achter zijn vroegere salvo’s aan. Niemand vond het
vreemd dat smart een totaal theater was. Je kreeg er nadorst van.

Verveling

De dichter spreekt niet meer, 2015, computertekening

2015_de dichter spreekt niet meer_ctk

Woorden

Eens was ik op een opening en zag dat alles nogal mager was.
Gevleugeld is het woord als het zegt wat het is. Soms is het woord
een enorme snotneus waar je maar niet van af komt. Daar wordt
alles dun van, je bent ineens een arm mannetje in de nacht.
Liever zoek ik een woord wat mij hoog aanslaat. Woorden als:
een zonnetje met de tedere veertjes van een mus. Vele woorden
zonder spraakgebrek. Geen koude kermis, geen koele blik. Liever
hoor ik het ouderwetse jolijt!

Een dichter hoort een met wind ingevuld woord te zijn en mag
ieder woord ontvreemden als het nodig is. Het liefst daarna in een
mooie zin gebruiken. Zonder zin is een woord een bevel. De dichter
moet zijn tong goed uitknijpen om het woord levend te krijgen.
In het museum, desnoods galerie, maakt de kunstenaar de ruimte
naadloos. Hij is de smid van het licht, de dienaar van de ogen van
een ander. In die stille waterval maakt hij zijn rivier, om hem ten
slotte weer terug te dragen naar de zon.
Zo hoort het te zijn, maar hier wordt iedere vulkaan gelijk een bult,
terwijl de sterren op springen staan.
Ik geloof dat ik maar even met mijn eigen staart ga spelen.
Ik verveel me hier en berg mijn spraak voorlopig op.

Klontertijd

Headprint, 2015, bewerkte foto

2015_headprint_bf

Ingewikkelder dan gedacht

De tijd klontert.
Voor de meeste mensen vliegt of kruipt de tijd, maar zij had ont-
dekt, door berekening, dat tijd ook kon klonteren. Dat wil zeggen:
de muzikale tijd.
Noten. Maten. Ritme. Regelmaat. Ordening. Rust.
Als de regelmaat ontbreekt, ontstaat er iets onverwachts, wist zij.
Dat onverwachte is natuurlijk op zijn mooist als je het echt niet
meer verwacht.
Dan komt de grootste emotie los.
Kom laten we herrie gaan maken, maar dan ongeordend en niet
doen alsof een menselijke stem een viool is.
Klontertijd, oneindige tijd, zee van tijd.

En als je dat niet kan?
Dan sop je op een glibberig terrein en daar kun je maar beter niet
komen. Een wensdroom kan dan al gauw omgezet worden in een
diepe vrees.
Het oor wil wel luisteren, maar gelooft niet niets zomaar. Fatale
vanzelfsprekendheid maakt onttakelde klanken. Ruimte en tijd nemen
je in bezit. Binnen één minuut is al je schoonheid bedorven, weggetikt
in wanbeheer.
Voortaan ben je je eigen tegenhanger. Je praat roestbruin en kraakt
maar door.
Je zit in een klinkend bederf. In deze laatste minuten doe je modern
geheimzinnig; je gaat gluren. Die trage, vage klanken sterven weg
als een muzikale levitatie.
Glibberig terrein zweeft zwaar.
Nogmaals: daar kan je beter niet zijn.

Domani

Vanaf morgen heeft alles zin, 1997, tekening, 80 x 65 cm

1997_Vanaf morgen heeft alles zin_80x65

Gedachte uit de vorige eeuw

Hoe de dingen gaan is nu bekend, maar hoe ze moeten is heel iets
anders. Eerst zal er nog veel van het oude kapot moeten, voordat
het andere, het nieuwe zich aandient.
Nodig mij daarom uit als de verandering begint.
Ik zal er zijn en je niet teleurstellen.
Maar noem het geen kinderspel. Dit hakken is de ambacht van een
grote koning. Wat uit mijn mond komt volgt het diepste van mijn
gedachten. Aan korte liphangers heb je niks. Echt niet.
Ga dus op zoek naar tongen, lippen en banden om nieuwe zinnen
te maken. Het zal je rijkdom geven. Je zult sappig eigen vruchten
kunnen zuigen. Je zult genieten zonder het zweet op je voorhoofd
weg te hoeven wissen. Je leeft met prettige koorts.
Benoem je nieuwe woorden.
Proef ze en denk aan de hand die werkt.
Werkende handen snuiten alles wat donker walmt.
Weet daarbij dat niets uit zichzelf zal gaan.
Verkoop je spierkracht niet, wees er zuinig op.
Pak de aangeschoven stoel, ga zitten en doe vrij nonchalant.
De zon zal de vlam aan de voorkant van iets nieuws laten branden.
En jij zult je je er opnieuw aan warmen.
Bovendien heeft alles vanaf morgen zin.

Letters

Diagonaal alfabet, 2013, boek 109, pagina 46

2013_b109_p46_diagonaal alfabet

Amor Fati

Hij is zijn smaak nooit verloren, is ongemerkt speciaal geworden.
Sensationele wisselingen van licht en donker hebben hem zo
gemaakt. Hij kan heel mooi aangloeien en uitdoven. Heel uniek.
Hij laat zich graag ontroeren door alle letters van het alfabet.
Het rondletteren maakt hem rustig. Soms zo rustig dat hij in slaap
valt. Vogels schuilen daarbij dan snel onder zijn grote, donkere jas.
Deze dierenvriend is een ontzettend verre neef van Noach, dat zie
je zo. De natuur verbeeldt zich wonderbaarlijk in zijn omgeving.
Bloemen fluisterden uit bescheidenheid dat ze niets anders zijn
dan een niets betekenend schrift. Bloemen willen niet benoemen,
zij geuren uit zichzelf al genoeg.
De horizon trekt op zijn beurt grillige, rode kronkellijnen, waardoor
het oude hout weer veel mooier uitkomt. Als je dichterbij staat
geniet je nog meer van de kleurige kakofonie.
Tenslotte wordt alles verzwolgen door een wakker geworden lijf.
Alles stijgt op, komt spontaan de mond uit, waarop de zon alles
weer verbleekt.
Zoals gewoonlijk wiegt de wind het totaal weer weg en heeft hij
even niets meer te zeggen.
Terug bij af is het mooiste begin.

Onbestemd

A artist is not a philosopher, 2013. boek 110, pagina 91

2013_b110_p91_sorry

Per Strada / Onderweg

Het mooie van onderweg zijn is misschien wel het onbestemde.
Je weet dat je dingen gaat beleven die voor de rest van je leven
onvergetelijk zijn. Echt, je denkt dat niet alleen, het staat vast!
Het gevoel dat je iets goeds voor jezelf doet stemt je ongekend
vrolijk. Je bent een reiziger in hart en ziel, die geen genoegen
neemt met de plaatselijke horizon!
Zoiets moet ik gevoeld hebben toen ik in 1991 met mijn busje
dwars door Italië reed. Anderen ervoeren mij in die tijd mis-
schien als een dwaalgeest, maar ik was niet dwalend en zeker
geen geest. Ik doolde niet, ik woonde niet in de wolken, ik had
een plan: ik wilde verdiepen.

In mijn begintoestand brak ik aanvankelijk af wegens invallende
duisternis, geen enkele verbinding sloot nog aan. Ik had kennelijk
wat begeleiding nodig en vond op iedere hoek een kroeg waar
muziek uit de jukebox stroomde en waar imposante , rustige
mannen hun grappa dronken.
Toch overleefde ik met gemak, schreef opgewekte brieven met
warme kusjes naar het thuisfront. Het richtingloze beviel me.
Ik raakte tot mijn eigen verbazing niet uitgeput, maar groeide in
iedere ruimte. Goedbedoelde ontmoetingen maakten zich gereed.
Ik kon me amper beheersen, wilde steeds meer van dat moois.
Tot mijn groot geluk leek geen enkel verhaal meer verzonnen.
Immers, zodra verhalen worden verteld, zijn ze waar.

Zo gaat dat ongeveer met kunst.

Stil

Das Schweigen, 2015, bewerkte foto

2015_das Schweigen_bf

Beter stil

Mooier dan de oude leugen is een nieuw terloops.
Ik wandel schouderophalend, soms neuriënd, aan de voet van eigen beschaving.
Wat denkt een mens hier eigenlijk te doen?
Ondergaan in eigen temperament? Per ogenblikkelijk?
Ik dacht het niet, ik heb er geen tijd voor, ben te nieuwsgierig en
kijkkleurig. Mijn morgen is steeds vandaag.
In mijn wereld vraag ik je met blote handen rozen te plukken.
Ter geruststelling: alles blijkt veel meer dan een illusie te zijn.
Kom manmoedig aan tafel zitten. Schuif niet te voorzichtig aan.
Zwijg niet.
Steek bij wijze van creatieve daad je naakte voeten in mijn volle soepkom.
Zwaai daarbij flink met een morsig servet. Het zal veel indruk maken.
Stille mensen vergeet je snel.
Benieuwd wie straks gaat praten.

Mensentaal

Not the pale moon, 2000. bewerkte foto

2000_not the pale moon_bf

De bleke klok tikt aan de hemel

Je zou van de nacht kunnen zeggen dat het zwaar beduimeld licht
is. Alleen een waterig, beek maantje steekt misschien nog wat af.
Vergis je niet, de taal waar je in die tijd doorheen moet waden is
zuivere mensentaal.
Dichters dichten de nacht vol. Een maan wordt vuil ei en krijgt de
schuld van alles wat in de weg loopt. Toch treft deze dichter geen
blaam, hij heeft ons bedorven materiaal weer rechtgezet, bijgesteld.
Zijn gezuiverde mond heeft gezegd hoe het er met ons voorstaat.
Dus luister goed naar die tijdelijke geest.
Misschien is de nacht ook wel een schaduw in een ondoordringbaar
woud. Als je voldoende tijd neemt is er veel te bedenken. Overal.
De plaats speelt geen rol. Over het gezicht van de nacht dacht ik
wel eens dat geel bebloed was. Of dat de maan een hemelklok was,
die de sterren wegtikte.
Dat zou zomaar kunnen, al moet je daarbij oppassen voor de och-
tend van het oog, die vreet alles weg.
De donkere dochter van de nacht laat zijn sporen na. Haar lippen
vernielen de lucht als ze lacht. En jij mag daarna alles weer dansend
opfleuren. Het morgenland zal je blij begroeten met zijn ingeblikt
licht. Groot geluk verdraagt veel licht en laat onze vrijheden spelen.
De gele klok tikt aan de hemel gewoon door.