Blues

Nachtzicht, 2016, boek 115, pagina 44

Ontstijging

Het gat gaapt hem aan.
Niet naar kijken.
Gaten zitten vol ongeloof, ze maken samen één boos gezicht.
Blijf daar weg!
Met de blik vooruit, de ogen nog doof, brokkelt het gat vanzelf af.
Kijk, de onderlaag glimt al en verschuift moeiteloos alle donkere
luchten zonder je blote handen. Dit is al een beter gezicht!
Nu krijg je langzaam het gevoel terug dat muggen eerder dood
gaan voor dat ze kunnen steken. Je bent nog wijzer dan de oudste
eik. Met praatjes hoeft niemand nu aan te komen, God is een mietje.
Nu kun je echt omzien in verwondering en daarna de Blues spelen.
Zolang je speelt is het denken weg. In die vorm van iele ijdelheid
speel je zelf steeds de hoogste hoofdrol. En als de herkenning drie
dubbel terugkijkt is alles nog anders ook. Geweldig!
Je gaat in trance door.
Langgerekte noten kaatsen spiegelbeelden van de ziel genadeloos
terug.
Je weet niet of het kunst of echt is, maar zeker tijdelijk.
Je ontstijgt voor een mooi moment jezelf.
Anderen zien jou, geen gapend gat.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *