Studie

Internet voyeur, 2010, boek 100: Lange schaduw

2010_b100lange schaduw-28-1_internet voyeur_k

Ogentroost

de eerste uren worden de late
niet laatste
zijn geduld reikt verder
in de vroege ochtend is hij jonger
voetstappen vooruit
sluiproutes herkennen de stad
hij zwerft door een reusachtig gebouw
doodlopende straten vallen samen
wensen worden vervuld
hij geniet loepzuiver

de eerste uren worden de late
niet laatste
zijn gulzigheid
kent geen grenzen
de kakofonie van woord en beeld
kakelen voorwaarts
bevlekken zijn netvlies
hopelijk sleept de nacht
boven zijn macht
hij vangt het ongeziene

alles is studie

Bedenktijd

Eerst niets, 2013, schets

2013_eerst niets_k

Herfst

Ik hoorde je laatst iets zeggen, je oude vriend is weg en de nieuwe
ook al. Niet dat ze weg zijn, maar ze galmen niet meer.
Ik zei: dat zal de herfst wel zijn.
Bedrogen worden is ook niet leuk, voegde ik er nog aan toe.
Je terugblik deed me verder zwijgen.

Na de bedenktijd om was, bleek er niets meer te zijn. Heel raar na al
die zomerse tinten ooit. Alle anekdotes zijn nu helaas plompe woorden
geworden, je kan er niets aan doen. Het is een feitelijk feit.
Het ene is verbluffend snel afgedaan, het andere balanceert misschien
nog op de rand van het adorabele. Een nieuw bod is nog niet gedaan.
In de herfst valt alles neer om in de lente weer op te staan om de
loskomende tongen onvervalst te laten rollen. Alle verzamelde tinten
gaan dan weer een eigen lied zingen. Je kan niet wachten, maar moet
toch geduld hebben.
Op dit moment kan ik ongeschonden allerlei praatjes in je hoofd laden.
Het komt er niet in. Je hersens zijn een woordeloos stilleven geworden.
Je bezoekkamers blijven leeg.
Als ik je vlezigste schaal zoek voel ik een snoeimes.
Ik weet, ook ik moet geduld hebben. Het veelbesproken hoofd doemt
wel weer op.

Niets nieuws

Man en schaduw, 2013, schets

2013_man en schaduw_k

Sommige dagen

De stad was in de greep van een druilregen, men had haast.
Hij wilde snel thuis zijn en iets groots verrichten. Hij zou beginnen
om de aanzet te vinden voor zijn beste roman aller tijden (hij
schreef er nog geen). Dat lukte niet.
Zijn adem werd te veel afgesneden, klaagde hij. Ego’s kunnen
nogal beklemmend zijn. Alles was aanwezig, stapels papier ter
grote van een volwassen atlas schreeuwde blanco.
Toen wist hij wat er aan schortte: hij had nog geen schrijvers-
naam!
Hoe deden anderen dat eigenlijk? (Vul maar in: alcohol, seks,
nicotine, reizen, kluizenaarschap…) Kortom er gebeurde niets.
Met een langgerekte zucht blies hij de rook uit. Omzichtig prikte
hij met een pen kleine gaatjes in het papier (een blinde zou het
kunnen lezen?). Daarna vouwde hij het papier heel rustig om en
om tot het kleinste formaat, gooide het met een sierlijk, beheerste
boog in de bijna volle prullenmand. Het lukte. Raak! Score!

Even later: Je kunt je hele leven lang mooie zinnen maken, maar
nooit tot een boek komen, bleek waar.
Er is niets nieuws onder de zon, alles is al verteld, is niet waar.
Daar hoef je geen grote lezer voor te zijn om dat te weten.
Hij knikte onbewust instemmend.
Koffie?

Samenvatting

Nachtwacht, 2013, schets

2013_nachtwacht_k

Niets

Aanwezig afwezig. Dat klinkt paradoxaal, maar die vreemde aan-
wezigheid doet er juist toe. Niet volledig aanwezig zijn, wel terug-
gebracht tot de kern, dat minimale is obstakelvrij.
En dan?
Dan maak je gebruik van de leegte, niets ligt nog op de loer. Het
is zoiets als eeuwig, maar dan anders. Mens en ding vallen samen
tot een mooi moment. Zonder woorden is zonder voorwaarden. Je
bestaat om te bestaan.
Volgens haar was het haar essentie, dat afwezig aanwezig zijn.
Niets mis mee. Ontmoetingen worden niet langer belemmerd. In
uitgewiste toestand zien anderen je tenminste niet bloot.
Dat verdwijnen in de leegte geeft alles een kans. Niets is iets, het
is een kwaliteit van zien. Misschien zie je alles in gedachten op-
komen, misschien is dat wild denken. Wild denken hapert niet,
het schetst en staat altijd in de kinderschoenen. Bij het wild denken
voel je je absolute nabijheid, je voelt dat je ergens moet zijn. Alles
is op een vreemde, indrukwekkende manier met elkaar verweven.

Dit alles zou je ook kunnen samenvatten met de zin: Ik omhelsde
haar, ik was helemaal stil en zij was helemaal stil.

Schimbeer

Nachtbeer, neighbour, 2013, schets

2013_nachtbeer_k

Nachtelijk

over een donkere lucht
valt een zekere grijsheid,
een late restwaarde,
een vorm van een vroeger iets

het is toegestaan te denken
al zijn we niet goddelijke wezens
we zijn kleurrijk in de nacht
we zijn niet vroeg gestorven

soms beweegt de tong in de mond
of spreken we met kleine stemmetjes
soms komt er een gestage stroom
de woorden liggen op de weg

misschien zien we ’s nachts schimmen
of lichtende vergezellende gedaanten
dan stoot de lucht door de neusgaten
zodat het snot rondom spat

je snuit je neus weer zonder handen
zoals vroeger op het sportveld
je voelt de stramheid in je benen
je kijkt op je horloge
het is allang veel te laat

tien minuten sta je verstijfd
je wrijft je ogen uit
was dat een grijze vlek?
iedereen ziet het toch?

stel je voor dat ons leven gewoon is
dat er plotseling rode woorden komen
zaken nemen hun vreemde wendingen
de beer in je staat op, je slaat

Hunkering

Lege vakantie, 2010, boek 100, pagina 97

2010_b100-5-7_lege vakantie_k

Vakantie is een soort theater

Hoe men ook de tongen tot vlam aanvuurt, het niets zeggen kan soms
sterker staan. Als alle lust vergaan is en al het leed is vergeten blijft
het nullige niets over. Dat niets ontroert me. De attributen van de doden
spreken, tillen de levenden op. Doden hebben die macht.
Op de achtergrond zou ik nu graag een licht applaus willen horen. Hier
en daar een echo van een leeg toneel is ook prima. Nadachtige woorden
moeten vervolgens langs een lege kust hun weg zoeken.
Als de eenzaamsten van allen onverwacht in een groter licht gaan staan,
schrikken anderen misschien een beetje voor ze toehappen. Helemaal
niet erg. Laten alle verstarde mensen zich even omdraaien en zich niet
langer blindstaren op andere troosteloze verbrande ruggen. Bijt liefelijk
in de schouder voor je. Je zult zien dat er een reactie komt. Wees niet
bang voor het riskante gebaar. Eet alsof het herfst is en je een winter-
laagje moet kweken.
Kortom: omarm de hunkering en je zult de glimwormen zien glimmen.
Ze lichten op in de ogen van de in de rug gebetene voor je.

Stop

Stappen in onwaarschijnlijkheid, 2013, schets

2013_stappen in onwaarschijnlijkheid_k

Mijn mensje

Op dinsdagavond nam ik afscheid van mijn vriendin. Het was beter
zo. We vonden niet meer de goede woorden en wat nog erger was:
ze loog alles bij elkaar of zoals ze dat zelf zei: ze fantaseerde.
Verkeerde woorden, verkeerd moment.
Ik verstilde zonder het te willen.
Mijn vriendin verklaarde de taal officieel dood. De taal was niet
langer meer haar instrument, het was haar dwangbuis geworden
waaruit ze zichzelf wilde bevrijden. Ze wilde herbaren, wat dat
dan ook maar mocht zijn. De dood van de taal was de komende
tijd haar ding. Lastig voor mij, ik leefde voortaan in een grote,
eenzame onwaarschijnlijkheid.
Ze kocht een filmcamera en was automatisch filmmaakster geworden.
Alles zat nu tussen record en stop. Ze maakte kunst, dat leed geen
enkele twijfel. Ik werd weggestuurd als ik belangstelling toonde.
Haar eerste film ging over een typemachine waarin te zien viel hoe
ze wreed met een schroevendraaier alle letters uit het toetsenbord
wrikte om het daarna met een hamer welgemikt te verbrijzelen.
Vervolgens begroef ze alles in de tuin alsof het lelijke lijken waren.
De grond werd flink aangestampt.
Het wachten was nu nog op applaus (wat nooit overdonderend
genoeg kon zijn, met bloemen overgoten zou ze zich waarschijnlijk
nog miskent gevoeld hebben). Mijn zoete woorden hielpen niets.

Ik ging ineens voor haar staan en schreeuwde: Ik wil mijn mensje
terug!
Nog geen tien minuten later lag ik naast haar in bed.

Zondig

Neergestreken vrouw, 2013, boek 112, pagina 10

2013_b112_p10_neergestreken vrouw_k

Ritueel

op zondag aten we kip
vader het meest
verder zwegen we
naderhand moesten we naar buiten
om van de zon te leren houden
zei moeder
maar wij wisten wel beter

onze moeder moest strijken
en eerst haar ogen sluiten
om vader te laten kijken
deed ze haar ogen naar binnen
haar naaktheid kraakte de plank
zei moeder
maar wij wisten wel beter

hier is een dokter, zei vader
ik heb een dokter, zei moeder
maar ook dat was niet waar
om drie uur was er weer thee

Koppen

9 Portretten, 2010, A4 schetsen

2010_9 portretten_A4k

Proces

Ik kan er niet genoeg van krijgen. De koppen komen.
Er zijn twee fasen van elkaar te onderscheiden die niet bij elkaar
passen. De contouren willen niet samenvallen, ze draaien om elkaar
heen. Er is grote verwarring.
Niets is toevallig, alleen terloops. Ik ervaar het als een gemakkelijke
sluipweg, iets moet de weg banen door een vreemd gebied.
Een grensgebied is prettig.
Des te verrassender. Telkens opnieuw, als ik de ontdekking beleef,
is de lange in de geest afgelegde tocht bijzonder. Achter de wirwar
van mijn spelonken vind ik mijn nieuwe stijl. De illusie is opgewekt
en steekt scherp af tegen het voorbije verleden. Beklemming en ar-
moedigheid gaan vaak samen, dat laat je mooi liggen.
Het begint allemaal in het atelier. Mijn atelier, misschien wel alle, is
een labo voor microkunst. Voor alles is een oplossing blijkt steeds
opnieuw. De nieuwe werkelijkheid maakt alles anders. Dat is haar
wil of lot. Alles bestaat pas als het er is, als het in de ruimte resoneert.
Het zal wel een soort kringloop zijn: alles eindigt zoals het begint.
Ik geef me over.

Pruil

Clara, 2006, schets

2006_clara_schets_k

Saai

als jij ik was
en hier stond
dan was het enkel
om de neergeslagen ogen
weer aan anderen af te staan
wij kunnen maatjes zijn
om weer te kunnen verliezen

ik sta hier voor je
omdat ik niet met zekerheid besta
we reizen naar verre steden
om weer thuis te kunnen komen
de ziel danst zoals een bom
bijna een vlieg raakt

de verwelkomer kust
eenzelfde pruillip