Wiel

Beetje misselijk, 2013, schets

2013_beetje misselijk_schets_k

Alles is maar een idee

Vandaag ben ik zes weken van huis. Dat is niet lang, ik verveel
me niet. Het is krankzinnig om altijd thuis te zitten, de oude ge-
woontes trekken dan veel te langzaam voorbij. Je kunt ze beter
achter laten en je overgeven aan een volkomen onbekende om-
geving. Geen hotels boeken, gewoon gaan reizen. Je moet jezelf
kunnen horen en verstaan.
Nu ben ik de tachtig al gepasseerd, heb een zeer been. Moet ik
mezelf niet wat meer rust gunnen? In tegendeel, zou ik zeggen,
een mens moet zich nuttig maken, anders heeft het leven geen
enkele zin.
Daar zit ik dus, op die andere plek en ben onbereikbaar. Waarom
zou je altijd bereikbaar moeten zijn? En voor wie? Toen ik het plan
had om weg te gaan vroeg men vaak: ‘wat ga je daar doen?’ Daar
blijkt maar weer uit dat niemand echt over de grens kan praten en
ik antwoordde dan ook plagend: ‘het wiel uitvinden!’
Men keek daarna dan wat meewarig en dacht aan acute dementie.
Als je brood hebt en nog geen boter dan ga je je aanpassen is mijn
idee. Meestal fantaseerde ik heerlijke gerechten en vergat snel die
knagende honger. Als beleg nam ik karakter op karakter. Dat is een
heerlijke smaak, probeer het maar eens.
Vraag nooit iemand om de tijd. Het doet er niet toe. Je wandelingen
zijn belangrijker, je loopt alle frustraties zomaar weg.
Kijk, ik ben dan wel oud qua getal, maar mijn lichaam en geest doen
het nog zeer goed. Elke fout in toonhoogte, accent, klank of ander
misverstand is allang opgeruimd. Vol overgave werp ik mij in de
nieuwe tijd.
Zouden ze dat bedoelen met alles is koek en ei?

Gevoel

Schaammeid, 2012, schets

2013_DR_schaammeid_k

doel

haast elke keer maakt ze een valse start
de eenzame uitweg uit het lijden
die volgde, zat vol verlangen en ijdele hoop

welke stroming ze ook volgt
haar vastgekoekte waanreligie
hoort enkel van ziel en geesteszieken

steeds als haar wijsheid iets opvangt
is de deugd al voorbij geweest
en blijft het hart achter, vol verlangen

ze blijft zitten in haar hoogste levensdoel:
bevredig je verlangens met gevoel.

Twee zielen

Het tekenen ontmoet het schilderen, 2013, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Oude hippie

Het was ineens mode, een tweetalige voordracht. De tweetaligheid
zat hem niet in een echte andere taal, nee ze spraken in dezelfde
taal, het waren twee innerlijke stemmen die spraken. Een stem en
een tegenstem zoiets. Sommige kunstenaars ervaren datzelfde ook
bij tekenen en schilderen. Twee zielen in de borst.
Het was een leuk genre. Kleine groepen van voornamelijk jonge
mensen waren er erg goed in. Men begon het zelfs te zingen en
noemde het new rap of top splitting. Het praatzingen werd nog
populairder toen de grote industrie zich er mee ging bemoeien.
Ooit:
Echte kenners weten dat de rap gewoon ooit in Afrika is begonnen.
Met de komst van de slaven naar de Verenigde Staten kwam ook
de muziek van de slaven mee naar Amerika. Tijdens het vaak één-
tonig werken van de slaven op de plantages begeleidden zij zichzelf
vaak met ritmisch gezang. Soms met hele wilde uitspuugteksten. Zo
overleef je barre tijden.

Toen de slavernij werd afgeschaft konden de voormalige slaven zich
wat “vrijer” bewegen, maar er was nog steeds sprake van tweespalt,
discriminatie: De zwarte mensen werden nog steeds onderdrukt.
Het werd hen bijvoorbeeld nog steeds verboden om van openbare ge-
legenheden gebruik te maken en een aantal beroepen mochten
ze niet uitvoeren, wat betekende dat zij overwegend slecht betaald
werk verrichten. Dan is tegenzang een uitkomst! Het verdrijft stille
armoede. De tegenbeweging zoekt en vindt nieuwe wegen, geluk.
Een oplossing voor deze armoede was voor sommigen het op straat
vertonen van hun kunsten. Muziek was voor deze mensen een uit-
gesproken manier, letterlijk, om zich te luchten. Ze gaven zichzelf
op die manier een bepaalde waarde terug. Ze waren als het ware
troubadours uit die andere tijd.
Zelf vind ik rap een te Amerikaans woord, ik zou het liever snelspraak
noemen. Zo kan het tekenen ook snelspraak zijn van het schilderen.
Dus:
Deze schoonheid was a wise of mind en daarbij rap van tong
A hundred years of mensenlevens is werkelijk het prijzen waard.
When you see a flowering field steek dan wat bloemen in je haar.
Toch vrees ik dat you’ll laugh till je kaken later kraken. Zij zullen
het begeven.
Dit alles heeft weinig te maken met de tekening, maar moest even
gezegd.

Geluk

Op juist gewicht, 2013, schets

2013_DR_op juist gewicht_k

Rond hoofd

Ik was als kunstenaar een kind van mijn tijd. Toen ik vier was ging
mijn eerste tekening over heldhaftige gedachten. Waar het vandaan
kwam weet ik niet, waarschijnlijk had ik iets gehoord van een oude-
re broer. Ik tekende een feniks, de voorbode van een wijs bewind.
Met wat ik tekende kon ik met gemak een tas vullen. Allemaal in
de achteloze uren gemaakt.
Het klinkt wat opschepperig, maar het is ook waar, het is zo ge-
gaan. En nu komt het wonderbaarlijke: nog steeds gaat het zo.
Het is een groot, gewaardeerd wonder. Geen enkele dag zit ik zon-
der idee of verbeelding. De bron vult zichzelf constant aan zonder
er om te vragen.
Misschien heb ik het geluk van de wereld dat ik de huilende wind
kan verstaan. Bij ondergaande zon spreekt hij tussen de bladeren.
Zo weet ik hoe ik schade kan vermijden. Het wordt me op tijd in-
gefluisterd. Daarom zijn mijn botten zorgeloos en loop ik hand in
hand met de hele dag.
Sommige mensen zien mij in de nacht met een hoge mast op mijn
eenzame boot meander varen. Zij vergissen zich, ik ben nooit een-
zaam en vaar niet. Ik veeg hoogstens mijn bloesempad wat schoon.
Te midden van alle inspiratie ben ik mijn eigen vrije bron en dat
zal ook zo blijven. Als kunstenaar ben je eigenlijk vertaler van het
overleven. Overleven kan nooit saai zijn, zelfs niet in barre tijden.
Ik verwacht van mezelf dat ik altijd meedoe, ik heb ooit de honger-
dood overleefd. Ben nu op goed gewicht.

Mooi moment

Dode man (R.R.), 2013, tekening, 50 x 65 cm

SAMSUNG DIGITAL CAMERA

Impressie

Dode man staat onder de tekening geschreven, maar is dit wel zo?
Het zou net zo goed over een ondergaande zon kunnen gaan.
Tijdens zonsondergang zijn de stralen die schuin op het aardopper-
vlak schijnen heel gelijkmatig verdeeld. Dat is een mooi moment.
Dus de titel had ook mooi moment kunnen zijn. Waarschijnlijk ook
beter verkoopbaar daardoor. Alles is tenslotte maar een idee.
De zonnestralen van het middaguur zijn weer heel anders. Het in-
tense licht laat de rotte aarde min of meer smeulen, licht en scha-
duw zorgen voor een scherp contrast. Pas als de zon ondergaat
worden alle lichtdeeltjes verzameld en in een grote zak gedaan.
Zelfs in het kleinste hoekje, waar normaal gesproken niemand
komt, is dan geen schaduwplek meer te vinden. Je ziet geen hand
meer voor je ogen, laat staan iets anders. Het spookuur heerst.
Bij zonsondergang laten de laatste stralen ook geuren na, geuren
van gedroogd beddengoed, stof of groene natuur. De oorspronke-
lijke geuren duiken op dat moment op. Het is alsof de geur een
gedaante krijgt, je neus raakt er verstopt van. Ademnood volgt.
Deze dode man doet me dus vreemd genoeg denken aan adem-
haling. Door de ademhaling van de mens wordt het cement van
eigen huizen dag na dag herboren. Vooral ’s morgensvroeg is dat
goed te ruiken frisse en koel geur van de mens is dan op zijn
best.
En later, na enige tijd, gaat de zon helemaal en tijdelijk onder.
De avondschemer is begonnen. De impressies van stralen spelen
hun laatste spel. Geluiden en geuren gaan slapen.
Morgen is er weer een dag van sterven.

Zure lucht

Schaamkind, 1992, acryl, 80 x 80 cm

MINOLTA DIGITAL CAMERA

Familiejuwelen

Eigenlijk heb ik het niet zo op familie.
Dat komt door verkeerd spel, verkeerde ervaringen.
Toen ik nog heel klein was rekte ik iedere ochtend bij het wakker
worden mijn armen uit, kneep mijn handjes tot een vuist en greep
dan heel vaak in de familiestront, dat als een hoopje naast mijn
kussen lag. Niet zo prettig en onbespreekbaar smerig.
De merkwaardig zure lucht van deze stront was so wie so niet te
verdragen en dat de geur bijna niet van mijn vingers af wou vond
ik helemaal misselijk makend.
Overdag had ik daardoor veel last van bijna niet te stelpen bloed-
neuzen. De ingehouden spanning moest kennelijk eruit. Men iso-
leerde mij dan in een apart kamertje, perste met geweld een steen-
koude sleutel in mijn nekje, scheurde oude lakens in flardenrepen
om het bloed te stelpen. Daarbij lag ik dan languit gestrekt op de
vloer. Niets hielp echt. Pas toen ik mijn rust weer had gevonden en
besloot dat het nu maar eens over moest zijn, hield het bloeden op.
Tot slot gaf ik mezelf dan een harde klap met mijn platte hand
tegen mijn schedel, iets wat ik van mijn grootvader had geleerd
als hij boos op zichzelf was en suizebolde dan de dag verder rustig
door. Zo was het best te doen.

Nu mijn leven voor drie kwart voorbij is heb ik mij er bij neer ge-
legd, de familie weet niet beter. Het is niet de mooiste kant van de
natuur zullen we maar zeggen.
Nog steeds kan ik mijn eigen hoofd goed raken.

Te laat

Zwaaiman, 2013, schets

2013_DR_zwaaiman_k

Het afscheid

Je bent te laat gekomen.
Voordat je kwam is zoveel gebeurd.
Nu sta je voor me en herkent me niet eens.
Je geeft me geen hand.
Ik heb werkelijk alles geprobeerd om je te bereiken, maar nu je
tegenover me staat weet ik niet meer wie ik heb achtervolgd.
We zijn vreemden voor elkaar geworden, ondanks mijn wind die
nooit ophield met blazen. We kunnen elkaar niet eens opnieuw
verlaten omdat we elkaar niet meer zien.
Je bent niet gekomen.
Je zag mijn zwaaihandje niet zwaaien, omdat je wereld te klein
bleek voor de mijne. Ik neem het je niet kwalijk, je kunt er niets
aan doen. Je genen werken niet echt mee.
Als je aan een deur moet trekken ga jij uit onmacht juist duwen en
zeggen dat een ander je heeft opgesloten. Je bonkt net zolang op
je ziel dat zij murw is en dan bloedt de wereld in rode vlekken door.
Je zegt dat de lucht zo rood kleurt door het grote kwaad.
Het kwaad neemt je. Het bezit je en maakt dat je niets meer bent
dan een verkreukeld bierblikje.
Tenminste dat voel je zo.
En dan is dat waar.
Maar het is niet mijn schuld. Ik zie wat ik al wist vanaf onze eerste
ontmoeting en heb het zo niet gewild.
Er komt teveel stoom onder je motorkap vandaan. Je ruikt naar ver-
schroeide olie. Ik kan er niets mee. Echt niet.
Vandaar dit afscheid zonder woorden.
We leven verder in onze eigen kleine besognes.
Kalm in het besef dat we niet alles onder controle moeten hebben.
Dat moet genoeg zijn. De nieuwe stilte zal kalmerend werken.
Andere werelden zullen zich vanzelf weer aandienen.

 

Voorjaar

Glow in the dark, 1998, acryl, 30 x 40 cm

1998_the latest glow_k

Nieuw licht

Na de eerste week van februari is er altijd nieuw licht, je krijgt
overal weer zin in, het oude hoofd blijft achter, we gaan vooruit.
De winter gaat dood, laat krampachtig zijn laatste vlokken vallen.
Witte netten worden nog één keer met zout bestrooid. De zon
treedt veel en langer in het open licht. Veel sneeuw sneuvelt, de
aarde roept en bot uit. Klinkende lippen van de lente kussen bijna.
Handen gaan open, slaan niet langer een kruis.
Als het zachte spel van de voorjaarsregen bloesems doet open
barsten, dan kan het feest pas echt beginnen. De fluistergeboorte
laat al zijn fris bleekgroen zien. De natuur lijkt er verliefd op te
zijn. Ergens hoor je de mieren piepen, maar het kunnen ook mui-
zen zijn. Zeker geen wormen, die maken geen geluid, zij kronkelen
slechts hun saaie modderweg.
Het weinige van het werkelijke gaat steeds meer worden. Het verre
blauw nadert tot bijna dichtbij. Nog even en dan komt de duisternis
tot volle stilstand. De leegte zal glimlachend lieve woordjes gaan
spreken. Men mag weer zichzelf zijn en niets verhullen.
Had de lente maar een eeuwig leven. Voor altijd mooi.

Aarding

Dirty dog, 2013, schets

2013_dirty dog_schets_k

Kruiper

In onbezonnen termen als ‘meesterwerk’ wil ik niet spreken.
Het is waar dat zo’n tekening lekker wegkijkt ondanks zijn gevoel-
de complexiteit. Veelbelovend is hier een betere term. Kennelijk
wilde maker iets oproepen wat er normaal gesproken niet of nooit
doorbloeide. Zijn we ineens getuige van een pikante gebeurtenis?
Is de kunstenaar nog wel goed bij zinnen? Haalt hij zichzelf even
door de mangel misschien? Is dit Das Lied von der Erde?

We zullen het niet weten, we kunnen alleen maar kijken raden.
Sommige ideeën bewandelen een ander pad, simpelweg omdat al
het andere zo uitgekauwd en achterhaald leek. Een frisse draai
kan nooit geen kwaad.
Toch is dit werk niet rommelig in elkaar geflanst. Het is hooguit
volgepropt met onaffe ideeën of gedachtestromen. Er wordt veel
geopperd in schijntijd.
Als de kijker bewust zichzelf afremt, voelt hij de structuur kenne-
lijk. Zijn interne logica, onder andere bijeengehouden door talrij-
ke analogieën tussen de fantasie en de hedendaagse wereld, valt
waaierig weg. Het oog ziet alleen wat het oog wil.
Anderen zeggen boze dingen over de kunstenaar. Hij zou ergens
schizofreen en gewelddadig zijn. Zijn zachte stem en zijn pesterig
staccato van zijn alter ego plagen hem voortdurend.
In werkelijkheid is niets van dat alles waar. De maker geeft alleen
inzicht in de grotere werking van het spektakel dat theater aarde
heet.
En die obscene gebaren dan die de kruipende, naakte man maakt?
Ook daar laat de kunstenaar zich niet over uit.
Je mag het helemaal zelf invullen.