Helder hoofd

Territorium, 2001-2013, bewerkte foto

2001-2013_territorium_bfk

Ooit

Ik zie niet graag tot welk punt de mens zich kan verlagen om te
blijven leven. Daarom ben ik blij dat het nu geen oorlog is. Af en
toe zie je nog steeds van die mensen die zich zo gedragen alsof
het wel oorlog is. Dan ben ik weg, ik hoor niet bij de mensen die
hun hoofd buigen, ik vlucht liever de bossen of bergen in, daar
is alles eerlijker. In mijn gebied hoef je niet te strijden om niet te
sterven, daar vergooien de vrouwen hun lijf niet op de zwarte
markt om brood te kopen.
Ik strijd hoogstens voor een helder hoofd, vrijheid en geweten.
Dus als er zo’n klojo aan komt kruipen en artiesterig zegt: ‘heb je
ooit een maagd van dichtbij gezien?’, zal ik steevast antwoorden:
‘nee, niet van dichtbij en ook niet van veraf’, om daarna snel te
verdwijnen. Psst! Wat een onderwerp! Schaduwen van schaam-
delen!
Uiteindelijk zijn waarschijnlijker twee verschillende mannetjes in
mij. Eentje is verzot op lyriek, kreten en volzinnen; die woont op
de hoogste toppen van mijn denken. Een ander graaft graag diep
en spit alles uit wat echt is, waarbij geen onderscheid bestaat
tussen het kleine en het grote der dingen.
Af en toe eten ze van elkaar.
Heel verfrissend.
Daarna ga ik naar een elegant café met een gulden lichtglans, om
een roodbloedig glas wijn te omhelzen.
Meestal blijf ik thuis.

Voorjaar

Craquelé kop, 2013, bewerkte foto

2013_craquelee kop_bf

Onder de blauwe hemel

Onder de blauwe hemel lijkt ze wel behekst. Haar twintigjarig
strakke lijf zingt een lied over een vogel van klei. Je ziet de
barstjes en nerfjes al. Als ze niet zoveel vertrouwen had in zich
zelf was ze allang van de aardbodem verdwenen of gewoon op-
gelost. Misschien was ze dan zelf wel die onverhulde, blauwe
lucht geworden. Dan zou licht, schaduw, klank, kleur niet meer
bestaan. Dan zouden groene vlammen heen en weer schieten
over het gras, hunkerend naar jou, bloem. Het vuur zou je wil-
len omhelzen.
Maar ja, het is niet zo, de warme wind waait hoogstens wat kleine
zorgen aan of misschien wat vreugde.
Als je nu pas ontwaakt, duw dan je raam ver open en zie hoe het
nieuwe licht rondvol verlangen is. De blauwe hemel is zwanger van
een nieuwe compositie, voor wie het wil zien.
De lente komt en zegt winter ga je even weg? Je gewatteerde jas
kan thuisblijven, je draagt de glans en warmte nu zelf. Alle zorgen
zijn bevroren, de winter neemt ze mee. Het voorjaar loopt arm in
arm de nacht in, twee paar ogen kijken naar morgen. Geen gras-
priet durft zijn eenzaamheid te bezingen. Klank is taal geworden.

Oude gewoonte

Aangekondigd vertrek, 2013, bewerkte foto2013_aangekondigd vertrek_bf

Vluchter

Hij trok zich terug in het verleden, noemde het toch nieuw terrein
en voelde zich eindelijk thuis. De dagen en nachten daarna waren
goed gevuld. Gevuld met eigen-ik-engelen-geduld.
Hij zou zichzelf definitief uit de roulatie moeten nemen, om de
mensen te beschermen tegen zijn mooie praatjes.
Hij is een hart- en zielenbreker, een opportune kansgluurder. Hij
geniet als de ander bang wordt door zijn verzuurde wijn of be-
dorven vlees verhalen. Hij wil bloeien, anderen mogen misère.
Leg dat maar eens uit aan een te vroeg geboren fantast.
Hij weigert de dialoog in een probleem-besterde lucht. Het alsof
van vele jaren, is gewoonte geworden. Hij bokt de gebakken lucht.
En dan ook nog eens de hele nacht doorvragen hoe laat het is!
Irritant!
Ondertussen heeft hij geen geld, waarschijnlijk betaalt hij voor het
gebodene met gedichten. Hij kan goed schrijven over zwijgende
landschappen. Grote bomen doen daar hun wonderlijke verhalen.
Vreemd genoeg is hij nu vertrokken. Het bed was leeg en al koud
toen hij geroepen werd voor het ontbijt.
Op het kussen lag een kort briefje met: Hooghartige lui zouden
als eerste moeten sterven. Wat niet alleen vreemd was, maar ook
nog eens erg onaardig na de gastvrije ontvangst.
En dat is nu juist zijn ding. Onaardig gevonden worden vond hij erg
prettig, noodzakelijk.
Men zegt dat hij nu gestorven is, maar die wens zal hij zelf wel
verspreid hebben.

Rode bank

Kamer, 2013-1980, bewerkte foto

1979-2013_kamer_real artist _dk

Het rood van de tijd

als de deurwacht diep in slaap is
keer je dan weerom naar mij
wat oud is laat zich omhelzen
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht in slaap is
kijk dan terug naar de zakkende zon
wat verdwijnt verschijnt
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
kom dan snel over de brug
schreeuw je liefde voor me uit
de roos is rood en van deze tijd

als de deurwacht diep in slaap is
schrik dan niet van mij
in mijn opengaan en bloei is
de roos rood en van deze tijd

Vet

Patatje oorlog, 2013-1998, bewerkte foto

1998-2013_patatje oorlog_bf

Fredje Fried

Ja, ik heb hem gekend, een dikke vette Belg. Ik heb hem zelfs
twee maal ontmoet. En hoe!
De eerste keer zag ik hem in de buurt van een frietkraam, uiteraard,
hoe kan het ook anders, het was zijn eerste huis.
Een andere keer maakten we samen een uitstapje. Zomaar, ner-
gens naar toe, ik weet niet meer precies waarheen, waarschijnlijk
naar de kust, Oostende zoiets.
Hoewel hij doorgaans in één adem genoemd wordt met mij, be-
tekende hij voor mij helemaal niets. Echt onbegrijpelijk die samen-
voeging. Zonder overdrijving ben ik veel groter, belangrijker, zeker-
der. Dat is geen overschatting. Bovendien was zijn woning echt
veel te klein voor mij. Liever bleef ik buiten staan.
En dan die eindeloze eetverdeling van hem. Onverzadigbaar leek
hij. Constant was zijn maag in oorlog. Het leek wel één groot
borrelorkest. De gassen hadden vrij spel. Alles werd willens en we-
tens zonder aarzeling naar binnen geschoven.
Nee, ik hoef hem niet een derde keer te ontmoeten. Mijn hoofd
zou zich dan zo schamen dat het waarschijnlijk zou ontploffen.

Blijvend

Dode Raveel, 2013, bewerkte foto

2013_dode raveel_bf

Voor altijd blijvende herinnering

Hoe gaan we ons Roger Raveel blijven herinneren?

Als de man uit Machelen aan de Leie, die de schilderkunst in Vlaan-
deren opnieuw uitvond. Een aandachtige kijker op de dingen in zijn
naaste omgeving. Hij toetste het aan de leegte van de wijde hemel.
Het samenvoegen van de lokale werkelijkheid met een eigen mys-
tieke abstractie, maakt hem tamelijk uniek.
Hij liet een nieuwe visie licht zien.

Wat is zijn meest opvallende kunstwerk en hangt het in de galerij
van een verzamelaar?

Raveel was een bijzonder productief man, die vijf decennia lang
onafgebroken schilderde en ook installaties maakte waarin hij soms
letterlijk fragmenten van de werkelijkheid binnenbracht.
Een fantastisch voorbeeld van dat laatste is zijn ‘Karretje om de
hemel te vervoeren’, waarmee hij ook letterlijk de straat op ging.
Nu doet hij dat in alle waarschijnlijkheid in het echt.
De kunstenaar werkte vooral voor zichzelf en de eeuwigheid, zo
dat de Vlaamse overheid, toen ze hem eenmaal een eigen museum
wilde schenken, van hem ook de belangrijkste werken voor dat
museum kreeg. Een vrijgevige man dus.

Waaraan kan het oog een ‘echte Raveel’ herkennen?

In zijn stijl zitten elementen van de internationale pop art, van het
nouveau realisme en het minimalisme, aangepast aan de Leiestreek,
zijn streek. In zijn grote zintuiglijkheid en mystieke gevoel zit na-
tuurlijk ook de hele erfenis van de Vlaamse Primitieven. De duif, het
witte vierkant, de man die kijkt (naar de muur, de straat, de daken,
de kat, de muze/vrouw, de spiegels).
Een werk zonder de eenvoud en de frisheid van deze elementen is
geen Raveel.
Hij was een echte vriend van zichzelf.
Zeer bescheiden en mild voor anderen. Mooie man.

Dennis H.

Projectie, 2013, bewerkte foto

1998_projectie_bed.adem_bf

De ruimte

Het verschrikkelijke was dat helemaal niemand kwam. Hoe zondig
kan een ruimte zijn? Misschien had de geschiedenis de zaal ooit al
uitgewoond en lag er een vieze vloek op de vloer.
Is dit wel vermeldenswaard?
Ik vind van wel. Ik ben een liefhebber, op mijn manier, van verni-
sages met een speciaal karakter. Kleine bombarie is altijd leuk!
Hier had de kunstenaar de bedorven adem van Dennis Hopper wil-
len tonen.
Het leek hem een leuk idee, hij had er nog veel werk aan gehad.
En nu was er niemand, men deed kennelijk aan de sneuste sport.
Jammer dan, zijn tastbaar geheugen was hierdoor niet versneden.
Hij hield zijn gloeiend goud goed in het oog. Als men zijn vruchten
niet lustte dan at hij alles zelf wel op. Het ging tenslotte om de groei.
De galeriehouder wou nog wat mensen gaan bellen, maar dat had
hij gelijk afgewimpeld. Deze historische maaltijd hoefde geen groot
onthaal of aalmoes.
Kortom, hij brak de tentoonstelling terstond af, het wachtwoord
was gebroken. De kieskauwende kijkers bleven maar mooi in hun
eigen hersenschim. De eigenaar van de ruimte keek treurig, zag de
dollars wegvloeien, de hapjes en drankjes werden snel opgeruimd.
Later:
Weer thuis voelde hij zich moe maar voldaan. Zijn vruchtgebruik
lag her en der, schoon en altijd eetbaar. Hij liet zijn gedachten de
vrije loop en kwam tot de conclusie dat hij voortaan over zijn eigen
adem zou spreken. Zijn gammele en geestige materie zou iedereen
opnieuw verbazen, men zou er zeker snedig van gaan stotteren.
Na een kleine vrolijke huppel, er was alle ruimte, schonk hij nog
eens in.

pompompom

Stukje oeuvre, 2013, bewerkte foto

2013_2005_stukje oeuvre_bf

Rollende werkelijkheid

Zie, zij hebben een karretje op wielen gekneed. Het werk mag zich
voortaan voortrollen tussen de duizend knappe tongen en dito lui-
sterende oren. De papillen zullen geen honger meer hebben.
Vrienden en vriendinnen, nu is het feest! De levende lucht viert
vrijheid en laat het verleden rustig uitlekken. Dit karretje rijdt van
pompompom en is niet om te lachen. Het is een eerlijk karretje, de
tijd rolt rustig mee.
Meer woorden, meer armen, ik zal je verwarmen – schijnt het werk
te zeggen wordt gefluisterd. Kijk, zij is de nicht van Vincent, roept
een kind die de aardappeleters kent. Zij huilt, zegt een dichter, er
is een schitterende wimperring rond de ogen…
Zo praat en gaat men.
Het was en is een mooie tentoonstelling, dat is zeker.
En van ver af kun je het nog beter zien.

Over kunst

Het vertrek, 2013, bewerkte foto

Unemployed Man

Wie is wie?

Een weg loopt niet. Jij loopt de weg.
Niemand ziet mij, behalve een hond misschien.
Dan komt de wegloper thuis en krijgt zijn vragen.
Ben je trots op je werken?
Je zegt dat je alleen een beetje verbaasd bent, dat je het allemaal
hebt mogen realiseren. Maar jij was het wel die dat deed zonder er
mee bezig te zijn. Het is een lange weg, die nu ook kort lijkt te zijn.
Zijn kunstenaars onderling vrienden?
Kunstenaars zijn daar niet mee bezig, zij maken kunst.
Vrienden zijn grote schilders, maar voelen ouderwets aan. (lacht)
Ze weten ook dat ik er zo over denk en ik vind het ook leuk hen
te choqueren. Ze willen voor hun inspiratie niet meer putten bij
mensen die beïnvloed zijn door onze cultuur, want dat geeft oorlog.
Liever komen ze van kinderen en geesteszieken lenen, omdat die
nog zuiver zijn en niet beïnvloed door onze cultuur.
Dat heet inspiratie. Heel fris en vernieuwend in de kunst.
Therapie?
In zekere zin, het is maar net hoe je het bekijkt of wil bekijken.
Eigenlijk zou ik onder ieder werk moeten zetten: ik heb dit voor
u mogelijk gemaakt. Dan zou het pas af zijn.
Uiteindelijk heb je dan alles bereikt en dan?
Ach, oh, dat is niet altijd zo. Je begint met iets en het schilderij
zegt je om dat anders te doen. Je doet een actie en dan word je
verplicht dat erbij te voegen en dat erbij te doen en zo gaat dat
verder. Dat is de praktische taal. En als zo’n werk lukt, dan zeg je:
“Heel goed gedaan!” (lacht).
Ben je een gelukkige man?
Ja, ik ben gelukkig dat ik dat allemaal heb kunnen realiseren.
Maar ik ben ook wel een verbaasd man dat ik dat allemaal héb
gerealiseerd. Als ik verbaasd blijf dan is het goed. Ik geloof in
een sterke geest.
Is er muziek als je werkt?
Altijd!
Laten we daarom in stilte eindigen.

Volgelopen nacht

Maannacht, 2013, bewerkte foto

2013_maannacht_bf

De gele klok tikt aan de hemel

Je zou van de nacht kunnen zeggen dat het zwaar beduimeld licht
is. Alleen een waterig, beek maantje steekt misschien nog wat af.
De taal waar je in die tijd doorheen moet waden is, vergis je niet,
zuivere mensentaal.
Dichters dichten de nacht vol. Een maan wordt vuil ei en krijgt de
schuld van alles wat in de weg loopt. Toch treft deze dichter geen
blaam, hij heeft ons bedorven materiaal weer rechtgezet, bijgesteld.
Zijn gezuiverde mond heeft gezegd hoe het er met ons voorstaat.
Dus luister goed naar die geest.
Misschien is de nacht ook wel een schaduw in een ondoordringbaar
woud. Als je voldoende tijd neemt is er veel te bedenken. Overal,
ook bij honger, is er voedsel over.
Over het gezicht van de nacht dacht ik wel eens dat geel bebloed
was. Of dat de maan een hemelklok was, die de sterren wegtikte.
Dat zou zomaar kunnen, al moet je daarbij oppassen voor de och-
tend van het oog.
De donkere dochter van de nacht laat zijn sporen na. Haar lippen
vernielen de lucht als ze lacht. En jij mag daarna alles weer dansend
opfleuren. Het morgenland zal je blij begroeten met zijn ingeblikt
licht. Groot geluk verdraagt veel licht en laat onze vrijheden spelen.