Onderonsje

Bloeitakje, 2013, bewerkte foto

2013_bloeitakje_bf

Vrije droom

Vrijheid hoeft niet iets te zijn. Vrijheid is een vlek. Soms iets kleins.
Dat voelde ik op een feest in Italië. Ik heb gezien dat de schedel
bijna van de romp afviel, puur uit genoegen en zag dat er een
constante stroom uit ellebogen kwam. Je kon er met gemak een
heel dorp mee verlichten. Dankzij die uitzinnige mensen voelde ik
mijn vrije vrijheid en botte ik uit. Hartelijk dank daarvoor.
In mijn mooiste Italiaans zei ik inhoudelijk zoiets als:
geef de gebroken stem meer lucht, geef het gebroken oog meer
licht.
Men was diep onder de indruk, veel meer als ikzelf. Eigenlijk vond
ik het wat overdreven en aanstellerig. Italianen geven graag groot
applaus. Zij hebben het uitgevonden.
Zelf bleef ik meer een half tevreden buitenstaander, die half dronken
van hervonden vrijheid gekscherende dingen zei, dus dat was echt
niet veel bijzonders. Ik moest de echte dingen nog meemaken wist
ik, voelde ik. Graag zou ik bijvoorbeeld een blauw hart willen hebben.
Ik denk niet dat het gaat lukken.
Maar goed, zo’n belachelijk onderonsje deed me toch goed.
Een poosje later bleek dit een vrije droom te zijn. Ook goed.

 

Andere ik

Gedwongen droom, 2013, bewerkte foto

2013_gedwongen droom_bf

Onschuldig

Als kind was ik niet, dacht ik.
Ik, die mijn eigen gezicht kende en er ook nog eens van hield, ik
herkende het gezicht van mijn dubbelganger niet. Dat was op zich
opmerkelijk, het gebeurt niet zo vaak dat je je eigen gelijkenis in-
eens voorbij ziet komen. Het maakte me bang.
Misschien was het gewoon mijn aangeboren dwarsigheid die de
herkenning belemmerde. Ik vond die ander veel ruwer, mijn lijnen
waren ook perfecter. Toch keek ik in de spiegel, was vier jaar.
Toen ik ging spreken sprak mijn alter ego als een papegaai. Heel
ergerlijk. Voortaan moest ik twee rollen tegelijk spelen!
Verbaas je niet over deze anekdote, ik heb het allemaal zelf beleefd
en gezien. De gelijkenis tussen mijn tweelingbroer en mij heeft veel
bedorven, ik begon mezelf te wantrouwen, wat niet gezond is op die
leeftijd.
Kort daarna kwam de oplossing, ik voelde me filmacteur. Oefende
allerlei stemmetjes op het toilet, in die tijd nog het meest eigen
plekje. Zo kon ik mij met gemak verwisselen met mezelf als nieuw
persoon. Het was wonderlijk en zo echt dat ik er zelf stevig in ge-
loofde. Zelfs al verscheen hij als twee keer dezelfde persoon, niets
kon mij verhinderen dat mijn oog altijd de lijn zou waarnemen in
het midden waar de twee helften zijn samengevoegd.
En nu ben ik vergeten wat mijn andere ik wou zeggen.

Donkerte

Gelaagde vrouw, 2013, bewerkte foto

2013_gelaagde vrouw_bf

Vanuit het donker

Ik staar en plotseling staat daar iemand buiten. Iemand in een
steeg. Vanuit de donkerte komt het op me af en staat stil. Ik
kan het hoofd niet goed zien, het is te donker, loop iets naar voren.
Nog steeds kan ik het hoofd niet goed zien, wel haar jurk, die flod-
dert. Ik sta bewegingsloos in mijn huiskamer, verroer me niet,
houd mijn adem in. Mijn ogen staan knipperloos wijd open, mijn
hart bonst hoorbaar.
Zij staat buiten, ik binnen. We bewegen geen van beide. Ik blijf
binnen zolang het kan. Ik zweet, heb het koud. Ik val samen met
mijn lichaam, ben gereduceerd tot iets bewegingsloos.
Haar blik is strak, ze ziet mij vast. Wat wil ze van mij?
Ik heb het gevoel dat we beide nooit meer weggaan van onze plek.
We zijn haast verstijfd. Ik voel een koude hand in mijn nek.
Mijn adem stokt. Ik durf me niet om te draaien.
Dit beeld is als het stollen van een nachtmerrie tot één enkel beeld.
Nu kan ik alleen nog maar op tijd wakker worden en ingespannen
staren naar het raam, een stoel er voor waarover kleren hangen.
Ik begrijp dat ik thuis ben en ook deze keer ontkomen.
Het zijn mijn eigen kleren die mij zo strak aankeken.

Kwinkel

See me sometime, 2013, bewerkte foto

2013_see me sometime_bf

Vreemd voorval

Ik wil je een verhaal vertellen over een heel groot wonder, maar
ik ben helaas vergeten waar het eigenlijk over ging. Heel vaag
weet ik dat ik iets vond bij een bron met schoon en helder water,
maar toen ik ging zitten was alles weer weg. Sneu, ergerlijk.
Wat moet je dan? Opgaan in het gekwinkeleer van vogels? Het is
een optie.
Misschien ging het verhaal over een adellijke dame, een freule.
Haar brandende wangen, haar koortsige ogen, haar koortsige lip,
alles stond strak. Er was geen zachtheid aan trekken. In het uur
van haar grootste glorie was ze zo teleurgesteld dat haar spraak
was weggevallen. Vanuit de schaduw belaagden nare ogenblikken
haar. Pas als de nacht was gevallen had ze eindelijk rust.
In het donker kon je haar beschadigingen goed zien, uit die diepe
wonden straalde wit licht. Zij was haar eigen sterrenhemel gewor-
den. Het leek alsof ze zichzelf van binnen kon belichten.
Je zult begrijpen dat ze opviel, aandacht trok.
Gedreven door een onweerstaanbare emotie viel de menigte vaak
op de knieën en keek in extase naar de roerloze freule. Men dacht
dat ze een vreemde god was, die blij in het leven kon zien.
Als de nacht voorbij was was op die waterplek niets meer te zien
van die nachtelijke verschijning. Wel was het gemarkeerd met een
kleine bloedvlek.
In de volksmond noemde men deze plek later de Freulevijver.
De freule verschijnt niet meer, Staatsbosbeheer heeft er een stokje
voor gestoken. Zij houden niet zo van occulte drukte.

Gedicht

Blue work, 2013, bewerkte foto

2013_blue work_bf

Groot werk

omdat het wit
en licht is
heeft een ruimte
zich van een werk
voorzien

de geluidloze wand
zwijgt als de leegte
tegen het krijtgrijs
van het oppervlak
omdat het licht is

een groot werk
aanwezig werk
rechthoekig gedacht
op doek geschilderd
maakt de ruimte ruim

nu nog verkopen
zonder heimwee

Andere tijden

Half naakt, 2012, bewerkte foto

2012_half naakt_bf

Hoofdzaak

Het opgeborgen hoofd kan niet luchten en doet raar. Iedere code
is zoek. Je stond al in je hemd, maar nu, nog naakter, gaat dit
huis stinken als een vergeten kaas vol maden.
De bliksem kneusde je gevoelige plaat pijnlijk, maar je houdt je
kranig, je bent niet hanig. Laat dat gebroken oog maar rustig
vallen, het ziet toch niets in die vervuilde gootsteen. Iets dwaalt
over je wang, je veegt het snel af, het was iets van jarenlang.
Nog even dan blaast het opgeborgen hoofd zichzelf gewoon op,
de vergrotingskoker werkt immers als gist.
Iemand die te lang bang is is voortvluchtig, loopt in eigen mist.
Alles wat in woede is ontstoken laat diepe sporen na. Woorden
vertellen meer dan ogen of handen in zo’n geval is mij verteld.
Als de zwoegende klok zegt dat het tijd is om te gaan moet je
niet stil blijven staan omdat iemand anders dat heeft gezegd.
Geef jezelf een trap voorwaarts en laat het opgeborgen gezicht
mooi onvindbaar blijven. Je kan er niets mee. Je hoeft er niets
mee, het is geen draagbaar portret.
Je bent een kroon in een menigte bloemen. Alles in blijdschap
neergezet voor je geliefde gasten, die met jouw ook in eeuwig-
heid zijn ingebed.
Ga naar huis en doe de deur op slot.
Andere tijden zullen volgen, waar dan ook.

Huizentocht

Blue print, 2012, bewerkte foto

2012_blue print_bf

Zoektocht

Na lang zoeken is een huis niet meer een huis, maar een stem uit
de leegte, die tegen de mensenmassa is opgestaan.
Men zegt zo mooi dat een mond zich aan het einde van het lichaam
bevindt, maar ik betwijfel dat zeer. Wat zich daar ontvouwt is vaak
een vreemde vorm, waaruit nog vreemdere woorden komen.  Woor-
den die op zoek zijn naar een tastbare bron zijn onbetrouwbaar.
Later:
Uit de min of meer vertrouwde vorm ontvouwt zich een nieuwe
vorm. Diep uit de bodem laat zij een nieuw licht vallen op al het ge-
vraagde. Ook de open gangen naar de slaap krijgen schijnsel.
Pas als het toeval trouwt met het terloopse komt het nieuwe huis in
zicht. Het water staat stil, de haven is bereikt, de zaden zijn aange-
blazen. De regelmaat zal voortaan nieuw zijn.
Vraag dus niet hoe laat het kan worden, want dat weten wij niet.
Het gevonden huis zal je licht likken, omdat het een en al oog en
oor is. Het heeft de diepte van je hart vol geproefd en is meer dan
blij met het verdwijnen van je afwezigheid.
Niets gaat boven het huidige honk waar men uiteindelijk is.
De stille sterrennacht getuigt in rozengeur.
Deze fata morgana hoeft geen woestijn te zoeken om te beelden.
Dromen vliegen in, vliegen uit.
Met het winnende paard onder je reet gaat alles naar wens.
Altijd.
(nu niet meer wakker worden)

Seizoenen

Diagonale cipres, 2012, bewerkte foto

2012_diagonale cipres_bf

De herfst, de winter voorbij

Bloesems vallen voorbij en de vroege lentevruchten luchten in
zonnige weelde. Zij proeven de wanhoop van de laatste twee sei-
zoenen als een halve bezetene en wurmen zich in de volle grond.
Het zaad heeft zijn beurs goed gevuld blijkbaar en laat de aarde
branden. Alles begint opnieuw nadat het was weggestreept.
Mijn geheugen zit vol hiaten, maar de lente is niet stuk te slaan.
De blijde schoonheid van het frisse en diverse groen wast mijn
hersens volledig schoon. Er is weer toekomst.
Pas op uw schatten! Waar uw schat is wordt gehakt. Dit seizoen
maakt mannen wreed, zij storten hun oogkassen uit over de stad.
Aan de weerskanten van ieder evenwicht  hangen twee nare dwaal-
lichten. Zij zoeken de horizon af, houden kromme ruggespraak. Zij
doden iedere kus.
Aan de andere kant gooien zij glassplinters in hun bad, zodat wij
hun later weer op kunnen vissen uit hun eigen bloed. De natuur
regelt dat zelf. Niemandsland wordt daarna gesloten.
Als het kwade ver weg is zijn de gemeende emoties nooit ver. Stof
levert rondvliegend spektakel of doet een dialoog met het speeksel.
Helaas komt aan alles ook weer een eind. Dat is pijnlijk, doet zeer.
Uit zomerschaamte blijft de herfst soms weken weg. Daarom zijn
de portieken in die tijd altijd zo vuil.

Na-sis

Kunstkus, 2012, bewerkte foto

Mooi moment

Ooit ben ik in het huis van de engel geweest. Dat is een ander
woord voor museum of art. het is een krachtige, stille plek
waar aandacht nog aandacht is. Je vindt er mooie mensen
die niet snel schrikken van glasparels om de hals of uiteen-
gereten vleugels )met zorg versneden door de moordenaar).
Er zijn vaak een heleboel vrouwen onder deze hemel. Ze rit-
selen flink met hun dijen. De echo van de ruimte doet zijn
best. Mannen verslikken zich bijna in eigen adem.
Ik hoor iedereen lentegroen lopen. In mijn oren klinkt het
als muziek. Muziek hoort bij het huis van de engel. Hier wap-
peren dode wimpels. Ovale blikken worden verzonden. Men
schijnt niet op elkaar te letten. Schijnt, want niets is minder
waar. Je wordt ontkleed waar je bij staat.
Een vrouw stond bij de wand van het oosten. Ze boog zich
licht voorover en kustte een werk met een kruis erop. Dertig
ogen volden het, meer bleven stil. Alleen de oogtanden waren
licht aan het tandenknarsen.
Ik raakte de jonge vrouw licht aan zoals katjes dat alleen
kunnen doen. Zij murmelde een soort nachtelijke jazz terug.
Het heilige haar waste daarna onze voeten
Het was met recht een mooi moment.
De herinnering zit samengedrukt rond de oostmuur. Als je
goed hoort hoor je het nog nasissen.
Soms moet je alles geven om echt te leven.

Decemberpraat

Kleurige weg, 2012, bewerkte foto

Intensief moment

Het dunne jaar van het stof is bijna ten einde, het is Decem-
ber. We voelden het aankomen, we voelden dat het moest.
Andere jaren deden er niet meer toe.
Misschien is het besef te danken aan grote vermoeidheid of
misschien sliepen we te lang. In ieder geval zijn we nu klaar
wakker en niet eens wanhopig.
Toen de uren zich nog vermenigvuldigden met niets doen,
was de dag lang en ook ineens voorbij. Het slapen, de hele
dag, ging zonder onderbreking gewoon zijn gang.
En nu, na de plompe gang, ben ik op de juiste weg en heb
mezelf weer lief. Dat wou ik je even laten weten.
Een beek van kleurige vruchten stroomt tussen mijn benen.
Ik hoef me niet te bedekken, de buren zijn wat mij betreft
dood. Het stromen wekt mijn lente. Ik mag er zijn. Ik ben
aan de beurt. Er is geen ontsnapping mogelijk.
Zo is het altijd geweest in mijn huis. Drie kamers vertelden
wat je moest doen. Alsof het een wet was, zo streng was
het dictaat. Uiteindelijk kwam ik dan in het verlichte bed
onder het raam. Ik voelde altijd de wind in de nacht, waar
het wapperend zwart nog trager is dan ikzelf. Jaren vlogen
mij snel voorbij. Ongrijpbaar supersnel.
Niets onaangenaams snuift nu nog in een donkere hoek.
Iedere dag, ieder moment wordt intenser.