Ontraadseling

Doorgezakte punten, 2013, boek 111, pagina 19

2013_b111_p19_doorgezakte punten_k

Aan het voeteneinde gebeurd veel

Ik ben er altijd van overtuigd gebleven dat er soms een vrouwen-
hand nodig is om iets zichtbaar te maken, zoals ik ook altijd ben
blijven geloven dat de draad van Ariadne alleen maar vuil-geel kan
zijn – schreef Cornel Bierens ergens eens.

Ik ben dat om de één of andere reden blijven onthouden, kon het
nooit vergeten. Soms zie ik iemand op staat lopen die daar aan
doet denken. Dezelfde gele broosheid. Beschadigd, kwetsbaar als
doorgezakte punten.

Laatst passeerde een bleke blonde man mij en ik voelde dat hij die
ochtend humeurig naar het voeteneinde van zijn bed had gekeken.
Hij volgde daar zijn eigen verveelde blik, werd er niet vrolijker van.
Waarom doet zo’n man dat? Waarom zwelgt hij in zijn eigen smeu-
lende blik?
Hij had pijn. Was net geopereerd. De chirurg had te laat gezien dat
er iets mis was. Hij had de operatie verprutst. Haastig werd een
noodverband aangelegd. Kort daarop kwamen een aantal specialisten
fronsend aan zijn voeteneinde om de schade op te nemen.
Terwijl ze zo zorgelijk aan zijn lichaam porden noemden ze hem be-
leefd meneer, was hem opgevallen. Dat deed hem goed.

Verder werd er veel gezwegen, alleen de instrumenten praatten.
Nu, na wekenlang kwakkel, was hij weer thuis en deed voorzichtig
zijn eerste stappen buiten. Frisse lucht doet goed. Verse zuurstof.
Dat denk ik dan als ik zo’n bleekneus voorbij zie schuifelen.
Hij is echt geen uitzondering, bij ieder mens op straat heb ik direct
een verhaal. Het gaat vanzelf.
Om moe van te worden.
Om blij van te worden.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *