Heimwee

Poem, 2013, tekening, A4

2013_poem_A4k

Die dag

De hele dag was nog intact, de wereld vol landschap.
Ik zag haar zo plotseling dat ik alles vergat waar ik mee…
Ze heeft me neergezet waar ik moest doorlopen tussen het steen
en het gras. De tijd heeft zich verder aan mij voortgezet. Zelfs
een wonderlijk waaiende wind kreeg mij niet om.
Wie ben ik als ik straks vertrokken ben?
Haar boezem stroomt, ik bedel. Ik raak ingepolderd en lig nu op
mijn kant. De wereld lijkt open. De kop die ik krab lijkt steeds te
willen zingen. Voor een antwoord wijkt hij uit, de droom moet nog
even voortduren. Het stuifmeel hecht zich aan mijn oog, verzet
zich later. Het woord is te laat. Wat onbenoemd blijft groeit.
Ik dicht in eigen warmte:

verteert van binnen
kwam alles buiten
vouw mijn lichaam dubbel
ik wil onthullen
zoek diepe nacht
zoek diep bed
scherpe begeerte
slaat op hol
hemel en aarde
smeken schrijlings
op elkaar
het bloed bloedt
wil weerzien
eeuwig handwerk
starende blik
naakte gebaren
laten aarde bewegen
mijn bloem is mijn bloem

Daarna stap ik uit mijn droom.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *