Laddy’s Gohst, 2002, bewerkte foto
Zweefruimte
Tegen een uur of zes in de ochtend ging ik naar de badkamer om te
plassen. Het was al licht, de vogels floten vrolijk. Verder was het stil.
Terwijl ik wat heen en weer liep maakte ik mijn handen droog na het
wassen. Door het half open raam kwam net genoeg frisse lucht binnen
om een beetje wakker te worden. Net genoeg om te merken dat ergens
iets niet klopte. Ik voelde me schichtig, vreemd.
Er waren een aantal voorwerpen onlogisch verzet. Het spookte.
Door een kier zag ik ook dat er ineens iemand in mijn net verlaten bed
lag. Ook vreemd. Mijn warme dekens had iemand aangetrokken!
Ik vluchtte snel naar beneden, wou naar de kamer, maar kwam in een
grote schoolachtige ruimte. Het bleek een expositieruimte te zijn en er
hing een oud werk van me: Laddy’s Gohst. Het gekke was dat dat
schilderij minstens twee keer zo groot was als oorspronkelijk.
Ik zag dat het beter was en dus was het waar wat ik zag en ik besloot ter
plekke dat ik voortaan in de zweefruimte zou blijven, daar was het een
stuk leuker.
Toen werd ik wakker en moest plassen.