Tijdelijk

Rouw, 2010, bewerkte foto

2010_rouw_bf

Stille kamer

weer een seconde
om
weer een hele seconde
om
precies op de seconde
af
gaat weer een seconde
om
ga deze seconde maar
na
een seconde vliegt
om
vliegen kleven om het
even

na een seconde
kijken
oude tijden even
om
de tijdelijke brei
draait
nieuwe tijdslijnen
komen
tijd heelt immers
wonden
het tijdelijke
is
tijdelijk warm
zoals een mens

Naakt

Rugdennen, 2013, bewerkte foto

2013_kijker_bf

Achterkant

Het was koud. De stilte was voelbaar voor de gevorderde mens.
Zijn wetenschappelijk oog ziet alles zwart wit terwijl het atelier
vol kleur wijd open staat.
Het eerste licht breekt bijna zijn benen, hij let niet op. Zijn harig
haar praat met zijn zitvlees, waardoor hij de stemverheffing van
het schilderij niet hoort.
Zelf speelt hij de kunstkenner en penseelt hier en daar nog wat bij.
De compositie klopt, maar de kleur past zich te veel aan, vindt hij.
Dat is natuurlijk iets persoonlijks en dus waar. Zijn eigen palet is
waarschijnlijk een smeerboel, waarbij de kleurtjes elkaar flink af-
beulen. Het is veel werk. Je moet daar maar van houden.
De kunstenaar, meer van de belle peinture, roert zijn verf met
verve. Hij is meer dan beeldend, hij is voelend en melkt alle ge-
knielde tranen. Hij schaamt zich niet. Nooit gedaan, want dan
vervuil je je bron, zegt hij. Het raakt liever het aureool van diepe
schoonheid aan, vertroebelt de verzwegen schade en laat onder-
tussen het onbewaakte via via ontsnappen.
Als hommage aan de natuur liet hij een flinke tatoo op zijn rug
zetten: een geurend dennenbos. De halsreikende reuzen nippen
aan zijn achtervlees, ze waaien bij iedere kromming mee. De
frisse lucht in de takken tintelt zijn weg.
Het is duidelijk, deze natuurman is graag naakt.

Telefoon

Rood hoofd, 2011, tekening, A4

2011_rood hoofd_A4k

Over het rood

Peter belt Paula op.
Zij antwoord niet.
Wel is er een band opgenomen die zegt: Dit is 4527517, als je na
de piep een boodschap achterlaat, word je zo spoedig mogelijk
teruggebeld. Hij herkent de stem niet.
Peter spreekt in. Hij smeekt om vergeving en een teken van haar.
Een teken van begrip, goedkeuring. Een tweede piep dwingt hem
te stoppen terwijl hij nog lang niet alles heeft kunnen zeggen.
Hij wordt kwaad, loopt rood aan. Hij probeert het nogmaals. Nu
lukt er helemaal niets, de band is kennelijk volledig vol.
Daarna krijgt hij spontaan koorts. Zijn lip springt open, hij proeft
bloed. Hij is bij nader inzien ongelooflijk boos op Paula. Wat denkt
ze wel.
Hij wenst haar een langdurige, zeer onaangename pleuris.
Drie dagen daarna belt hij haar toch weer.
Zij antwoord niet.
Hij hoort wel een andere stem aan de andere kant, een mannenstem.
Vreemd, ongelooflijk vreemd. Zie je nou wel! De heks!
Dan gaat de telefoon op een onverwacht moment.
Hij neemt op en een vreemde onstoffelijk stem zegt:
Dit is 4527517…
als je na de boodschap…..
Het is zo eng dat hij snel de telefoon in de houder terug doet. Hij
wil het niet weten.
Die onwerkelijke smekende stem krijgt hij de hele dag niet uit zijn
hoofd..

BimBam

Stamboom, 2013, bewerkte foto

2013_stamboom_bf

Plaatsbepalend

In het algemeen zijn mensen goed van aardgeest. Ze vertonen
zonder mopperen hun zonnige schaduwen en zingen het liefst
volkomen naakt.
Af en toe verwondert men zich over eigen afkomst.
Na een lange stilte lieten je minnende verre voorouders elkaar
weer los, het zaadje was geplant. Tussen al het zwart van die tijd
horen hun zilveren oren veel nagereisd geritsel. Het meisje schikt
haar veertjes weer en glimlacht. De jongen slaapt al.

Toch was die daad van ooit plaatsbepalend. Een zonderlinge actie
is gauw gemaakt. Als ik mijn grote adem op laat staan zie ik in
mijn verbeelding dat mijn ouders hun wapens in het gras hadden
neergelegd. De wapens gingen geuren als het gras, net zo als hun
lichamen daarna geurig bitter en zoet werden.
Ze lagen daar luchtig in het luchtige. Hun krullen krulden samen.
Hun wangen werden rood. Hun wereld werd even één. Een nazomer
doet soms een kreupele vogel opvliegen.
Zo moet ik ongeveer ontstaan zijn die zomerse dag.
En later zong ik wild onder de wolken. Mijn voorhoofd was vol en
moest geleegd worden. Men keek verwondert en schudde het hoofd.
Nog later liet ik de tafel duizelig dansen. Zandverstuivingen vlogen
heen en weer. Men waarschuwde mij vergeefs en ik spartelde ge-
wiekst weg langs een wankele wenteltrap. Verderop lag immers de
open wereld. Mijn wereld.
Buiten het zicht raapte ik mijn vrienden op. We waren vaak in de
dolle dauw van de vreugde. Alleen de zon en de maan waren getuige.
Veel later na een web vol ragfijne ellende weet ik waarom ik naam-
loos ben gebleven: ik was te bloemrijk, had te veel bimbam kennis

Raad

Doodskleed Raveel, 2013, bewerkte foto

2013_doodskleed raveel_bf

Nawalm (na de dood van Roger Raveel)

Hoe de dingen gaan is nu bekend, maar hoe ze moeten is heel iets
anders. Eerst zal er nog veel van het oude kapot moeten, voordat
het andere, het nieuwe zich aandient.
Nodig mij daarom uit als de verandering aanvangt.
Ik zal er zijn en je niet teleurstellen.
Maar noem het geen kinderspel. Dit hakken is de ambacht van een
grote koning. Wat uit mijn mond komt volgt het diepste van mijn
gedachten. Aan korte liphangers heb je niks. Echt niet.
Ga dus op zoek naar tongen en lippen en banden om nieuwe zinnen
te stichten. Het zal je rijkdom geven. Je zult sappig eigen kleurige
vruchten kunnen zuigen. Je zult genieten zonder het zweet op je
voorhoofd weg te hoeven wissen.
Benoem je nieuwe woorden. Er zijn er veel.
Koester ze en denk aan je hand die al werkt.
Werkende handen snuiten alles wat donker walmt.
Weet daarbij dat niets uit zichzelf zal gaan.
Verkoop je spierkracht niet, wees er zuinig op.
Pak de aangeschoven stoel, ga zitten en doe nonchalant.
De zon zal de vlam aan de voorkant van iets nieuws laten branden.
En jij zult je er opnieuw aan warmen.
Ja ja, je bent al goed, Alter Ego.

Spel

Honolulu hoek, 2013, bewerkte foto

2013_honolulu hoek_bfc.kt2010_honolulu hawaii_d

Honolulu glorie

Als zij op haar handen gaat staan slingert ze haar benen naar de
maan. Een jas of shirt schoffelt haar hoofd, zoals een hovenier met
een groot hart dat zou doen. Uit de broekzak vallen enige munten.
Niemand raapt ze op.

De op de kop wereld laat oude werkelijkheid vervagen en brengt
nieuwe vruchten. Het eens droevige bloed kookt nu van onbekende
opwinding.
Deze dagdroom zoekt de wolk in een teek en smaakt zeker naar
meer. In haar ontwakende ogen bestaat geen tijd, terwijl jouw aan-
blik het aandenken constant nadert.
Nog even dan springen gevaarlijke vissen uit haar bloes en dan ga
je snel naar de bliksem. Je raakt buiten het zintuiglijke.
Wanneer de wanheer komt weet je niet precies, maar kijk uit: op
dat moment kruipen de muizen uit het oor van de rat en dan kan
je het wel schudden. Ze vreten je op! Je gaat er eraan!
Geniet van dit ondersteboven gezicht, stop het in een doosje en
ga het schuin houden om lief te hebben.
Rondom staan ook de kinderen als schuim op de hoge melk. Zij
hebben allen bloemen in de mond. De zon huilt van vreugde en
laat zijn regenboog zien.
Na dit buitenkansje kan je altijd nog gaan bellenblazen.
Niets hoeft. Er is een engel op mijn raam verschenen.

Zwart

Hi Black Pearl, 2000, bewerkte foto

MINOLTA DIGITAL CAMERA2013_dec.inrichten assen 012d

 

De schouw

Een donker werk boven een donkere schouw.
Je vraagt je af of dat opzettelijk zwart is of beroet werk.
Bij nadere beschouwing komt er een soort Michelin mannetje te
voor schijn uit de diepe diepte. Hij bestaat uit zwarte parels.
Het zijn nog jonge parels, later zullen zij afbladeren tot moer.
Een parel spreekt tot iedere verbeelding, daar weet Vermeer meer
van. Volgens de overtuiging van de Mongolen verhoogt afkooksel
van parels de kracht van de mannen. Parels schijnen vrouwen mooie
dromen te geven, maar dat lijkt me niet juist. Uit eigen ervaring
weet ik dat ik zonder die parels ook geweldige dromen kan hebben.
Bovendien zijn mijn dromen ook zeer culitivé.
Anderen vonden dat de kunstenaar je in de slaap van de fantasie
probeerde te krijgen, zodat hij ondertussen goed in je bevleugelde
leeghoofd kon vlooien. Een beetje nieuwe luister kon geen kwaad.
Het verhult onbuigzaamheid.
Het zwart en zeker het te veel aan zwart, kan je inzicht behoorlijk
bederven. Het mindere licht is ontploft en laat bijna niets meer zien.

Ik ken een dichter die het had over het zwart gaapt altijd aan.
En inderdaad, het zwart is het moedernaakt oneindig als het heelal.
Daldiep wordt je misschien nog getroost met het zwart en is op
zijn mooist als schaduw van het water.

Lagen

Kunstkus, 2013, bewerkte foto

2013_kunstkus_bf_k

Warm onthaal

gelaat gelaten
een vaas roodt

uit blijdschap
kust ze het doek
geen monster
geen gesloten deur
houdt haar tegen

uren uren
een waas roodt

alles geurt
als menig maaltijd
eeuwigheid
is op zijn plaats

geordende orde
een kandelaar kantelt

een goede getuige
doet alles opnieuw
het slechte geweten
sterft in de ruimte

publiek publiekt
verf versmelt

het opgeborgen hoofd
gecodeerde lagen lucht
volmaakte vormen
vertrappen al het vorige

het wou naar buiten
het hoofd blaast zich op

Nacht

Enter, 2013, bewerkte foto

2013_enter_bf

De avond

Soms is de zonsondergang van korte duur. Niet erg. Als het maar
gedenkwaardig is. Dan blijft de ernst achter, zodat je gedachten
vanzelf gaan groeien.
Als echte nachtwerker weet ik hoe de nacht spoelt. Hand in hand
staan de walsjes in het hoofd klaar. Even de muziek zoeken en het
feest kan beginnen. Spoel de glazen maar!
Het wonderlijk proces, het wankele lustspel, doet al het andere
verder vergeten. Tongen vuren vlammen aan, ook als je er niet echt
op zoek naar bent.
Hier en daar zweeft soms nog een verloren echo, misschien wil hij
aanzwellen tot applaus. Dat raad ik af. Het is een verkeerd attribuut,
je hebt er niets aan. Gewoon negeren, andere dingen doen.
Het mooie van de eenzelvige avond is dat je er energie van krijgt.
Pas als het ochtendlicht onderdak krijgt ben je moe. Een avond
heeft mij nog nooit overvleugeld. Alle eenzaamheid is dan verstard.
Ik woon alleen tussen mijn ledematen en geloof heilig in de avond,
het is mijn ding.
Ook schreef ik een hoop fraaie brieven op dat tijdstip. Mijn geest is
dan kennelijk goed wakker. De knarsende stadswind heeft op dat
moment geen enkele vat op mij. Ik zing van binnen.
Dat is de naakte, kaalhoofdige waarheid.

Abstract

Het hoofd tussen de regels, 1997, bewerkte foto

1997_het hoofd tussen de regels_bf

Twee bergen

Tussen twee bergen ligt het dal. Al jaren. Het ligt er al zolang er
mensen zijn of misschien was het daarvoor ook al dal. Het kan ook
zijn dat het toen een groot meer was of misschien was er een an-
dere berg op de plaats van het dal en is die berg in de nacht door
een kwade god uitgegumd.
We weten het niet en waarom zouden we het ook moeten weten.
Dit ter inleiding.
Ik wilde het eigenlijk hebben over iets abstracts.
Abstracties kan je niet overtuigen, zij zijn te wijs en laten zich niet
dwingen. Abstracties maken geen trede die ze niet kunnen beklim-
men. Zij behoren de heel hoge lucht toe. Alles is snel te zwaar voor
het dagelijkse. Daarom hebben huizen o.a daken. Een verloren ab-
stractie zou er anders zomaar doorkachelen en dat geeft later veel
ellende.
Kijk, toen de wind nog vast zat aan zijn eindeloze voeten en al het
ochtenblauw of de nachtmist nog niet vreemd was, toen hadden de
mensen nog nergens last van. Zeker niet van abstracties. Het onaan-
gedane gehoorzaamde gewoon de dagelijkse dingen. Niks aan de
hand! Misschien was alles uit zichzelf wel abstract.
Ik kan het je zelfs nog sterker vertellen: vroeger rustte men uit
terwijl men terugging. Men kon zich vermaken tot een reptiel en
met een beetje moeite werd een fossiel dan springlevend. Ik praat
nu over lang vervlogen tijden, de tijden van het Krijt.
Men had werkelijk nog de tijd! Alleen de luchtschrijver, met zijn eigen
alfabet, had het razend druk, hij moest alle wolken instructies geven.
Wolken kunnen uit zichzelf niets. Wolken hebben lege hersens.
Later is de luchtschrijver een luchtfietser in crisis geworden.

Allemaal weetjes, borrelend uit de vette toongrond tussen de bergen.